Hartverwarmende lunch

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hart aandoeningen
De volgende hart aandoeningen kunnen met medicijnen behandeld worden:
1. Hartfalen - hartspier is verzwakt
2. Hartritmestoornis - versneld of traag hartritme
3. Angina pectoris - vernauwde bloedvaten van het hart 

Slide 2 - Tekstslide

1. Hartfalen


Oorzaak: ouderdom, beschadiging hartspier (infarct of ontsteking) of beschadiging aan de hartkleppen
Klachten
- Verhoogde hartfrequentie
- Versneld hartritme
- Vermoeidheid
- Vochtophoping (oedeem)

Slide 3 - Tekstslide

Behandeling hartfalen

Leefregels: beperking alcohol, vocht en zout, voldoende lichaamsbeweging
Medicatie
  • ACE-remmer = eerste keus
  • Diuretica
  • Bètablokkers
  • Tweedelijszorg: hartglycosiden, SGLT2-remmer

Slide 4 - Tekstslide

Ace-remmers werken met name in op:
A
de bloedvaten
B
de nieren
C
het hart
D
het sympatisch zenuwstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Welke geneesmiddel is de ACE-remmer?
A
chlooralidon
B
enalapril
C
amiloride
D
hydrochloorthiazide

Slide 6 - Quizvraag

ACE remmer/ RAAS remmer
Stap 3 wordt geremd door de ACE remmers (pril)
Stap 4 wordt geremd door de AII antagonisten (sartan)

Slide 7 - Tekstslide

Diuretica = plaspillen
  • Verminderen weerstand tijdens pompen van het hart
- Lisdiuretica ; werkt snel en krachtig (Burinex, Lasix)
- Thiazidediuretica ; werkt gelijkmatiger, lange werkingsduur (Indapamide, Hygroton)
- Kaliumsparende diuretica: zwakwerkend, vaak in combinatie (Spironolactone)


Slide 8 - Tekstslide

Bètablokkers 
  • Werken via het autonoom zenuwstelsel 
  • Verlagen bloeddruk 
  • Verlagen hartfrequentie 
  • Ook tabletten met vertraagde vrijstelling
  • Worden ook gebruikt bij angina pectoris en ritmestoornis
  • 'lol'

Slide 9 - Tekstslide

2. Angina Pectoris
  • Aanvalsgewijs 
  • Uitstraling naar schouders, armen, kaken, rug of bovenbuik
  • Inspanning, emotie of overgang warm - koud
  • Zuurstofgebrek hartspier
  • Aderverkalking

Slide 10 - Tekstslide

Behandeling 
Leefregels: stoppen met roken, alcohol beperken, lichaamsbeweging - bestrijding overgewicht, minder zout en minder vet
Medicatie
  • Nitraten
  • Bètablokkers
  • Calciumantagonisten 


Slide 11 - Tekstslide

Nitraten
  • Vaatverwijdende werking
  • Aanval
  • Sublinguaal tablet, oromucosale spray, transdermaal, IV = cedocard, minitran, trinipatch
  • Andere: molsidomine (zelfde werking) = coruno

Slide 12 - Tekstslide

Calciumantagonisten
  • Afname vaatweerstand en daling bloeddruk
  • Angina Pectoris & hoge bloeddruk
  • Dihydropyridines = 'dipine' zoals amlodipine, lercanidipine (Zanidip)
  • Verapamil = Lodixal
  • Diltiazem = Progor, Tildiem
  • Vaak in combinatie met andere medicatie

Slide 13 - Tekstslide

Diuretica
Bètablokkers
Ras-remmers
hydrochloor-
thiazide
bisoprolol
lisinopril
Werkt op autonome zenuwstelsel. Minder weerstand 
Bevorderd 
uitscheiding van vocht. Hierdoor minder bloedvolume.
Werken op de nieren, hierdoor daalt de bloeddruk

Slide 14 - Sleepvraag

3. Hartritmestoornis
  • Versneld hartritme - tachycardie >100 slagen/minuut
  • Vertraagd hartritme - bradycardie <50 slagen/minuut
  • Onregelmatig hartritme van de ventrikel (kamer)/ atria (voorkamer) vb. extra systolen of atriumfibrilleren 

Slide 15 - Tekstslide

Behandeling 
  • Anti-aritmica = flecaïnide (Apocard, Tambocor), amiodarone (Cordarone), propafenon (Rytmonorm), sotalol 
  • Preventief middel dat de bloedstolling vertraagt (zie andere les)

