College 7 H11 Specifieke vegetatieve functies

Specifieke vegetatieve functies
Hoofdstuk 11
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
huidverbeteringMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Specifieke vegetatieve functies
Hoofdstuk 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatieve functies
Je lichaam moet kunnen reageren op stressoren (prikkels)
je komt dan in de alarmfase
vervolgens pas je je aan aan de prikkel en kom je in de rust- en herstelfase of in de uitputtingsfase

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht (15 min)
Groep 1; Wat gebeurt er in de hersenen bij Stress?
Groep 2: Welke hormonen zijn er betrokken bij Stress? En wat doen deze hormonen?
Groep 3; Wat zijn stress verschijnselen en wat gebeurt er in de alarmfase?
Groep 4; Wat zijn stress verschijnselen en wat gebeurt er in de adaptiefase?
Groep 5; Wat zijn stress verschijnselen en wat gebeurt er in de rust en herstelfase?
Groep 6; Wat is het verschil tussen stress en burn-out?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De informatie delen
Via  de qr op de volgende pagina kunnen jullie per groep de gevonden informatie delen 



 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt dat nou. Stress?
1. Natuurlijke balans interne en externe omgeving (homeostase)
2. Verstoring van de homeostase 
3. Alarm reactie van verstoring (fysiologische processen)
4. Weerstandsfase (verstoring balans herstellen)
5. Fight of flight fase
5. Uitputtingsfase (langdurige verstoring balans) 




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie stadia
  • Alarmreactie (vecht of vlucht)
  • Weerstandsstadium (aanpassingsstadium)
  • Uitputtingsstadium

Slide 7 - Tekstslide

Hans Selye heeft het aanpassingssyndroom geïntroduceerd. Hierbij worden de fysiologische reacties op stress in drie fasen opgedeeld:
- Alarmfase
- Weerstandsfase
- Uitputtingsfase
Alarmfase
In de alarmfase geven de hersenen aan het lichaam een signaal af om zich voor te bereiden op een lichamelijk of geestelijk bedreigende situatie: het hormoon ACTH. Dit hormoon zorgt ervoor dat er adrenaline aan het bloed wordt afgegeven waardoor de hartslag toeneemt, de bloeddruk stijgt en er extra suikers naar de spieren en hersenen gaan. De ademhaling versnelt. Hierdoor wordt de mens in staat gesteld om een zo optimaal mogelijke prestatie te leveren. Er is sprake van toegenomen alertheid en een grote bereidheid om gestelde doelen te behalen.
Weerstandsfase
Na de alarmfase krijgt de persoon in kwestie te maken met de weerstandsfase, een fase die het de mens mogelijk maakt om gedurende langere tijd opdoemende problemen het hoofd te bieden. In deze fase blijft de productie van het hormoon ACTH achterwege, maar blijft de hartslag en bloeddruk hoog en blijven er suikers vervoerd worden naar de spieren en hersenen. De mens boort zijn natuurlijke energiebronnen aan, zou je kunnen zeggen. Dit kan natuurlijk alleen maar goed gaan, wanneer de tijdsperiode waarin dat gebeurt, beperkt is. Onze energiebronnen kunnen vanzelfsprekend niet onbeperkt benut blijven worden.
Uitputtingsfase
Wanneer de opgebouwde spanning in het lichaam blijft, komt de mens in de derde fase terecht, de uitputtingsfase. De reserves raken uitgeput. Kun je de eerste twee fasen nog positief duiden, in deze fase kan dat zeker niet meer. De stress waarvan hier sprake is, is negatief en destructief. Opnieuw wordt het hormoon ACTH geproduceerd. Nu echter heeft het een negatieve uitwerking op het lichaam. De mens krijgt te maken met gevoelens van neerslachtigheid, raakt sneller geïrriteerd, heeft veel meer moeite om zich te concentreren en zijn prestaties nemen af.

Alarmfase
Lichaam raakt in een zeer waakzame toestand
Je kunt beter keuzes maken, je hebt een betere waarneming met zintuigen en een verhoogde spierspanning

Hierdoor kun je vechten, vluchten of bevriezen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alarmfase
Tijdens de alarmfase liggen de functies van het parasympatische stelsel helemaal stil
Als deze fase te lang duurt kan dit tot uitputting en weefselbeschadiging leiden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fight - Flight (Freeze)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vecht - vlucht - freeze reactie.


Wie kent deze reactie? Vertel?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassingsfase / adaptiefase
De gekozen aanpassing werkt of werkt niet 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken adaptiefase
gemotiveerd
uitdagingen zien 
spanning die goed voelt
alert
creatief bij tegenslag
bij vermoeidheid afstand nemen en loslaten
gevoel van controle
assertief

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassingsfase / adaptiefase

Wanneer de aanpassing NIET werkt ontstaat er opnieuw een alarmfase
Kost extra energie waardoor uitputting ontstaat

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rust en herstelfase

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

para sympatisch 
rust - herstel 
  • normale ademhaling
  • zweten stopt
  • spierspanning daalt
  • hartslag daalt
  • voedsel wordt verteerd

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het vegetatieve zenuwstelsel ook genoemd?
A
Onwillekeurig zenuwstelsel
B
Willekeurig zenuwstelsel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij het centrale zenuwstelsel?
A
De hersenen en de hersenzenuwen
B
De hersenzenuwen en de ruggenmergzenuwen
C
Het ruggenmerg en de hersenen
D
Het ruggenmerg en de ruggenmergzenuwen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het vegetatieve zenuwstelsel is hetzelfde als het autonome zenuwstelsel
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel is verantwoordelijk voor
A
Prikkels verwerken
B
Vervoeren van prikkels
C
Bewustwording prikkels
D
Regelen de bloeddruk

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je parasympathische zenuwstelsel meer doet dan je sympatische zenuwstelsel, dan ben je...
A
in rust
B
in actie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies