Wat is filosofie? - inleidende les

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er het eerst
in je op bij filosofie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord 'filosofie'?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Filosofie" is een woord dat letterlijk "liefde voor wijsheid" betekent. Het komt uit het Grieks, waar "philo" staat voor "liefde" en "sophia" voor "wijsheid".

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een filosoof volgens jou?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van
filosofische vragen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van filosofische vragen
  • ze hebben geen eenvoudig/duidelijk antwoord
  • ze gaan over fundamentele zaken
  • ze stimuleren nadenken en discussie
  • ze kunnen over alles gaan
  • ze hebben vaak een logisch of rationeel element

Slide 7 - Tekstslide

Filosofische vragen zijn speciale soorten vragen die verschillen van gewone vragen. Ze gaan meestal over diepere onderwerpen en zijn vaak moeilijker te beantwoorden. Hier zijn enkele kenmerken van filosofische vragen:
1. Ze hebben geen eenvoudig of duidelijk antwoord
Filosofische vragen zijn meestal vragen waarop niet één juist antwoord bestaat. Bijvoorbeeld: "Wat is het doel van het leven?" Verschillende mensen kunnen hier verschillende meningen over hebben, en er is geen eenvoudig of wetenschappelijk bewijs dat het ene antwoord beter maakt dan het andere.
2. Ze gaan over fundamentele zaken
Filosofische vragen gaan vaak over de basis van ons bestaan, ons denken, of de wereld om ons heen. Ze onderzoeken dingen die heel belangrijk zijn, zoals "Wat is rechtvaardigheid?" of "Wat betekent het om een goed mens te zijn?" Deze vragen proberen de kern van dingen te begrijpen, zoals de betekenis van het leven of de natuur van geluk.
3. Ze stimuleren nadenken en discussie
Filosofische vragen zijn bedoeld om mensen aan het denken te zetten. Ze moedigen je aan om verschillende perspectieven te overwegen en je eigen ideeën te vormen. Bijvoorbeeld: "Bestaat er zoiets als absolute waarheid?" is een vraag die je aan het denken zet en die kan leiden tot lange gesprekken en debatten.
4. Ze kunnen over alles gaan
Een filosofische vraag kan over bijna elk onderwerp gaan: ethiek (goed en kwaad), kennis (hoe weten we wat we weten?), werkelijkheid (wat is echt?), of zelfs over schoonheid (wat maakt iets mooi?). Dit maakt filosofische vragen heel breed en veelzijdig.
5. Ze hebben vaak een logisch of rationeel element
Bij filosofische vragen wordt vaak gevraagd om logisch na te denken en goede argumenten te geven voor je antwoord. Je moet nadenken over het "waarom" achter je ideeën en deze kunnen uitleggen. Bijvoorbeeld: "Waarom geloven mensen in een god?" vraagt om redenen en uitleg.
Voorbeeld van filosofische vragen:
• "Wat maakt een persoon echt gelukkig?"
• "Is het eerlijk om te liegen als het voor een goed doel is?"
• "Hoe kunnen we zeker weten dat we bestaan?"
Deze vragen hebben geen eenvoudig antwoord, maar helpen je wel om op een dieper niveau na te denken en je eigen mening te vormen.

Het nut van filosofie!
Waar kun je filosofen tegenkomen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filosofische vragen
  • Kunnen mensen echt vrij zijn, of zijn we altijd beïnvloed door iets anders?
  • Wat maakt een handeling goed of slecht?
  • Is geluk iets wat je kunt vinden, of iets dat je zelf creëert?
  • Wat betekent het om een goed mens te zijn?
  • Heeft alles een reden, of gebeuren sommige dingen zomaar?
  • Is het belangrijker om eerlijk te zijn of om vriendelijk te zijn?
  • Is het rechtvaardig om rijkdom en bezit te verdelen, en zo ja, hoe?
  • Wat is liefde, en waarom voelen mensen het?
  • Kan een computer ooit echt denken of voelen zoals een mens?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke filosofische vraag
spreekt jou het meeste aan?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
We kiezen samen een vraag uit en bereiden dan thuis een antwoord voor, zodat we er over in gesprek kunnen met elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?

Er zijn alleen voorlopige antwoorden op levensvragen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?

Is het 'juist' om vlees te eten?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?

Wat verstaan we onder 'cultuur'?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?
Mag je liegen om een vriend te helpen?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?
Hoeveel gebedshuizen zijn er in Lommel?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing
Levensbeschouwing = visie op het leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden.

Onderscheid tussen: 
* religieuze levensbeschouwingen: centraal = bestaan van één of meer goden en de antwoorden op de vragen die daaruit voortvloeien
(vb. christendom, islam, jodendom...)

