TL-2: Herhalingsles H9 (belangrijk)

Hoofdstuk 9: Gezondheid
Herhalingsles (belangrijk)
Gezondheid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9: Gezondheid
Herhalingsles (belangrijk)
Gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotsmiddel (alcohol, drugs, sigaretten en suiker)
Een middel waar je een lekker gevoel van krijgt

genotsmiddelen zijn (1) slecht voor je gezondheid en (2) verslavend

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 manieren van afhankelijkheid
  • Lichamelijk afhankelijk
    (stoppen = lichamelijke klachten)

  • Geestelijk afhankelijk
    (denkt constant aan middel)

  • Sociaal afhankelijk
    (mist contact met andere gebruikers)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadelijke stoffen roken
Nicotine - verslavende stof en vernauwt bloedvaten

Koolstofmonoxide - neemt de plaats van zuurstof in je bloed in, waardoor je cellen minder zuurstof krijgen. Je wordt hierdoor sneller moe.

Teer - beschadigt trilhaartjes in de luchtwegen, maakt longblaasjes kapot (longemfyseem) en verhoogt de kans op longkanker.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom je sneller moe  bent en buiten adem als je rookt? 
  1. Je ademt minder zuurstof in (wordt door koolstof monoxide ingenomen)
  2. Je cellen hebben zuurstof nodig om te verbranden en dat gebeurt dan minder

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten drugs
  • Verdovende middelen - Laten je hersenen trager werken, versuffend. Verminderen pijn, angst. Voorbeeld: alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj, wiet.

  • Stimulerende middelen - Laten je hersenen sneller werken. Voorbeelden: nicotine, cafeïne, cocaïne, speed, xtc.

  • Bewustzijn veranderende middelen - Laten je hersenen anders werken. De werkelijkheid beleef je anders. Paddo's , lsd, lachgas, hasj en wiet



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwennings-
verschijnselen
Je begint te zweten
Je begint te trillen
Je kunt koorts krijgen
Je kunt misselijk worden
Je kunt hoofdpijn krijgen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Op papier 9.1
Tip: roken, alcohol en drugs

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suikerziekte/Diabetes

Zelf geen homeostase handhaven
  1. Avleesklier
  2. Lever

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 141

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 141

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Op papier 9.2
Tip: homeostase = dynamisch evenwicht in lichaam (constant houden)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De huid

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe blijf je op temperatuur?
Afkoelen:
- Bloedvaatjes worden wijder
- Zweten

Opwarmen
- Bloedvaatjes worden nauwer
- Rillen
- Kippenvel (haren omhoog)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te veel zon
UV-straling
Kankerverwekkend

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes
Bloedstolling
  1. Bloedplaatjes knappen open
  2. Eiwit komt vrij dat fibrinogeen omzet tot fibrinedraden
  3. In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen plakken

Slide 17 - Tekstslide

Stollingseiwit, zet fibrinogeen om tot fibrinedraden
Maken
Op papier 9.3
Tip: fibrinedraden, fibrinogeen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antistoffen
Bepaalde type witte bloedcellen maken antistoffen.
Elke antistof is uniek voor één antigeen.





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Op papier 9.4
Tip: immuun

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies