Maatschappelijke participatie les 2

Maatschappelijke participatie
Les 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maatschappelijke participatie
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
  • Lesdoelen
  • Eenzaamheid
  • Maatschappelijke participatie 
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is er blijven hangen van de vorige les?

Slide 3 - Open vraag

Sociologie
  • Sociologie is de studie van hoe mensen met elkaar samenleven (socio = samen, logos = kennis).
  • Simpel gezegd: sociologen zoeken uit hoe mensen met elkaar omgaan en hoe de samenleving het welbevinden van mensen bepaalt.
  • Jullie zijn als het ware 'sociotherapeuten'

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de participatiewet
  • Het doel van de participatiewet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen.
  • De gemeente is verantwoordelijk geworden voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben.
  • De gemeente heeft voor de nieuwe doelgroep dezelfde taken als voor mensen met een bijstandsuitkering, namelijk om deze mensen ondersteuning te bieden gericht op arbeidsinschakeling en waar nodig, inkomensondersteuning. 

Slide 5 - Tekstslide

Karl Marx, Max Weber
  • Marx had met zijn filosofische en wetenschappelijke werk een politiek-filosofisch doel: de bevrijding van de onderdrukte klassen van het kapitalisme. 

  •  Weber ging ervan uit dat er een wisselwerking is tussen de economie, leiderschap en de samenleving. 

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student weet de oorzaken van eenzaamheid te analyseren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Break out rooms
Bespreek in groepjes waaraan jullie onderstaande vragen: 

- Wat merk je aan eenzaamheid in het werk? (denk ook aan de huidige situatie rondom Corona)
- Wat zijn de oorzaken van eenzaamheid? 
- Wat doe je om de eenzaamheid af te laten nemen? 

Slide 9 - Tekstslide

Eenzaamheid
  • Eenzaamheid wordt zorgelijk wanneer deze structureel van aard is. 

    Mogelijke oorzaken van eenzaamheid:
  • zakelijker worden van de maatschappij
  • veranderde omstandigheden
  • snellere maatschappij.

Slide 10 - Tekstslide

Zakelijker worden van de maatschappij
  • In de zorg- en welzijnssector verdwijnt het menselijk contact steeds meer. 
  • Ook in de dienstverlenende sector, zoals in winkels, banken of bij de overheid, verdwijnen de kleine, informele persoonlijke contacten. 
  • Dat heeft voor veel mensen gevolgen voor de mogelijkheden om contact en binding te houden met de samenleving.

Slide 11 - Tekstslide

Veranderende omstandigheden
  • Het verlies van bijvoorbeeld baan of partner kan leiden tot eenzaamheid. 
  • Niet aangeboren hersenletsel
  • Bij sommige mensen gaat dan een gevoel van niet meer mee te tellen in de samenleving overheersen.

Slide 12 - Tekstslide

Snellere maatschappij
  • Tegenwoordig wissel je vaker van baan, verhuis je vaker en is lang niet meer iedereen lid van een kerk of vereniging. Maatschappelijke relaties veranderen hierdoor regelmatig. 
  • Als het niet lukt om relaties aan te gaan, en iemand dan genegenheid en interesse van anderen mist, kan er sprake zijn van eenzaamheid

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen eenzaamheid en sociaal isolement?

Slide 14 - Open vraag

Sociaal isolement
‘Het ontbreken van ondersteunende relaties in het persoonlijke leven. Het gaat dan om persoonlijke relaties met familie, vrienden en bekenden waar mensen in geval van nood op terug kunnen vallen.’ (Erik Schoenmakers)

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaken op micro- ,meso- en macro niveau 

Slide 16 - Tekstslide

Microniveau

  • Microniveau: dit noem je intra-individueel.
  • Deze oorzaken kun je toeschrijven aan de persoon zelf.
  • Dit zijn problemen die te maken hebben met persoonlijkheidskenmerken, zoals het ontbreken van bepaalde sociale vaardigheden, gezondheids- en/of geestelijke problematiek.

Slide 17 - Tekstslide

Mesoniveau
  • Dit noem je interindividueel.
  • Hiermee bedoelen we oorzaken die liggen in het contact met andere mensen. 
  • Bijvoorbeeld: ziekte of overlijden van iemand die dichtbij staat, verlies van contacten door verhuizing of het verbreken van relaties. Ook het afnemen van het cognitieve vermogen waardoor vrienden, kennissen en buren sneller geneigd zijn om contact te mijden, valt hieronder.

Slide 18 - Tekstslide

Macroniveau
  • Hiermee bedoelen we maatschappelijke oorzaken.
  • De maatschappij is veranderd. Het hebben van werk of niet, het afnemen van de buurtfunctie en de sociale controle, het verdwijnen van sociale voorzieningen hebben allemaal invloed op het ontstaan van eenzaamheid en sociaal isolement.

Slide 19 - Tekstslide

Eenzaamheid

  • Subjectief: een gevoel
  • Per definitie onprettig
  • Kan specifieke relaties betreffen
  • Kwantiteit en kwaliteit van relaties in een ruime zin
Sociaal isolement

  • Objectief: Meetbaar
  • Kan ook als prettig worden ervaren
  • Relaties zijn onderling uitwisselbaar
  • Kwaliteitsnorm: ondersteunend

Slide 20 - Tekstslide

Recht op maatschappelijke participatie

Slide 21 - Tekstslide

Maatschappelijke participatie
  • Het participeren in maatschappelijke activiteiten op gebieden als religie, politiek, hobby’s, cultuur, sport en recreatieve activiteiten. 
  • In Nederland komt bijvoorbeeld 94% van de algemene bevolking dagelijks buitenhuis en ontmoet 90% regelmatig vrienden, maar dit is respectievelijk 46% en 59% voor mensen met een verstandelijke beperking. 

Slide 22 - Tekstslide

Het recht op maatschappelijke participatie
  • In het Verdrag van de Verenigde Naties over de rechtenvan mensen met een beperking (UN, 2006) en in de Nederlandse wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) staat het recht van mensen met een beperking om te participeren beschreven. 
  • Hoewel mensen met een VB dus wel het recht hebben op volledige participatie in de maatschappij, blijkt dat zij een lagere mate van participatie hebben als het gaat om interpersoonlijke participatie en maatschappelijke en sociale activiteiten dan mensen zonder een beperking. 

Slide 23 - Tekstslide

Participatie en een verstandelijke beperking
  • Participatie draagt bij aan kwaliteit van bestaan, sociaal functioneren en de gezondheid van mensen. 
  • Een gebrek aan participatie zorgt voor depressieve symptomen, functionele beperkingen en ziektes. 
  • Mensen met een verstandelijke beperking participeren echter minder dan mensen zonder een beperking. 

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiten
Tipje: Docu over de robot Alice tegen eenzaamheid 
https://www.youtube.com/watch?v=AM69fBlcRKE

Vragen? 

Huiswerk -> Geen huiswerk

Volgende keer (19 mei)-> Kwetsbare groepen

Slide 25 - Tekstslide