Bijv. accijns en btw -> Verwerkt in de prijs die je als consument betaalt aan de leverancier.
Indirecte belastingen: je betaalt ze via de leverancier aan de overheid.
Slide 20 - Tekstslide
Directe belastingen
Belasting op inkomen, winst en vermogen = directe belastingen.
Bijv. inkomstenbelasting -> Als je in loondienst werkt, houd je werkgever loonbelasting in en betaalt dit aan de overheid.
Bv’s en nv’s betalen over hun winst vennootschapsbelasting.
Slide 21 - Tekstslide
Als de accijns en btw verhoogd wordt, dan is dit een verhoging van
A
Indirecte belastingen
B
directe belastingen
Slide 22 - Quizvraag
Wat betaal jij aan belastingen? Wat betaal jij aan de overheid? Zijn het directe of indirecte belastingen? Leg je antwoord uit
Slide 23 - Open vraag
Draagkrachtbeginsel
Bij de loon- en inkomstenbelasting past de overheid het draagkrachtbeginsel toe. Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhouding meer belasting dan iemand met een laag inkomen. Als gevolg hiervan worden de verschillen tussen de netto-inkomens kleiner dan tussen de bruto-inkomens.
Slide 24 - Tekstslide
Draagkrachtbeginsel
Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhouding meer belasting dan iemand met een laag inkomen.
Hoe kan je dat zien in Nederland?
Als gevolg hiervan worden de verschillen tussen de netto-inkomens kleiner dan tussen de bruto-inkomens.
Slide 25 - Tekstslide
Profijtbeginsel
De overheid past soms het profijtbeginsel toe.
Je betaalt pas belasting als je ergens gebruik van maakt.
Slide 26 - Tekstslide
Bedenk een voorbeeld van het profijtbeginsel.
Slide 27 - Open vraag
Profijtbeginsel en autobezitters
Autorijders hebben op drie manieren te maken met het profijtbeginsel:
In de aanschafprijs zit een bedrag voor de bpm (belasting van personenauto's en motorrijwielen).
Voor het bezit van een auto betaal je motorrijtuigenbelasting.
Als je tankt, betaal je accijns en btw.
De overheid laat autobezitters veel belasting betalen, want voor hen worden dure wegen, viaducten en andere verkeersvoorzieningen aangelegd.