Wiskunde 2

H6 Formules en vergelijkingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H6 Formules en vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan je straks?
Liam heeft een bootje in Grou. Hij verzorgt hiermee rondvaarten. Esmee heeft een rondvaart geboekt. Ze varen 30 kilometer. 
Wat is het bedrag dat Esmee moet betalen? 
Maak een tabel. 
Teken de grafiek in een assenstelsel.
 Lees af hoeveel km Esmee kan varen voor 50,-

Formule
 a x 1,50 + 20= b 

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig?

Chromebook
Pen
Potlood
Liniaal
Ruitjespapier 

Slide 3 - Tekstslide

Dynant verhuurt bakfietsen. Hij berekent de huurprijs met een pijlenketting.
 
Tijd in dagen ---x20--->  ...  --- +30--->  = huurprijs in Euro's



Wat betaal je eenmalig?
Wat betaal je per dag? 

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel euro betaal je voor 6 dagen?

tijd in dagen ---x20--> ...----+30--->= huurprijs
A
200,-
B
300,-
C
150 ,-
D
56,-

Slide 5 - Quizvraag

Zijn de twee formules hetzelfde?
aantal uur x 25 + 50= bedrag
50 + 25 x aantal uur = bedrag

A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Sened wil een taxi bestellen van zijn villa in Boornbergum naar school. Dat is 15 km rijden. 

  • Maak 2 pijlenkettingen.
  • Bereken wie Sened het beste kan kiezen. 
  • Vergelijk en bespreek je uitkomsten in je tafelgroepje via de chat op Teams (maak even een groepje).
Jens heeft een taxibedrijf
Jens rekent 6,50 als instaptarief en 2 euro per km


Brandon, zijn concurrent heeft ook een taxibedrijf.
Brandon rekent 1,00 als instaptarief en 3 euro per km.

Slide 7 - Tekstslide

Rayan huurt een partytent voor 25,- per dag. Hij moet eenmalig 20,- betalen. 
Formule: 25 x aantal dagen + 20 = huurprijs

Maak de pijlenketting bij deze formule af
aantal dagen ____x...____> .... ____+...____> huurprijs

Ryan huurt de partytent voor 3 dagen. 
  1. Bereken  hoeveel hij moet betalen.
  2. Maak een tabel voor 5 dagen en vul in.
  3. Teken de grafiek bij de tabel in het assenstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Iske doet mee aan een sponsor'loop' skippyballen. 
Iske wordt gesponsord door haar buurvrouw. Ze geeft 15 euro en voor elk rondje dat ze om de school 'loopt' krijgt ze 2 euro extra. 

Formule: 15 + aantal rondjes x 2 = bedrag.
Iske hobbelt 5 rondjes

  1. Bereken hoeveel haar buurvrouw moet betalen
  2. Maak een tabel bij deze formule
  3. Teken een assenstelsel en kies een geschikte stapgrootte voor de assen
  4. Teken de grafiek. Zet 'buurvrouw' bij de grafiek

Slide 9 - Tekstslide

Johannes belt veel. Heel erg veel. (...)
Zijn telefoonrekening is altijd super hoog. Hij zoekt nu een ander abonnement.

 Bij telefoonmaatschappij Marcobeltvoordelig gebruiken ze de volgende formule om de  maandelijkse belkosten te berekenen. Johannes krijgt per maand 75 belminuten. Voor elke extra minuut betaalt hij 0,11 euro.

aantal minuten x 0,11 + 15 = belkosten 
De formule kun je korter schrijven door woorden te vervangen met een letter.

DUS:

15 + a x 0,11 = b

Slide 10 - Tekstslide

Tot slot
Lia heeft een bootje in Grou. Ze verzorgt hiermee rondvaarten. Lysanne heeft een rondvaart geboekt. Ze varen 30 kilometer.
Wat is het bedrag dat Lysanne moet betalen?
Maak een tabel.
Teken de grafiek in een assenstelsel.
 Lees af hoeveel km Lysanne kan varen voor 50,-

Formule
 a x 1,50 + 20= b 

Slide 11 - Tekstslide

Hw: 6.1 t/m 6.2 (helft)

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt nu 
  1. Een pijlenketting maken
  2. Een tabel bij een formule maken
  3. Een assenstelsel tekenen
  4. Een grafiek tekenen 
  5. Een formule korter schrijven
  6. Begrijpen wat a x 2,50 + 50 = b betekent

Slide 13 - Tekstslide