Je krijgt kaartjes.
Op deze kaartjes ga je de woorden van woordenlijst B schrijven.
Op de voorkant het Duitse woord,
op de achterkant het Nederlandse woord.
Per kaartje 1 woord.
Schrijf ook het lidwoord erbij!!!
Als je klaar bent ga je oefenen, je legt de kaartjes neer met de Nederlandse vertaling bovenop. Weet je het Duitse woord? Dan mag het kaartje op een andere stapel, weet je het niet dan komt het kaartje weer onderop.
Je oefent tot je alle kaartjes op een ander stapel hebt liggen.
Op deze manier ga je Wörterliste B leren voor volgende week.