-Kleurstoffen -Conserveermiddelen: langere houdbaarheid
-Antioxidanten : voorkomen verkleuren
-Emulgatoren: zorgen dat stoffen gemengd kunnen worden (eigeel)
-Stabilisatoren: eigenschappen product gaan niet
verloren (slagroom niet inzakt)
-Verdikkingsmiddelen: product wordt dikker
-Geleermiddelen: steviger worden (gel)
Zuurteregelaars - Zuurteregelaars zorgen ervoor dat een product niet te zuur wordt. Een voorbeeld van een zuurteregelaar is citroenzuur.
Antiklontermiddel - Antiklontermiddelen zorgen ervoor dat er geen klonten in pakjes poeder voor sauzen of soepen komt.
Rijsmiddel - Rijsmiddelen voeg je toe om het deeg te laten rijzen. Het deeg wordt dan luchtigere zet uit.
Smaakversterkers - Smaakversterkers zorgen ervoor dat de smaak van andere stoffen ook geproefd kan worden. Zout is een voorbeeld van een smaakversterker.
Zoetstoffen - Zoetstoffen zorgen ervoor dat het product naar suiker smaakt alleen geen calorieën bevat.
Verpakkingsgassen - Bij het verpakken van producten worden verpakkingsgassen toegevoegd. Deze gassen vervangen de zuurstof in de verpakking, hierdoor blijft het product langer houdbaar. Een verpakkingsgas werkt eigenlijk hetzelfde als een antioxidant.