Trede 04 - Transport van het bloed in het lichaam

Trede 04 - Transport van het bloed in het lichaam
1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide
WetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zit 65 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 8 video.

Onderdelen in deze les

Trede 04 - Transport van het bloed in het lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De leerlingen kunnen de belangrijkste organen van het transportstelsel in het menselijk lichaam lokaliseren en benoemen.
  • De leerlingen kunnen de werking en de functie van het transportstelsel uitleggen, in functie van stofuitwisseling, stofomzetting en energieomzetting.
  • uitleggen wat de belangrijkste functie is van elke bloedcel.
  • de belangrijkste bestanddelen van bloedplasma opsommen.
  • uitleggen hoe bloed wordt ingedeeld op basis van bloedgroepen.

Slide 2 - Tekstslide

Het transportstelsel bestaat uit:

- het hart
- de slagaders
- de aders
- de haarvaten (!)

Hierdoor stroomt het bloed.

Kleur van bloedvaten is niet realistisch, kleuren op tekening of model geven zuurstofarm (blauw) en zuurstofrijk (rood) bloed aan

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stofuitwisseling

Slide 5 - Tekstslide

Het transportstelsel verbindt 
alle andere orgaanstelsels in ons lichaam!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Het bloed

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Het bloed

Slide 12 - Tekstslide

bloed
bloed is de vloeistof in ons lichaam.
we hebben ongeveer 5 a 6 liter bloed.
Belangrijkste transportfunctie: zuurstof verspreiden door het lichaam

Slide 13 - Tekstslide

Bloed heeft 3 functies:

- transport van stoffen

- lichaamstemperatuur

- bescherming (wonden en ziekteverwekkers)

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdfunctie

Transporteren van stoffen doorheen het lichaam.

Slide 15 - Tekstslide

samenstelling bloed
Samenstelling van het bloed

Slide 16 - Tekstslide

Samenstelling van bloed

  • bloed bestaat 55% uit bloedplasma.

Slide 17 - Tekstslide

       Bloedplasma
Vervoert:


  • Voedingstoffen
  • Afvalstoffen
  • Zuurstof 
  • Fibrinogeen

Slide 18 - Tekstslide

Welke van deze 'onderdelen' van bloed hoort bij de VASTE bestanddelen?
A
Water
B
Bloedplaatjes
C
Plasma-eiwitten
D
Opgeloste stoffen

Slide 19 - Quizvraag

Rode bloedcellen( geen celkern)
Hemoglobine

Slide 20 - Tekstslide

Rode bloedcellen hebben celkernen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van rode bloedcellen?
A
Koolstofdioxide vervoeren
B
Zuurstof vervoeren
C
Ziekteverwekkers bestrijden
D
Bloedstolling

Slide 22 - Quizvraag

Witte bloedcellen

Slide 23 - Tekstslide

Bloedplaatjes
  • zorgen voor stollen bloed.
  • geen celkern
  • stukjes van cellen

Slide 24 - Tekstslide

Fibrinogeen- Fibrine
  • Wond...
  • Bloedstolling: kleverig propje van
    bloedplaatjes
  • De stof Fibrinogeen
    (uit bloedplasma) 
    wordt omgezet in fibrine
  • Fibrine vormt netwerk van draden
    op de wond 

Slide 25 - Tekstslide

nr 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water

Slide 26 - Sleepvraag

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

De bloedsomloop

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

De weg van het bloed door het lichaam

Slide 32 - Tekstslide

Bij de grote bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar...
A
longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 33 - Quizvraag

Waarom spreken we bij zoogdieren over een dubbele bloedsomloop?
A
Het bloed stroomt 2x per cyclus door het hart.
B
Er is zuurstofrijk en zuurstofarm bloed.

Slide 34 - Quizvraag

Bij de kleine bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar..
A
de longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 35 - Quizvraag

De bloedvaten

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Het bloedvatenstelsel
Bestaat uit:

- Slagaders
- Aders
- Haarvaten

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slagader
Functie: bloed weg van het hart naar de organen brengen
  
Aanpassing: dikke wand, want bloed wordt er krachtig en schoksgewijs door gepompt

Slide 40 - Tekstslide

Ader
Functie: bloed van de organen terugvoeren naar het hart

Aanpassing: er zitten kleppen in de aders om te verhinderen dat het bloed kan terugstromen want de druk is veel lager dan in de slagaders

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Haarvat
Dunne bloedvaten in alle delen van het lichaam.
  
Functie: 
Hier gebeurt de stofuitwisseling.
We vinden ze terug in de organen.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Het grootste deel van het bloedsomloopstelsel bestaat uit het netwerk van haarvaten

Slide 45 - Tekstslide

Welk type bloedvat is dit?
A
ader
B
slagader
C
haarvat
D
bloedvat

Slide 46 - Quizvraag

Welk type bloedvat is dit?
A
ader
B
slagader
C
haarvat
D
bloedvat

Slide 47 - Quizvraag

Welk type bloedvat is dit?
A
ader
B
slagader
C
haarvat
D
bloedvat

Slide 48 - Quizvraag

Het hart

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Het hart
Functie: bloed door de bloedvaten pompen.

Het hart is een spier die bloed rondpompt doorheen het lichaam.

Het hart bestaat uit 2 boezems en 2 kamers. 

Hiertussen zijn kleppen aanwezig om te voorkomen dat het bloed terugstroomt. 
 

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

De hartslag

Slide 53 - Tekstslide

Werking van het Hart
Hartslag -> Hartspier trekt samen

Geluid ->  Dichtslaan van kleppen 

Slide 54 - Tekstslide

3 fasen
  1. Samentrekken van de boezems

  1. Samentrekken van de kamers

  1. Hartpauze

Slide 55 - Tekstslide

De hartslag 

Slide 56 - Tekstslide

Hartslag

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Video

Hartslag

Slide 59 - Tekstslide

De hartslag voelen

Slide 60 - Tekstslide

Hartslag
  • Waar kan je de hartslag voelen? 

Slide 61 - Tekstslide

Polsslag meten
timer
0:30

Slide 62 - Tekstslide

Hartslag meten

Slide 63 - Tekstslide

Even oefenen...

Slide 64 - Tekstslide

 Wist je dat: 

- Je hartritme verandert als je muziek luistert?
- Je hart gezonder is als je gelukkig bent? 
- Een vrouwenhart gemiddeld net iets sneller klopt (78 keer/ minuut) dan dat van een man (70 keer/minuut)?
- Een hart per dag wel 100 000 keer klopt? (in een gemiddeld leven betekent dat zo’n 2,5 miljard keer)
- bij elke hartslag zoveel druk gecreëerd wordt dat het bloed wel 
9 m de lucht in kan spuiten?

Slide 65 - Tekstslide