Les 2: herhaling tradities/geschreven ongeschreven bronnen

Wereld M1
Les 2: geschreven/ongeschreven bronnen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wereld M1
Les 2: geschreven/ongeschreven bronnen

Slide 1 - Tekstslide

We gaan eerst de leerdoelen van voor de vakantie bespreken. Welke ken je al?
Leerdoel 1.5: Ik kan uitleggen waarom rituelen belangrijk zijn, door:

Slide 2 - Tekstslide

SD1: Ik kan uitleggen wat het woord ritueel betekent.

Slide 3 - Open vraag

SD2: Ik kan drie voorbeelden geven van typisch Nederlandse tradities.

Slide 4 - Open vraag

SD3: Ik kan de oorsprong uitleggen van Nederlandse tradities

Slide 5 - Open vraag

SD4: Ik kan uitleggen wat voor mij belangrijke tradities zijn.

Slide 6 - Open vraag

H2: Ik kan uitleggen waarom brongebruik belangrijk is.
S1: Ik kan het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen uitleggen.

S2: Ik kan bronnen verdelen in directe en indirecte bronnen. 

Slide 7 - Tekstslide

Bronnen
Zijn dingen/werken waar je informatie uithaalt.

Slide 8 - Tekstslide

Geschreven en ongeschreven bronnen.
Geschreven bron: een bron vooral met tekst.

Ongeschreven bron: een bron zonder tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een geschreven bron?
A
B
C

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een ongeschreven bron?
A
B
C

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een ongeschreven bron?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een geschreven bron?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Directe en indirecte bronnen

Slide 14 - Tekstslide

Directe bronnen


- Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt
- Zijn meestal gemaakt door iemand die bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Slide 15 - Tekstslide

Directe bronnen

Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd...
...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand zijn mening misschien wel wil geven of niet alle informatie heeft.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld directe bron:
Simon gaat naar een voetbalwedstrijd van de Graafschap tegen Liverpool in de halve finale van de Champions League. Hij schrijft daar een voetbalverslag over. 

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld directe bron

Slide 18 - Woordweb

Indirecte bronnen

- Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.
- Heeft de informatie gekregen via andere (geschreven of ongeschreven) bronnen




Slide 19 - Tekstslide

Indirecte bronnen

- Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker misschien zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen...
...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.




Slide 20 - Tekstslide

Kun je zelf voorbeelden geven van indirecte bronnen?

Slide 21 - Open vraag

Verder:
Tijd voor Geschiedenis
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1.5: Jagers en boeren, Egyptenaren - bronnen
Alle opdrachten

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoel 1.5: Ik kan uitleggen waarom rituelen belangrijk zijn, door:
SD1: Ik kan uitleggen wat het woord ritueel betekent. (r)
SD2: Ik kan drie voorbeelden geven van typisch Nederlandse tradities. (r)
SD3: Ik kan de oorsprong uitleggen van Nederlandse tradities.
SD4: Ik kan uitleggen wat voor mij belangrijke tradities zijn. 

Slide 23 - Tekstslide