THP 3 Intensiteitskeuze

Huidverbetering
14 De intensiteitskeuze
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Huidverbetering
14 De intensiteitskeuze

Slide 1 - Tekstslide

Vegetatieve functies
Je lichaam moet kunnen reageren op stressoren (prikkels)
je komt dan in de alarmfase
vervolgens pas je je aan aan de prikkel en kom je in de rust- en herstelfase of in de uitputtingsfase

Slide 2 - Tekstslide

Alarmfase
Lichaam raakt in een zeer waakzame toestand
Je kunt beter keuzes maken, je hebt een betere waarneming met zintuigen en een verhoogde spierspanning

Hierdoor kun je vechten, vluchten of bevriezen

Slide 3 - Tekstslide

Aanpassingsfase
Aanpassen aan nieuwe situatie
Energie gaat naar aanpassing

Slide 4 - Tekstslide

Rust- en herstelfase
Er is rust en lichaam komt in herstelfase
Het sympatisch zenuwstelsel is aan het werk, zodat de weefsels kunnen herstellen en er vertering van voedsel plaatsvindt

Slide 5 - Tekstslide

Uitputtingsfase
De gekozen aanpassing werkt niet 
Er ontstaat opnieuw een alarmfase
Kost extra energie waardoor uitputting ontstaat

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van selectiviteit?
A
De snelheid waarmee men kan schakelen tussen alarmfase, rust en herstelfase
B
De roodheid in de huid
C
De gevoeligheid
D
Niks

Slide 13 - Quizvraag

Wat neem je visueel waar tijdens een segmentaal onderzoek?
A
Weerstand van het weefsel
B
Oppakbaarheid van het weefsel
C
Reactiviteit van het weefsel
D
Temperatuur van het weefsel

Slide 14 - Quizvraag

Bij een lage selectiviteit van het weefsel masseer je met een ....
A
Lage intensiteit
B
Hoge intensiteit

Slide 15 - Quizvraag

Bij een lage selectiviteit masseer je met lichte aanrakingen. Welke vezel wordt hier gestimuleerd?
A
Gemyeliniseerde vezel
B
Ongemyeliniseerde vezel

Slide 16 - Quizvraag