SE3 Groene Chemie_V6

H14 Groene Chemie
Hoe bereken je welk proces "groener" is?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H14 Groene Chemie
Hoe bereken je welk proces "groener" is?

Slide 1 - Tekstslide

Rendement
Bij een reactie wordt niet altijd 100% van de beginstof omgezet in reactieproduct. Dit kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld:
- er stelt zich een evenwicht in
- er zijn ongewenste nevenreacties
- de beginstof is niet zuiver

Slide 2 - Tekstslide

rendement berekenen
Om te berekenen hoeveel % van de beginstof daadwerkelijk is omgezet in gewenst reactieproduct, gebruik je de volgende formule:
rendement =  werkelijke opbrengst / theoretische opbrengst x 100%
(dus: wat je echt hebt gekregen gedeeld door wat je maximaal had kunnen krijgen als wel alles was omgezet)

Slide 3 - Tekstslide

stappenplan
  1. Geef de reactievergelijking
  2. Bereken met de gegeven hoeveelheid beginstof hoeveel reactieproduct hiermee maximaal kan ontstaan
  3. Kijk in de opgave hoeveel reactieproduct er werkelijk is ontstaan (dit is gegeven)
  4. Bereken het rendement 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bij de additie van water aan 1,0 kg propeen ontstaat 0,80 kg propaan-1-ol.
Bereken het rendement

Slide 6 - Open vraag

Atoomeconomie
Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen tot moleculen van nieuwe stoffen. Voor een duurzaam proces is het de bedoeling dat zoveel mogelijk atomen van de beginstoffen gebruikt worden voor het gewenste reactieproduct. Je wilt zo min mogelijk atomen "verliezen" aan restproducten (afval).

Slide 7 - Tekstslide

atoomeconomie berekenen
De formule om de atoomeconomie te berekenen vind je in 
Binas 37H en op blz 175 in je boek

In het volgende filmpje wordt uitgelegd hoe je de atoomeconomie berekend.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

E-factor
De Environmental factor, kortweg E-factor, is een maat voor de hoeveelheid afval die bij een proces ontstaat en daarmee ook heel geschikt om te vergelijken hoe groen processen zijn.
De hoeveelheid afval is afhankelijk van:
1. hoeveel atomen uit de beginstof terechtkomen in het reactieproduct (atoomeconomie)
2. hoe efficiënt het proces verloopt (rendement)

Slide 10 - Tekstslide

E-factor berekenen
In Binas 37H vind je de formule om de E-factor te berekenen:
E-factor =(massa beginstof-massa gerealiseerd product)
                               massa gerealiseerd product
In deze berekening worden atoomeconomie én rendement gecombineerd.
In het volgende filmpje wordt uitgelegd hoe je de E-factor kunt uitrekenen met deze formule.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

E-factor en afval
Met de E-factor bepaal je dus hoeveel niet-nuttig product er ontstaat. Voor het gemak wordt dit "afval" genoemd. Maar een proces met een hoge E-factor hoeft niet altijd slecht te zijn voor het milieu. Bij de vorming van esters is het andere reactie-product water. Dit is niet milieu-belastend, maar draagt wel bij aan de E-factor. Voor een groener proces is dus niet alleen de hoogte van de E-factor, maar ook het soort afval belangrijk.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Oefenen
In de studiewijzer op Magister vind je in de map "Voorbereiden SE3" enkele examenopgaven om te oefenen
Op de volgende dia wil ik je ook wijzen op een website waar je veel oefenopgaven met uitwerkingen vindt

Slide 15 - Tekstslide

www.kemia.nl

Slide 16 - Tekstslide