* seculiere levensbeschouwingen: centraal = de mens of de maatschappij - het bestaan van goden wordt doorgaans buiten beschouwing gelaten - de verantwoordelijkheid van de mens om zijn eigen leven zin en vorm te geven

 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing vs filosofie
Verschil = RATIO!
Een filosoof zal op de bestaat-Godvraag en andere levensvragen alleen antwoorden op rationele gronden accepteren. Bij levensbeschouwing worden echter ook minder rationele redeneringen geaccepteerd, je argumenten kunnen ook gebaseerd zijn op een gevoel of een (niet bewezen) overtuiging.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie is onderzoek...
- ... naar de wereld
- ... naar jouw wereld

Wat geeft het betekenis?
Wat maakt  het mooi?
Waar komen de moeilijke delen van?
Wat is de aard van jouw realiteit?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie is onderzoek...
- Waarom doe je wat je doet?
- Waarom denk je wat je denkt?
- Waarom voel je wat je voelt?

Wat is het verschil tussen filosofie
en wetenschap (zoals psychologie,
sociologie, biologie...)?

Slide 22 - Tekstslide

Bij wetenschappen wil men dingen onderzoeken om ze te gaan verklaren. Hier gaan we aspecten van menselijke omstandigheden onderzoeken die niet uitgelegd kunnen worden aan de hand van hormonen, neurologie, genetica...

Wetenschap kan worden gedefinieerd als de studie van kennis van de fysieke en de natuurlijke wereld op basis van observatie en experimenten, terwijl filosofie kan worden gedefinieerd als de studie van de fundamentele aard van kennis, realiteit en bestaan.
Wetenschap, als een studie van natuurverschijnselen, is er niet meer dan drie eeuwen, terwijl het aan de filosofie werd overgelaten om alles te verklaren sinds oude beschavingen.
Alles wordt in de filosofie uitgelegd in alledaagse woorden en logica die iedereen met een gemiddelde intelligentie kan begrijpen. Aan de andere kant vereist wetenschappelijke verklaring hulp van concepten en vergelijkingen die een goede uitleg en studie vereisen, en die niet kunnen worden begrepen door iemand die niet tot de wetenschappelijke stroom behoort.
Maar wat is nu eigenlijk filosofie?
- ontstaan bij Oude Grieken -> grote intellectuele beweging rond grote vragen over het leven -> ontwikkelen van filosofieën 


stilaan onderscheid tussen:

'filos'                                                en                    'mythos'
1ste wetenschappers                                        barden (vertelden verhalen)

Slide 23 - Tekstslide

Tegelijkertijd ontwikkelde zich in Asië het Buddhisme en het sanskriet. Er was wereldwijd een grote intellectuele beweging op dat moment.
The big 3  van de Griekse filosofie

  • Socrates
  • Plato
  • Aristoteles

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Socrates
                                        (469-399 v. Chr.)

  • Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
  • Goed en kwaad (Ethiek) - rechtvaardigheid?
  • Socratische manier van vragen stellen
  • Hij moest zelfmoord plegen.

Slide 26 - Tekstslide

Wat houdt de Socratische manier van vragen stellen in?
- Vragen om meer duidelijkheid te krijgen Socrates stelde vragen om een idee of uitspraak beter te begrijpen. Hij vroeg bijvoorbeeld: "Wat bedoel je precies met ‘rechtvaardigheid’?" Dit helpt om vage termen duidelijker te maken en ervoor te zorgen dat iedereen begrijpt waarover er gesproken wordt.

- Doorvragen om aannames te onderzoeken Socrates probeerde de verborgen aannames achter een uitspraak bloot te leggen. Als iemand bijvoorbeeld zegt: "Alle mensen willen gelukkig zijn," zou een Socratische vraag kunnen zijn: "Waarom denk je dat alle mensen gelukkig willen zijn?" Zo ontdek je de ideeën waarop die uitspraak is gebaseerd.

- Het vinden van tegenstrijdigheden Door steeds verder te vragen, probeerde Socrates eventuele tegenstrijdigheden of fouten in iemands denken te onthullen. Als iemand zichzelf tegenspreekt, kan dat erop wijzen dat hun ideeën misschien niet zo logisch of stevig zijn als ze dachten.

- Vragen die nieuwe perspectieven openen Socratische vragen helpen mensen om op een andere manier naar een probleem te kijken. Bijvoorbeeld: "Kunnen we het ook anders zien?" of "Wat zou er gebeuren als we het tegenovergestelde zouden denken?"

- Bevorderen van zelfreflectie De vragen zijn zo ontworpen dat mensen zelf gaan nadenken over hun antwoorden. Het doel is niet om de ander te bekritiseren, maar om hen te helpen zelf hun eigen denkfouten of inconsistenties te ontdekken en nieuwe inzichten te krijgen.
Uitspraken

  • Ik weet slechts één ding: dat ik niets weet. 
  • Onwetendheid is de bron van alle kwaad. 
  • Wijsheid begint met verwondering. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Plato
                             (427-347 v. Chr.)

  • Leerling van Socrates
      Oprichter van de Akademeia 
      (Atheense academie - hoger onderwijs)
  • Bekendste werk: De Staat, over politiek
  • De Grot van Plato
Ideeënleer
In deze periode richtte hij zich steeds meer op de ‘Ideeënleer’, het gedachtegoed dat er van alle dingen in het universum perfecte ‘Vormen’ of ‘Ideeën’ bestaan. Alles wat wij om ons heen zien in de wereld zijn echter slechts ‘afspiegelingen’ van deze ideaalbeelden, waardoor de meeste mensen denken de ‘echte’ Ideeën te kennen, maar dat in werkelijkheid niet doen. Deze perfecte vormen liggen namelijk diep opgeslagen in onze ziel, waardoor ze alleen door filosofen te bestuderen zijn.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grot van Plato

Slide 30 - Tekstslide

De Grot van Plato is een beroemde vergelijking die de Griekse filosoof Plato gebruikte om uit te leggen hoe mensen de wereld begrijpen en wat kennis betekent. Het is een soort verhaal dat je helpt nadenken over wat echt is en wat alleen maar schijn is.

Wat is het verhaal van de Grot van Plato?
Stel je voor dat er een groep mensen al hun hele leven vastgebonden in een donkere grot zit. Ze kunnen alleen maar naar de muur voor zich kijken en kunnen hun hoofd niet draaien. Achter hen brandt een vuur, en tussen het vuur en de gevangenen door lopen andere mensen die dingen dragen, zoals voorwerpen of poppen. Deze voorwerpen werpen schaduwen op de muur waar de gevangenen naar kijken.

Omdat de gevangenen alleen de schaduwen zien en niets anders kennen, denken ze dat deze schaduwen de echte wereld zijn. Ze weten niet dat er mensen achter hen zijn die de voorwerpen vasthouden, en dat deze schaduwen alleen maar afbeeldingen zijn van echte dingen.

Op een dag wordt één van de gevangenen bevrijd en mag hij uit de grot naar buiten. In het begin doet het licht van de zon pijn aan zijn ogen en is hij verblind. Maar langzaamaan begint hij te wennen aan het licht en ziet hij de echte wereld met bomen, rivieren, dieren, en mensen. Hij begrijpt nu dat wat hij in de grot zag, slechts schaduwen waren van de echte dingen.

Wanneer hij teruggaat naar de grot om de andere gevangenen te vertellen wat hij heeft gezien, geloven ze hem niet. Ze denken dat hij gek is geworden, omdat zij alleen de schaduwen kennen en niet de echte wereld.

Wat betekent de Grot van Plato?
De Grot van Plato is een vergelijking om uit te leggen hoe mensen de wereld zien en begrijpen:

De gevangenen: Staan voor mensen die alleen maar schijn of oppervlakkige dingen zien, en niet de dieperliggende waarheid of realiteit.
De schaduwen op de muur: Vertegenwoordigen wat we vaak als "waar" beschouwen, maar wat in werkelijkheid slechts een beperkte, oppervlakkige weergave van de echte wereld is.
De persoon die de grot verlaat: Stelt iemand voor die meer kennis heeft verworven, die inzicht heeft gekregen in de ware aard van de dingen.
Het licht en de echte wereld buiten de grot: Symboliseren de waarheid, kennis, en wijsheid. Het is moeilijk om hier direct naar te kijken, maar uiteindelijk geeft het een beter begrip van de werkelijkheid.
Waarom is de Grot van Plato belangrijk?
Dit verhaal helpt ons nadenken over onze eigen overtuigingen en kennis. Plato wil duidelijk maken dat we vaak tevreden zijn met een oppervlakkig begrip van de dingen, maar dat er een diepere waarheid is die moeilijk te ontdekken is.

Hij moedigt ons aan om kritisch na te denken en om onze aannames te onderzoeken, in plaats van alles zomaar te geloven. Het verhaal van de grot daagt ons uit om te zoeken naar echte kennis en wijsheid, zelfs als dat soms ongemakkelijk of moeilijk is.

Kortom, de Grot van Plato laat zien dat wat we als de "realiteit" beschouwen, vaak beperkt en onvolledig is, en dat het belangrijk is om verder te kijken dan wat op het eerste gezicht duidelijk lijkt.

Aristoteles

384-322 v. Chr.

  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige
  • Mens is sociaal wezen kan alleen in een polis-gemeenschap volmaaktheid vinden
  • Leraar Alexander de Grote

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Homo universalis
Hij was bekwaam in filosofie,
psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en
natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater...

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Privéleraar
  • werd hij in ca. 342 v.Chr.  van de toen veertienjarige Alexander, later beter bekend als 'Alexander de Grote' (tot ca. 340 v.Chr.).

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
Grootste streven = Gelukkig zijn!

Opgroeien tot een volwassen persoon die streeft naar geluk, goed of deugdelijk handelen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

God is de onbewogen beweger.
De uiteindelijke oorzaak van alle zijn en van alle worden.

De ziel is geestelijk en blijft na de dood voortbestaan.



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een filosoof houdt zich bezig met:
A
De wereld om zich heen onderzoeken
B
Vragen stellen
C
Zoeken naar wijsheid
D
Alle terreinen van de wetenschap

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
De filosofen zochten antwoord door zelf na te denken en niet de antwoorden bij de goden en mythologie te zoeken.

A
goed
B
fout

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
A
Goed
B
Fout

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van filosofen?
A
Plato-Aristoteles-Socrates
B
Aristoteles-Plato-Socrates
C
Socrates-Plato-Aristoteles
D
Socrates-Aristoteles-Plato

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd Socrates ook wel 'de horzel' genoemd?
A
Hij bleef vasthoudend bij het bestoken met vragen
B
Hij was een gerespecteerd bioloog
C
Door zijn fascinatie voor bijen en insecten
D
Hij maakte vaak een zoemend geluid

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je Aristoteles de eerste echte 'homo universalis' (universeel mens) kunnen noemen?
A
Hij dacht na over het universum
B
Hij kon met iedereen goed opschieten
C
Hij leverde een bijdrage aan zeer veel disciplines
D
Door het nadenken over Ethiek

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Socrates stelde vooral vragen die gingen over....?
A
Goed en kwaad
B
Aristocratie
C
Gifbekers
D
Liefde

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De geschiedenis van de filosofie...

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie kent vele takken...

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie kent vele takken...
  • filosofische antropologie: één van de oudste manieren om het wezen van de mens te beschrijven, is de mens van het dier te onderscheiden
  • theologie
  • metafysica: de tak van de filosofie die verantwoordelijk is voor de bestudering van het bestaan
  • epistemologie: de studie van de methode van kennisverwerving.
  • ethiek: de studietak die zich bezighoudt met wat de juiste handelwijze voor de mens is
  • esthetiek: de studie van de schoonheid en kunst
  • filosofie van de logica: de studie van de principes van de logica
  • wetenschapsfilosofie: de studie van de wetenschap en de wetenschappelijke methode
  • politieke filosofie: de studie van de politiek en de politieke systemen
  • taalfilosofie: de studie van de aard van taal en de relatie tussen taal en de werkelijkheid
  • ...

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie anno 2024...
  • Milieufilosofie: filosofen blijven nadenken over ethische kwesties met betrekking tot het milieu, duurzaamheid en onze morele verplichtingen ten opzichte van de natuurlijke wereld.
  • Ethiek van kunstmatige intelligentie: met de opkomst van AI en machine learning worden er veel ethische vragen gesteld over kwesties zoals autonomie van AI, verantwoordelijkheid voor AI-beslissingen en de impact van AI op de samenleving.
  • Bio-ethiek: ethische kwesties in de geneeskunde en de biowetenschappen, zoals genetische modificatie, stamcelonderzoek en gezondheidszorgverdeling zijn voortdurend onderwerp van discussie.
  • Filosofie van de geest: onderwerpen zoals bewustzijn, kunstmatige intelligentie, mentale stoornissen en de aard van subjectieve ervaring blijven intrigeren in de filosofie van de geest.
  • Feministische filosofie: gendergelijkheid, seksualiteit en intersectionaliteit, en hoe deze concepten van invloed zijn op filosofische en maatschappelijke kwesties.
  • Postkoloniale filosofie: deze tak van de filosofie richt zich op de erfenis van kolonialisme, macht, en culturele representatie, en hoe deze kwesties de filosofie en de bredere samenleving beïnvloeden.






Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de besproken takken zou je graag tijdens deze lessen bespreken?

Slide 50 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies