2.1+2.2 basis 3

Iemand die consumeert noem je een...
A
Consumeerder
B
Consumer
C
Consument
D
Consultant
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Iemand die consumeert noem je een...
A
Consumeerder
B
Consumer
C
Consument
D
Consultant

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een vergelijkend warenonderzoek?
A
een prijslijst van verschillende merken
B
een prijsoverzicht van verschillende merken
C
een testoverzicht van verschillende merken
D
een garantieverzoek

Slide 2 - Quizvraag

Bereken de prijs per 150 gram:
Zak snoep heeft een inhoud van 500 gram, prijs 2,49 euro.

Slide 3 - Open vraag

Welke taak heeft een consumentenorganisatie NIET?
A
Informatie over producten geven
B
opkomen voor de belangen van fabrikanten
C
Informatie geven over rechten en plichten als consument
D
acties bij fabrikanten of overheid voeren

Slide 4 - Quizvraag

Hoe lang heb je garantie?
A
24 maanden
B
Dat hangt af van het product
C
6 maanden
D
12 maanden

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een keurmerk?
A
Het logo op je kleren
B
Een logo waarmee een bepaald kwaliteit wordt beloofd
C
Een merk van een goed product
D
Een merk

Slide 6 - Quizvraag

Fairtrade is een keurmerk, waarvoor staat Fairtrade
A
Eerlijke betaling werknemers
B
Duurdere prijzen
C
Eerlijke milieu normen
D
Lekkerder eten

Slide 7 - Quizvraag

wat is het consumentenrecht?
A
wetten en regels die jou moeten beschermen als consument
B
wetten er regels die de fabrikant moeten beschermen
C
wetten en regels die de overheid helpt

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de warenwet?
A
Wet die gevaarlijk voedsel verbiedt
B
Wet die gezond voedsel verbiedt
C
Wet die alle waren beschrijft
D
Wet die te maken heeft met kleding

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de ACM?
A
consumentenorganisatie van de overheid.
B
ACM helpt je met zoeken naar werk.
C
Automatische consument en markt.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is Consumer Power?
A
Macht van de koper
B
Een soort toetje
C
Krachtige brandstof
D
Kracht van verkoper

Slide 11 - Quizvraag