Slide 16 - Tekstslide

Tekst
Diuretica
Beta
blokkers
ACE-
Rem
mers
Calcium antagonist
Angiotensine II 
antagonisten
Hydrochloorthiazide
Labetolol
Lisinopril
Werkt op autonome zenuwstelsel. Minder weerstand 
Bevorderd 
uitscheiding van vocht. Hierdoor minder bloedvolume.
Zorgt ervoor dat angiotensine I niet omgezet kan worden in angiotensine II
Irbesartan
Amlodipine
Werkt op de vaten en zorgt voor verminderde vasoconstrictie
Werken op de nieren, hierdoor daalt de bloeddruk

Slide 17 - Sleepvraag

Stelling 1: Bij secundaire hypertensie is de oorzaak duidelijk en bij essentiële niet.
Stelling 2: Bij hypertensie is de weerstand van de bloedvaten lager.
A
stelling 1 en 2 zijn juist
B
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Bloeddruk
Systolische druk (bovendruk): de druk die op de slagaders ontstaat als het bloed vanuit het hart gepompt wordt

Diastolische druk (onderdruk): de basisdruk die bij het ontspannen van de kamers op de slagaders staat
De bloeddruk neemt af naarmate het bloedvat verder van het hart af ligt

Slide 19 - Tekstslide

Primaire en secundaire hypertensie



Primaire = idiopathische = essentiële hypertensie: 
oorzaak is onbekend 
(leefstijl factoren liggen mogelijk ten grondslag)

Slide 20 - Tekstslide

Secundaire hypertensie
  • Symptomen: meestal niet (heel soms hoofdpijn, duizelig of misselijk), wel een forse risicofactor
  • Meten: meerdere dagen (weken), # momenten, 24 u meting
  • Wie: leeftijd, leefstijl, mannen, suikerziekte, aanleg
  • Beleid: leefstijladviezen + medicatie
  • Medicatie: centraal werkend clonidine (Catapressan), methyldopa (Aldomet), moxonidine 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Combinaties

Slide 23 - Tekstslide

Artherosclerose
= vaatverkalking, 
slagaderverkalking

Oorzaak: ophoping van cholesterol, ontstekingscellen en kalk in de wand van aderen


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Cholesterolgehalte
Normaal: totaal cholesterol < 5 mmol/l

Gehalte < 6,4 mmol/l  eerst alleen voedingsadvies

Gehalte 6,5 – 8 mmol/l  voedingsadvies + geneesmiddelen


Slide 26 - Tekstslide

Lipoproteïnen
  • Eiwitachtige verbinding die triglyceriden en cholesterol in het bloed naar de cel vervoerd.
  • Onderscheid van de groepen is op basis van dichtheid van de stof.
  • Vijf verschillende groepen stoffen. De bekendste zijn: VLDL = very low density, LDL = low density, HDL = high density
  • Verhoogd LDL --> verhoogde kans op hartinfarct, verhoogd HDL --> verlaagde kans op hartinfarct

 

Slide 27 - Tekstslide

Statines: cholesterol syntheseremmers 
  • Remmen aanmaak cholesterol in lichaam
  • Vaak standaard voorgeschreven aan patiënten die lijden aan een ziekte met verhoogde kans op hart en vaat ziekten
  • simvastatine, pravastatine <--> atorvastatine, rosuvastatine 
Wisselwerking met
- Antibiotica (claritromycine), antimycotica (itraconazol)
- Grapefruitsap --> statinespiegel kan stijgen --> Kans op ernstige spierklachten



 

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een bekende bijwerking die specifiek voor statines geldt?
A
Kaliumtekort
B
Calciumtekort
C
Kriebelhoest
D
Spierpijn

Slide 29 - Quizvraag

Ezetimibe: cholesterol opnameremmer
  • Remt opname van cholesterol uit darm
  • Vestigt zich in de dunne darm en remt de opname 
  • Vaak gecombineerd met statine: zowel opname als aanmaak van cholesterol wordt zo geremd

Slide 30 - Tekstslide

Galzuurbindende harsen
  • Colestyramine (Questran®)
  • Cholesterol wordt afgebroken tot galzuren > harsen binden deze galzuren > zo kan er uit de galzuren geen nieuw cholesterol gemaakt meer worden > door de galzuren weg te nemen heeft de lever meer cholesterol nodig voor de productie van nieuwe galzuren. Effect cholestrolverlaging.
  • Veel bijwerkingen en wisselwerkingen met andere geneesmiddelen (binden vitamine K, anticonceptie, schildklierhormonen)
  • Voor iedere maaltijd, smaakt vies

Slide 31 - Tekstslide

Hartverwarmende lunch

Slide 32 - Tekstslide