Les 6 en 7 Assimilatie en dissimilatie

Les 6 en 7
Nakijken opdrachten diffusie en osmose
Uitleg over assimilatie en dissimilatie 
Opdrachten maken over assimilatie en dissimilatie 
Nakijken opdrachten.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 6 en 7
Nakijken opdrachten diffusie en osmose
Uitleg over assimilatie en dissimilatie 
Opdrachten maken over assimilatie en dissimilatie 
Nakijken opdrachten.

Slide 1 - Tekstslide

Als iemand deodorant in de klas spuit, ruik je dit eerst heel erg, maar naar verloop van tijd verdwijnt de geur. Hoe komt dit?

Slide 2 - Open vraag

In de bloedvaten bij je longen zit bloed waar 8 procent zuurstof in zit. In de lucht zit 21 procent zuurstof. Gaat het zuurstof in dit geval naar de bloedvaten toe, of gaat het uit je bloedvaten?
A
Naar je bloedvaten toe
B
Uit je bloedvaten

Slide 3 - Quizvraag

Een plant behoudt zijn vorm door een hoge waterdruk in de cellen te hebben. Moet de concentratie suikers en zouten binnen de cel hoger zijn om deze druk te behouden, of buiten de cel?
A
Concentratie binnen de cel moet hoger zijn
B
Concentratie buiten de cel moet hoger zijn

Slide 4 - Quizvraag

Deze les
Vandaag gaan we leren:
Wat assimilatie en dissimilatie is. 
Wat voorbeelden van assimilatie en dissimilatie zijn, en hier reactievergelijkingen bij maken. 
Hoe assimilatie en dissimilatie elkaar afwisselen. 

Slide 5 - Tekstslide

Assimilatie
Assimilatie is een ander woord voor bouwen. Het proces van assimilatie in de cellen betekend dus dat er stoffen worden gebouwd. 
In de menselijke cel gebeurd dit vooral wanneer er eiwitten worden gemaakt; er worden steeds deeltjes (aminozuren) achter elkaar geplakt, totdat het een eiwit vormt.

Slide 6 - Tekstslide

Fotosynthese
Een ander (en heel belangrijk) voorbeeld van assimilatie is fotosynthese. Hierbij wordt water en koolstofdioxide gebruikt om suiker (glucose) en zuurstof te maken. Dit kunnen alleen planten, en een aantal bacteriën doen, maar is noodzakelijk voor het dierlijk leven.

Slide 7 - Tekstslide

Reactievergelijking fotosynthese

Slide 8 - Tekstslide

Dissimilatie
Dissimilatie is het tegenovergestelde van assimilatie: dissimilatie betekend namelijk het afbreken van stoffen. 
Het afbreken van stoffen gebeurd in de mens vaak omdat er bij het afbreken van sommige stoffen energie vrijkomt. Daarnaast worden stoffen afgebroken omdat die stof niet meer nodig is, en die ''steentjes'' bij de assimilatie van andere stoffen gebruikt kan worden. 

Slide 9 - Tekstslide

Verbranding
Bij de dissimilatie van bepaalde stoffen komt energie vrij, dit word verbranding genoemd. Hierbij word de brandstof (glucose) afgebroken doormiddel van zuurstof. Dit is ook essentieel voor het leven, omdat die energie nodig is om ons in leven te houden. 

Slide 10 - Tekstslide

Reactievergelijking verbranding glucose

Slide 11 - Tekstslide

Balans
De stoffen die worden gebruikt bij verbranding worden gemaakt bij fotosynthese, en andersom. Daarom is het belangrijk dat deze twee processen in balans zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Opdrachten van paragraaf 3.3 maken.

Slide 13 - Tekstslide