Meervouden op -en, -s, -n

Startopdracht
Vul de juiste spelling van de werkwoorden in

Hij heeft op het feest ..... (dansen).
Gisteren ........ (beleven) hij een geweldig moment. 
Hassan ...... (worden) later monteur. 
Hij is morgen jarig en ....... (trakteren) dan op snoep. 
Vorige week ..... (verven) de meisjes het hek. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Vul de juiste spelling van de werkwoorden in

Hij heeft op het feest ..... (dansen).
Gisteren ........ (beleven) hij een geweldig moment. 
Hassan ...... (worden) later monteur. 
Hij is morgen jarig en ....... (trakteren) dan op snoep. 
Vorige week ..... (verven) de meisjes het hek. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan meervouden van zelfstandige naamwoorden goed spellen

Slide 2 - Tekstslide

Meervoud van ZN
Soms moet je daarbij nog iets veranderen:
1) s wordt z                                             huis > huizen
2) f wordt v                                             brief > brieven
3) een letter toevoegen                   tak > takken
4) een letter verwijderen                haak > haken

Slide 3 - Tekstslide

Meervoud van ZN
UITZONDERINGEN   F

fotograaf  -->  fotografen
paragraaf  -->  paragrafen
filosoof  -->  filosofen

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud van ZN
UITZONDERINGEN   dubbele letters

monnik  -->  monniken
perzik  -->  perziken
havik -->  haviken
bangerik  -->  bangeriken
flauwerik  -->  flauweriken

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud van ZN
Wanneer     'S
Als de laatste letter A, O, I, U, Y is
LET OP: deze letter moet wel zijn eigen klank hebben

radio  -->  radio's
baby  -->  baby's
maar:   milieu  -->  milieus (want de klank is een EU en geen U)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is het meervoud van framboos?
A
framboosen
B
frambozen
C
framboozen
D
frambooses

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van opa?
A
opas
B
opa's
C
opaas

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van dvd?
A
dvds
B
dvd'en
C
dvd's
D
dvden

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineum
B
alineas
C
alineaën
D
alinea's

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van lampje?
A
lampjes
B
lampje's
C
lampjen
D
lampion

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van orchidee?
A
orchidees
B
orchideën
C
orchideeën
D
orchidee's

Slide 13 - Quizvraag

Meervoud podium.
A
podiummen
B
podia
C
podiums

Slide 14 - Quizvraag

Aan het werk
Maak opdracht:
1, 2, 3, 4 
dicteevorm

Slide 15 - Tekstslide