Spelling - blok 1 - les 10 - Hoofdletters

Herhalen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Twijfel je of je d of dt moet schrijven? Vervang het werkwoord dan door ‘lopen’ of 'smurfen'. Dan hoor je of je een t achter de ik-vorm moet schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Doel van vandaag
- herhalen van de persoonsvorm (tt en vt)
- weten wanneer je een hoofdletter moet schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Slide 5 - Open vraag

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  
2. ik-vorm +t
3. ik word +t     
4. wordt             

Slide 6 - Tekstslide

De conciërge .......... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.

Slide 7 - Open vraag

De conciërge ....... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.
1. de conciërge = hij  
2. ik-vorm + t
3. ik houd + t   
4. houd         

Slide 8 - Tekstslide

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 9 - Open vraag

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +t
3. ik luid +t     
4. luid         

Slide 10 - Tekstslide

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 11 - Open vraag

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = lui  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. luid +de
7. luidde          

Slide 12 - Tekstslide

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.


Slide 13 - Open vraag

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

1. het grote huis = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = bran  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. brand +de
7. brandde          

Slide 14 - Tekstslide

Het grote huis is tot de grond toe ...............
(afbranden vdw).


Slide 15 - Open vraag

Het grote huis is tot de grond toe  .......(afbranden vdw).

1. afgebrand / afgebrant
2. stam = afbrand
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. afgebrand   

Slide 16 - Tekstslide

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).


Slide 17 - Open vraag

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).
1. ingeluid / ingeluit
2. stam = inluid
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. ingeluid   

Slide 18 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Feestdagen en merknamen schrijf je met een hoofdletter. 


  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 19 - Tekstslide

Plaats op de juiste plek(ken) de hoofdletter(s)

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 20 - Open vraag

Plaats op de juiste plek(ken) de hoofdletter(s)

daardoor is het niet veilig als vliegtuigen daar rondvliegen

Slide 21 - Open vraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 22 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 23 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 24 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 25 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 26 - Quizvraag

Maken Spelling - blok 1 - les 1.10
timer
10:00
Klaar?

  • ander huiswerk

Slide 27 - Tekstslide

met hoofdletter
zonder hoofdletter
coevorden
joris
hond
nederlands
zomer
september

Slide 28 - Sleepvraag