3. Verkeer en natuur in Nederland en Duitsland

M
Mobiliteit en verkeer is het zelfde? 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M
Mobiliteit en verkeer is het zelfde? 

Slide 1 - Tekstslide

Verkeer en natuur in Nederland en Duitsland

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt beschrijven hoe steden en dorpen in Nederland en Duitsland vanaf 1950 zijn
veranderd wat betreft verkeer, recreatie en natuur.
• Je kunt steden en dorpen in Nederland en Duitsland vergelijken en de verschillen en
overeenkomsten verklaren.

Slide 3 - Tekstslide

Bijna dezelfde ontwikkeling 
Alleen Oost-Duitsland wijkt af. 

Slide 4 - Tekstslide

Verkeer 
Mobilteit 
De mogelijkheid die mensen hebben om afstanden af te leggen. 
Alle verplaatsingen waarbij goederen of personen worden vervoerd

Slide 5 - Sleepvraag

Verkeer sinds 1950
Sinds 1950 nemen steeds meer mensen deel aan het verkeer. Want de mobiliteit is toegenomen. 
Oorzaak: mensen wonen vaker in een andere plaats dan waar ze werken. 
Dit noemen we? 

Kun je de lijn van Oost-Duitsland hierin tekeken? 
Mobiliteit is toegenomen vanaf welk jaartal?  

Slide 6 - Tekstslide

Negatief gevolg 

Heel veel auto's en heel veel vrachtwagens zorgen voor congestie!


Negatief gevolg 

Dit gaat ten koste van de bereikbaarheid. 


Oplossing? 
Infrastructuur uitbreiden!

Congestie = 

Slide 7 - Tekstslide

Oost-Duitland
Tot 1998 liep het autobezit en de infrastructuur achter. Kan je dit verklaren? 

Slide 8 - Tekstslide

Recreatie sinds 1950 
Door de welvaart en het feit dat we meer vrije tijd hebben gekregen, zijn we meer gaan recreëren. 
Gevolg: toename voorzieningen. 
Amsterdam, kust en natuur heel aantrekkelijk. 
Duitsers blijven meer in eigen land. Steden, bergen aantrekkelijk. 
Aantal uren werken per week

Slide 9 - Tekstslide

Natuur sinds 1950 
Tussen 1950 en 1990 nam aandeel natuur af. 
Kun je een reden bedenken? 

Vanaf 1990 veranderde dit. Eerst ecologische hoofdstructuur, nu noemen we dit Natuurnetwerk Nederland. 

Slide 10 - Tekstslide

Natuur 
In Europa hebben we Natura 2000-gebieden. 
Doel: een Europees netwerk van natuur te creëren. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 12 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de definitie. De mogelijkheden die iemand heeft om afstanden af te leggen.
A
bereikbaarheid
B
congestie
C
forensisme
D
mobiliteit

Slide 13 - Quizvraag

Suburbanisatie en forensisme hebben met elkaar te maken. Welk verband is er tussen deze twee?

Slide 14 - Open vraag

Welke ontwikkeling laat deze bron zien?
A
Toename van congestie
B
Toename van bereikbaarheid
C
Toename van infrastructuur
D
Toename van mobiliteit

Slide 15 - Quizvraag

Vanaf de jaren 60 zie je een groei van het aantal kilometers per auto. Door welke twee verschijnselen wordt deze ontwikkeling veroorzaakt?
A
suburbanisatie
B
toename van recreatie
C
toename van verkeer
D
verstedelijking

Slide 16 - Quizvraag

De mobiliteit is in Nederland sterk gestegen door o.a.
A
de toename van de welvaart en de vrije tijd
B
de re-urbanisatie en de compacte stad
C
de verbetering van het OV

Slide 17 - Quizvraag

Mobiliteit leidt tot...?
A
Stijging welzijn
B
Stijging welvaart
C
Stijging gentrificatie
D
Stijging congestie

Slide 18 - Quizvraag

Forensisme → Congestie → toename bereikbaarheid
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Heen en weer reizen tussen woonplaats en je werk heet:
A
Forensisme
B
Arbeidsmigratie
C
Suburbanisatie
D
Urbanisatie

Slide 20 - Quizvraag

Congestie is als wegen verstopt raken door de verkeersdrukte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Congestie komt vooral voor in het .... van Nederland
A
Noorden
B
Oosten
C
Westen
D
Zuiden

Slide 22 - Quizvraag

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 23 - Tekstslide