de rechterlijke macht

Zoek een afbeelding op internet die
past bij jouw humeur vandaag.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
BOAMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zoek een afbeelding op internet die
past bij jouw humeur vandaag.

Slide 1 - Open vraag

De rechterlijke macht

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

de rechterlijke macht

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten in je schrift!
Opdracht 1: Wat wordt bedoeld met “absolute competentie”?


Opdracht 2: Wat wordt bedoeld met “relatieve competentie”?
Opdracht 3: Leg zoveel mogelijk in je eigenwoorden uit wat een “dagvaarding” is.
Opdracht 4: Omschrijf kort welke “zaken” er per gerecht worden behandeld.
Opdracht 5: Welke rechters zijn er bij de rechtbank en welke zaken behandelen deze?








Slide 8 - Tekstslide

welke straffen ken je?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kan de hulpofficier van justitie een boete opleggen aan een verdachte die is aangehouden voor moord?
A
Ja dat kan en daarmee is de straf afgekocht
B
nee want moord is een zware overtreding en kan niet afgedaan worden met een boete
C
Ja hij mag dat doen als er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld en er ernstige bezwaren zijn.
D
nee dat mag een hulpofficier van justitie niet doen.

Slide 12 - Quizvraag

Het onderzoek ter terechtzitting begint met het uitroepen van de zaak. Wie doet dit?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

De verklaring van een verdachte is een wettig bewijsmiddel.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Dit hoofdstuk begin ik aardig te begrijpen:
0 = totaal niet
10 = ik begrijp het heel goed
010

Slide 16 - Poll