In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Week 49
Slide 1 - Tekstslide
Opzet week 49 - 30 t/m 4 december
Les 1: leesvaardigheid
§18 zoekend en lerend lezen
Les 2/3: leesvaardigheid
§17 zoekend en lerend lezen
Les 4: leesvaardigheid
formatieve toets
Les 5: taaluur
herhaling taalverzorging
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Deze week oefen je met:
het toepassen van zoekend en lerend lezen.
het verbeteren van fouten in taalverzorging.
het uitbreiden van jouw woordenschat.
Slide 3 - Tekstslide
Les 1
Taalverzorging:
§17 - Globaal en intensief lezen (blz. 70-71)
Lees de theorie op bladzijde 74 van het boek.
Ga daarna verder met de LessonUp.
Slide 4 - Tekstslide
Leesdoelen
Hoe je een tekst leest, hangt af van je doel. Afhankelijk van jouw doel zet je een leesstrategie in.
Slide 5 - Tekstslide
Zoekend lezen
Gebruik globaal lezen wanneer je op zoek bent naar een antwoord op een vraag, naar een interessante tekst of een tekst die je kunt gebruiken voor je werkstuk.
Neem de volgende stappen bij zoekend lezen:
Bedenk trefwoorden die je kunt gebruiken bij het zoeken op het internet of in de bibliotheek.
Scan de zoekresultaten en kijk of je de juiste trefwoorden kunt vinden.
Pak het boek, het artikel of de website en bekijk de inhoudsopgave. Kijk of je in de inhoudsopgave de trefwoorden kunt vinden.
Bekijk daarna de tussenkopjes of titels van de paragrafen.
Slide 6 - Tekstslide
Lerend lezen
Gebruik lerend lezen als je belangrijke informatie wilt onthouden.
Neem de volgende stappen:
Begin met het globaal lezen van de tekst.
Bekijk de inhoudsopgave en de kopjes.
Lees de eerste en de laatste alinea van de tekst.
Lees vervolgens de tekst intensief.
Maak vervolgens een samenvatting van de tekst.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Les 2/3
Taalverzorging:
§17 - Globaal en intensief lezen (blz. 74-77)
Bekijk de woorden op bladzijde 77. Noteer de woorden en de betekenissen in jouw schrift. Noteer deze begrippen en betekenissen achterin jouw schrift.
Slide 9 - Tekstslide
Woordenschat
Bij het lezen van een tekst kom je soms moeilijke en onbekende woorden tegen. Aan de hand van de woordraadstrategieën kun je de betekenis van het onbekende woord afleiden uit de tekst.
Er bestaan verschillende woordraadstrategieën. De eerste woordraadstrategie is: zoeken naar een synoniem. Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis. Voorbeelden:
situatie - toestand
exact - precies
Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis.
exact - vaag
Slide 10 - Tekstslide
Woordenschat
Zoek de volgende woorden eerst op in de teksten op bladzijde 75 en 76: ergens baat bij hebben, consumeren en passief.
Maak daarna met deze woorden een zin waarin de betekenis van het woord duidelijk wordt. Je mag de vorm van het woord aanpassen.
Niet: Hij gedraagt zich baldadig.
Wel: Hij gedraagt zich baldadig, want hij pakt elke keer mijn pen en gooit deze op de grond.
Slide 11 - Tekstslide
Les 4
Leesvaardigheid
Een formatieve toets leesvaardigheid.
Slide 12 - Tekstslide
Formatief
Voorbereiden op de formatieve toets:
Leer de woordjes op bladzijde 73 en 77.
Leer de theorie op bladzijde 70 en 73.
Zorg dat je de weektaken van week 48 en 49 hebt gemaakt.
Slide 13 - Tekstslide
Les 5
Taaluur
Slide 14 - Tekstslide
Taaluur
Neem al jouw energie en positiviteit mee!
We herhalen deze les taalverzorging en mogelijk bespreken we de toets.
Slide 15 - Tekstslide
Taken week 49
Leesvaardigheid (inleveren via LessonUp):
o 18. Zoeken en leren lezen opdrachten 2-6 (blz. 74-75)
o 18. Zoekend en lerend lezen opdrachten 9-12 (blz. 76-77)
Slide 16 - Tekstslide
Lever via een foto de uitwerkingen van jouw weektaken in.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.