AFP periode 3.1 nieren

AFP lesweek 3.2
Inhoud les:
- Lesplanning 
- Toetsen
- Start nieuw hoofdstuk: het urinewegstelsel
- 7.1 het urinewegstelsel
- 7.2 urine 
- 7.3 urineweginfecties

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

AFP lesweek 3.2
Inhoud les:
- Lesplanning 
- Toetsen
- Start nieuw hoofdstuk: het urinewegstelsel
- 7.1 het urinewegstelsel
- 7.2 urine 
- 7.3 urineweginfecties

Slide 1 - Tekstslide

7.1 Het urinewegstelsel 
- 2 nieren 
- 2 urineleiders (vervoer)
- blaas (opslag)
- urinebuis 
(urine verlaat het lichaam)

Slide 2 - Tekstslide

De nieren (renes)
Ligging:
- achterwand buikholte
bloedvoorziening:
nierslagader: zuurstofrijk , ongezuiverd bloed 
nierader: zuurstof arm en gezuiverd bloed 

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel nieren heeft een mens
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Bescherming nieren 
Door een dikke vetlaag: steunvet: niervet
* ondersteunen 
* beschermt tegen schokken en stoten 
om niervet - laag bindweefsel (fascia renalis) houdt nieren op de plaats 

Slide 6 - Tekstslide

bouw van de nier 
- nierkapsel 
- nierschors 
- niermerg 
- nierbekken 

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van de nieren (fijn)
nefron= filterinstallatie ( wel miljoen !)
nierlichaampje (lichaampje van Malpighi)
- omhulsel en een kluwen piepkleine slagaderlijke bloedvaatjes
nierkapsel (kapsel van bowman)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Overige taken nieren 
- regelen van de vocht- en zoutbalans
- regelen van de bloeddruk 
- vormen van rode bloedcellen
- vitamine  D stofwisseling 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Urineleiders
- Vanuit de nieren loopt de urine door twee urineleiders naar de blaas.
- Dunne buisjes +/- 30 cm lang
- Worden dichtgedrukt bij een volle blaas

Slide 12 - Tekstslide

Urineleiders voeren urine af uit het lichaam
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De blaas
- Opslagplaats voor urine
- Er past 300-600 ml in de blaas
- Als de blaas vol is, rekt de 
blaaswand op
- Signaal naar de hersenen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De juiste volgorde van je uittscheidingsstelsel is:
A
Nieren->Blaas ->Urineleider
B
Nieren->Urineleider ->Blaas
C
Urineleider->Nieren ->Blaas
D
Urineleider->Blaas ->Nieren

Slide 16 - Quizvraag

Urine afvoeren naar de urineblaas
Urine afvoeren uit het lichaam
Urine tijdelijk opslaan
Urine verzamelen
Urine vormen
Urinebuis
Urineleiders
Nierschors
en niermerg
Urineblaas
Nierbekken

Slide 17 - Sleepvraag

Welk onderdeel verzamelt de urine?
A
Urineleiders
B
Urineblaas
C
Nieren
D
Lever

Slide 18 - Quizvraag

Wat weet je van urine?

Slide 19 - Woordweb

7.2 Urine
- per etmaal 180 ml voorurine
- grootste gedeelte gaat terug naar het bloed
- 1,5 liter plas je uit per dag

Hoeveelheid urine is afhankelijk van?

Slide 20 - Tekstslide