Herhaling H2

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de stofeigenschappen naar het juiste vak
Stofeigen-schappen
Geen stofeigen-schappen
Geur
kleur
hoeveelheid
massa
dikte
brandbaarheid
smaak
vorm
fase

Slide 5 - Sleepvraag

Een mengsel bestaat uit
twee of meer stoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Stoffen kun je herkennen aan hun stofeigenschappen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In water lossen
alle stoffen op.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag


Stoffen kun je het beste sorteren op....
A
kleur
B
toepassing
C
verpakking
D
smaak

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

stollen
verdampen
smelten
condenseren

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is de naam van de faseovergang van gas naar vloeistof?
A
smelten
B
condenseren
C
verdampen
D
stollen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Het smeltpunt van
alle stoffen is gelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide


Wat is volume?
A
Een ander woord voor inhoud
B
De ruimte die een stof inneemt
C
A en B zijn allebei goed
D
A en B zijn allebei fout

Slide 18 - Quizvraag

Een voorwerp is 10 cm lang,
4 cm breed en 1 cm hoog.
Wat is het volume van het voorwerp?
A
0,4 cm³
B
40 cm
C
4 cm
D
40 cm³

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat bepaal je met de onderdompelmethode?
A
Welke stof het is
B
Volume
C
Massa
D
Dichtheid

Slide 23 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de onderdompelmethode?
A
Volume = eindstand -beginstand
B
Volume = beginstand - eindstand
C
Massa = eindstand - beginstand
D
Massa = beginstand - eindstand

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de dichtheid
van een stof?
A
De massa van één vierkante centimeter van een stof
B
Hoe stevig een stof is.
C
De massa gedeeld door het volume.
D
Hoeveel gram één vierkante centimeter weegt.

Slide 28 - Quizvraag

Een steen heeft een massa van 75 gram.
Het volume van de steen is 25 cm³.
De dichtheid van de steen is dan...
A
50cm3g
B
0,33cm3g
C
3,0cm3g
D
100cm3g

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Sleep het juiste woord in de zin:

Een stof verandert in een andere stof. Dat hoort bij


Een stof verandert van toestand. Dat hoort bij 
natuurkunde
scheikunde

Slide 34 - Sleepvraag

Wat gebeurt er bij
een scheikundige reactie?
A
de stoffen veranderen tijdelijk
B
de stoffen veranderen niet
C
de stoffen veranderen blijvend
D
de fase van de stof verandert

Slide 35 - Quizvraag

Een verbranding is
een chemische reactie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

wat staat er bij een reactieschema links van de pijl?
A
reactieproducten
B
beginstoffen
C
beginproducten
D
reactiestoffen

Slide 37 - Quizvraag

Hoe maak je
een reactieschema?
A
beginstoffen --> reactieproducten
B
stoffen --> reactieproducten
C
reactieproducten --> beginstoffen
D
beginmateriaal --> reactiestoffen

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Sleep de juiste betekenis naar het veiligheidspictogram
Er blijven 2 begrippen over!
irriterend
corrosief
ontvlambaar
oxiderend
giftig
explosief

Slide 44 - Sleepvraag

Slide 45 - Tekstslide

Sleep het voorwerp naar de naam en wat het doet
douche
brandblusser
blusdeken
oogdouche
noodknop
brandende kleding
brand blussen
alle elektriciteit/
gas direct uit
gevaarlijke stof in oog

bijtende stof op lichaam

Slide 46 - Sleepvraag

Slide 47 - Tekstslide