Repaso Unidad 4 C2

¡Repasamos!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

¡Repasamos!

Slide 1 - Tekstslide


Ik kan beschrijvingen en gewoontes vertellen in de v.t. 
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 2 - Poll


Ik kan vergelijkingen maken in het Spaans. 
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 3 - Poll


Ik kan de werkwoorden vervoegen in de imperfecto. 
1 (NO0
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO0

Slide 4 - Poll


Ik weet wanneer ik de imperfecto kan gebruiken. 
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 5 - Poll


Ik ken woorden om de school en het onderwijs te beschrijven (woordenlijst unidad 4) . 
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 6 - Poll

Responde en español:
¿Qué hay en tu escuela?

Slide 7 - Open vraag

Responde en español:
¿Qué piensas de las clases de Matemáticas?

Slide 8 - Open vraag

Responde en español:
¿Qué hacías cuando eras pequeño/a?

Slide 9 - Open vraag

Wanneer gebruik je "Pretérito imperfecto" in het Spaans?

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de Pretérito imperfecto van:
estudiar-nosotros

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de Pretérito imperfecto van:
hacer-tú

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de Pretérito imperfecto van:
dormir-vosotros

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de Pretérito imperfecto van:
ser-ella

Slide 14 - Open vraag

Pretérito imperfecto:
Antes.............(comer-yo) demasiado, (estar-yo) un poco gordo.

Slide 15 - Open vraag

Pretérito imperfecto:
De pequeña...................(pintar-ella) muy bien.

Slide 16 - Open vraag

Pretérito imperfecto:
Mi profesor de Matemáticas.................(ser) genial.

Slide 17 - Open vraag

Pretérito imperfecto:
Mi padre...............(leer) todas las noches antes de irse a dormir.

Slide 18 - Open vraag

Pretérito imperfecto:
Carla y yo.....................(ser) las mejores amigas del mundo.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Un coche es más caro que una bicicleta"

Slide 20 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Brasil es más grande que España."

Slide 21 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:

"El Feyenoord es mejor que el Ajax"

Slide 22 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Un avión es más rápido que un tren."

Slide 23 - Open vraag

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:

"Julia is saaier dan Elena."



Slide 24 - Open vraag

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:

"Eva is even oud als Elena"



Slide 25 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Canadá es más grande que España"

Slide 26 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Messi es tan bueno como Cristiano Ronaldo."

Slide 27 - Open vraag

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:

"Julia leest meer dan María."



Slide 28 - Open vraag


Ben je klaar voor de s.o van unidad 4?
1 (No)
2
3
4
5(Sí, por supuesto)

Slide 29 - Poll