Spelling - H1.8 en H2.8 - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Spelling 

Doelen van vandaag

• werkwoordspelling toepassen

Persoonsvorm in tt

In de tegenwoordige tijd heeft de persoonsvorm drie vormen:

- ik-vorm

- ik-vorm + t

- hele werkwoord

Persoonsvorm in tt

- Eindigt de ik-vorm op -d ?

Dan schrijf je: ik vind – jij vindt – hij vindt – wij vinden.

- Eindigt de ik-vorm op -t ?

Dan schrijf je: ik zit – jij zit – hij zit – wij zitten.

Kies de juiste vorm:
Hij (vinden) het heel erg leuk op school.

1. vind
2. vinden
3. vindt
4. vint

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  

2. ik-vorm +t

3. ik word +t     

4. wordt             

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.

1. het schoolfeest = het 

2. ik-vorm +t

3. ik luid +t     

4. luidt           

Persoonsvorm verleden tijd

• Sterke en zwakke werkwoorden. 

 • Sterke werkwoorden: je kunt de spelling horen. 

 • Zwakke werkwoorden: 't ex-kofschip.

Persoonsvorm in vt

- Eindigt de stam op -d of -t en is het enkelvoud?

Dan schrijf je: antwoordde, praatte enz.

- Eindigt de stam op - d of -t en is het meervoud?

Dan schrijf je: antwoordden, praatten enz.

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.

1. het schoolfeest = het 

2. ik-vorm +de/te

3. stam = luid   

4. in 't ex-kofschip?

5. nee - dus +de

6. luid +de

7. luidde          

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

1. het grote huis = het 

2. ik-vorm +de/te

3. stam = brand   

4. in 't ex-kofschip?

5. nee - dus +de

6. brand +de

7. brandde          

De docenten .................... (beantwoorden v.t.) al onze vragen.

De docenten ................... (beantwoorden v.t.) al onze vragen.

1. de docenten = zij (mv) 

2. ik-vorm +den/ten

3. stam = beantwoord   

4. in 't ex-kofschip?

5. nee - dus +den

6. beantwoord +den

7. beantwoordden          

Het grote huis is tot de grond toe ...............
(afbranden vdw).

Het grote huis is tot de grond toe  .......(afbranden vdw).

1. afgebrand / afgebrant

2. stam = afbrand

3. d in 't ex=kofschip?

4. nee - dus d

5. afgebrand   

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar

...................... (inluiden vdw).

1. ingeluid / ingeluit

2. stam = inluid

3. d in 't ex=kofschip?

4. nee - dus d

5. ingeluid   

Maken

H1.8: Opdr. 2 en 4 in het boek (blz. 67)

H2.8: opdr. 6 en 7a (blz. 147)

Test jezelf online

Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Klaar? Versterk Jezelf werkwoorden (online)