VSD cursus 4 §5 formeel en informeel

• Herhaling vorige les
• Kennen en kunnen
• paragraaf 5
• Opdrachten maken
• Afsluiting

Wat betekent het begrip: communiceren?

1. Een eigen taal bedenken
2. Met elkaar contact hebben en informatie uitwisselen.
3. Nieuwe woorden bedenken voor een taal.

Wat is het verschil tussen het Nederlandse en Chinese schrift?

Wat zijn karakters?

1. Verzameling letters of tekens die je bij een taal gebruikt om te schrijven
2. tekens die een klank of een begrip weergeven

• Formeel 
• Informeel

• Uitleggen wat de kenmerken zijn van formele en informele taal
• verschillen tussen formele en informele taal benoemen.
• Voorbeelden van formele en informele taal benoemen

• Wat: Maak opdracht 1 blz. 98
• Hoe: alleen
• Hulp: tekstboek en mevrouw de Vries
• Tijd: 5 min.
• Uitkomst: bespreken
• Klaar: lees opdrachten 2 door. Hier kun je ook alvast aan beginnen.

= taal die je gebruikt in serieuze situaties. Je gedraagt je netter dan gebruikelijk. Bijvoorbeeld op je werk of bij mensen die je niet super goed kent. 

• Sollicitatiebrieven, mailtjes etc.

Formeel 
taalgebruik 

Geef een voorbeeld van formeel taalgebruik.
Vertel ook in welke situaties je dit gebruikt.

= taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent. Denk aan je ouders, vrienden of klasgenoten. Je gebruikt informele woorden in minder serieuze situaties.  

• Op feestjes, in de kantine etc.

Informeel 
taalgebruik 

Geef een voorbeeld van informeel taalgebruik.
Vertel ook in welke situaties je dit gebruikt.

• Wat: Maak opdracht 2 t/m 4 blz. 98/99
• Hoe: alleen
• Hulp: tekstboek en mevrouw de Vries
• Tijd: 10 min.
• Uitkomst: bespreken
• Klaar: lees verder in je leesboek

formeel

informeel

je spreekt iemand aan met 'U'

een sollicitatiebrief schrijven

een verjaardagskaart sturen naar je vriendin

straattaal gebruiken in een app

Formeel taalgebruik

Informeel taalgebruik

Geachte meneer

Hé bro!

Met vriendelijke groet

Doei!

Formeel

Informeel