Kapitel 4 Lektion 4, 5, 6
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
die Messe
A
de muur
B
de beurs
C
de hoop
D
de ruzie
Slide 2 - Quizvraag
rasch
A
snel
B
raar
C
ergens
D
omdat
Slide 3 - Quizvraag
da
A
het
B
ergens
C
snel
D
omdat
Slide 4 - Quizvraag
der Lärm
A
de ruzie
B
de overwinning
C
de gebeurtenis
D
de herrie
Slide 5 - Quizvraag
de kast
Slide 6 - Open vraag
het bed
Slide 7 - Open vraag
de stoel
Slide 8 - Open vraag
heiraten
A
trouwen
B
scheiden
C
kijken
D
doorbrengen
Slide 9 - Quizvraag
het kussen
Slide 10 - Open vraag
heimlich
A
geleden
B
thuis
C
oprichten
D
stiekem
Slide 11 - Quizvraag
gründen
A
doorbrengen
B
oprichten
C
scheiden
D
echter
Slide 12 - Quizvraag
wachsen
A
wassen
B
groeien
C
scheiden
D
daarentegen
Slide 13 - Quizvraag
das Ereignis
A
de gebeurtenis
B
ten zuiden van
C
het lawaai
D
de muur
Slide 14 - Quizvraag
het raam
Slide 15 - Open vraag
de luie stoel, fauteuil
Slide 16 - Open vraag
schauen
A
oprichten
B
trouwen
C
scheiden
D
kijken
Slide 17 - Quizvraag
der Sieg
A
de oorlog
B
de overwinning
C
de ruzie
D
de schutting
Slide 18 - Quizvraag
het vloerkleed
Slide 19 - Open vraag
verbringen
A
scheiden
B
kijken
C
doorbrengen
D
verbranden
Slide 20 - Quizvraag
het bureau
