Starttaal instap deel B thema 1 taak A

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Hoe is je dag tot nu toe?

😒🙁😐🙂😃

Leerdoelen taak A

1 Ik kan woorden uitleggen bij stage & werk

2 Ik kan teksten lezen over stage & werk

3 Ik kan een stageverslag lezen en begrijpen

4 Ik kan bedenken welke sector bij mij past

Lees de introductie Taak A  (blz 6)

Bladzijde 6

Woorden over stage en werk (afbeelding)

Hardop lezen

Fout = stoppen

Wie leest alle woorden?

bladzijde 7/8

d. School of stage? (blz. 7/8)

Maak 2 rijen met woorden. 

Zet de woorden onder SCHOOL of STAGE

School

Stage/ werk

dagplanning 

docent

externe stage

interne stage

kantine

klasgenoten

klassengesprek

pauze

praktijklokaal

rooster

samenwerken

stagebegeleider

stagecontract

werk

werkoverleg

werkvloer

collega's

leidinggevende

Belangrijke woorden

Welke belangrijke woorden
horen ook bij stage/werk?

Opdracht 2 (bladzijde 10) 

Lees de teksten en kies het juiste woord erbij

Woorden: 

- externe stage

- interne stage

- stagebegeleider

- stagedocent

       Kies het juiste woord bij de juiste tekst

Opdracht 2. Wat is de goede volgorde?

1. 1 stagedocent 2 interne stage 3 stagebegeleider 4 externe stage
2. 1 stagebegeleider 3 interne stage 3 externe stage 4 stagedocent
3. 1 externe stage 2 stagedocent 3 stagebegeleider 4 interne stage
4. 1 stagebegeleider 2 externe stage 3 stagedocent 4 interne stage

Opdracht 3

- Lees klassikaal het stage verslag van Victoria op blz 11

- Maak vragen 1 t/m 6 over het stageverslag in je boek

2. Waar loopt Victoria stage? (blz. 12)

1. In een hotel
2. In een restaurant
3. In een snackbar
4. In een winkel

3. Hoe noem je de kleding die Victoria moet dragen?

1. Zwarte broek
2. Nette kleding
3. Werkkleding
4. Kostuum

4. Welke taken moet Victoria op haar stage uitvoeren?

5. Hoe komt het dat Victoria nu minder vragen stelt dan aan het begin van haar stage?

6. Is de sector HORECA iets voor Victoria?

Ja/Nee, omdat  . . .

Opdracht 4 Luisterfragment

Kijk naar het fragment 'Stage in een verzorgingshuis' en beantwoord de vragen.

1

2

3

4

5

Zou jij in een verzorgingshuis willen werken? Waarom wel/niet?

Maak opdracht 5 (blz. 15)

Klaar? Maak de EXTRA OPDRACHT (blz. 17-19)

Leerdoelen taak A

1 Ik kan woorden uitleggen bij stage & werk

2 Ik kan teksten lezen over stage & werk

3 Ik kan een stageverslag lezen en begrijpen

4 Ik kan bedenken welke sector bij mij past

Terugkijken (blz. 20/21)
Wat heb jij bij taak A geleerd?

Huiswerk voor volgende week dinsdag : TOETS TAAK 1

Leer de woorden van het blad

Hoe was deze les voor jou?

😒🙁😐🙂😃

Welke TIP/TOP
geef je de docent?