Bronnen opdracht 1e klas

Bronnen???
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bronnen???

Slide 1 - Tekstslide

Wat verwachten we van jou?
Je hebt je spullen bij je
Telefoon in de telefoontas
Geen eten en drinken
Je doet goed mee met de les

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terug vragen belangrijke begrippen
  • Uitleg  : Soorten bronnen
  • Kijken naar de leerdoelen
  • Test jezelf quiz
  • Zelfstandig en stilte werken 
  • Bronnenopdracht
  • Huiswerk en afsluiten




Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we leren (Leerdoelen)
... je kan in je eigen woorden uitleggen wat bronnen zijn.
... je kan onderscheidt maken tussen geschreven bron en ongeschreven bronnen.
... je weet het verschil tussen een directe bron en een indirecte bron en kan deze herkennen.
... je kan in je eigen woorden uitleggen waarom bronnen belangrijk zijn voor het vak geschiedenis.






Slide 4 - Tekstslide

Bronnen
Om erachter te komen wat waar is in de geschiedenis maakt een historicus gebruik van bronnen.
Bronnen geven informatie over het verleden.
Er zijn geschreven en ongeschreven bronnen.
Geschreven bronnen: dagboeken, brieven, boeken etc Ongeschreven bronnen: tekeningen, wapens, kleding etc

Slide 5 - Tekstslide

Bronnen
  • Prehistorie: Periode van ongeschreven bronnen.

  • Historie: Periode waarin er ook geschreven bronnen zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Iemand die sporen uit het verleden onderzoekt heet een
A
rechercheur
B
inspecteur
C
archeoloog
D
spooroloog

Slide 7 - Quizvraag

Waarom gebruiken we verschillende bronnen om het verleden te bestuderen?
A
Omdat niet elke bron even betrouwbaar is.
B
Omdat we houden van extra huiswerk.
C
Omdat sommige bronnen al niet meer bestaan.
D
Omdat alle bronnen door dezelfde personen gemaakt zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Ongeschreven bronnen
  • Grotschilderingen
  • Speerpunten
  • Bodemlagen
  • Graven
  • Munten

Slide 9 - Tekstslide

Geschreven bronnen
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 14 - Quizvraag

Soorten bronnen
2 soorten bronnen:
Directe bronnen = gemaakt door ooggetuigen
Indirecte bronnen = geschreven door iemand die er niet bij was.

Slide 15 - Tekstslide

3 vragen die je stelt om te weten welke soort bron het is
1) Wanneer is de bron gemaakt?
2) Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
3) Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Slide 16 - Tekstslide

Indirecte bronnen (1)

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere bronnen (geschreven of ongeschreven)

Slide 17 - Tekstslide

Indirecte bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.

Slide 18 - Tekstslide

Indirecte bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Jouw geschiedenisboek
  • Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
  • Een documentaire over de piramides

Slide 19 - Tekstslide

Directe bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet de waarheid vertelt, zijn mening geeft of niet alle informatie heeft.

Slide 20 - Tekstslide

Directe bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Brieven van Napoleon
  • Meubels uit het paleis van Versailles
  • Filmbeelden van de moord op president Kennedy
  • Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
  • Spotprent

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een directe bron?
A
Een bron die direct gemaakt wordt.
B
Een bron gemaakt door iemand die er zelf bij was.
C
Een bron die later is gemaakt over een bepaalde tijd.
D
Een bron waar je water uit kunt drinken.

Slide 22 - Quizvraag

Is deze bron een voorbeeld van een directe of een indirecte bron?
A
directe bron
B
indirecte bron

Slide 23 - Quizvraag

Een filmpje over het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 24 - Quizvraag

Oefenen
We gaan oefenen met werken met bronnen. De docent deelt de opdracht uit. Lees deze goed door!

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen (overschrijven en beantwoorden)
Leg uit wat een bron is:

Leg uit wat een geschreven en ongeschreven bron is:

Wat is een directe en wat is een indirecte bron?:

Waarom zijn bronnen belangrijk  voor het vak geschiedenis?:







Slide 26 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 27 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 28 - Open vraag