HP plus les 8

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Helpende plusMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Blz.89  boek
De kern van elke cel bevat informatie over wanneer een cel moet delen en wanneer niet. Om verschillende redenen kan dit mis gaan. Dit kan erfelijk zijn of komen door invloeden van buitenaf.

Plaatje in boek bespreken.

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingen:
  • chirurgie
  • chemotherapie
  • radiotherapie of bestraling
  • hormontherapie 

Slide 4 - Tekstslide

Blz. 90 boek
Chirurgie: tumor wordt verwijderd
Chemotherapie: met medicijnen (cytostatica) de groei en verspreiding van kankercellen tegengaan. Bijwerkingen lezen in boek blz.91
Bestraling: of radiotherapie is de behandeling met bestraling. De kankercellen worden zo vernietigd. Er wordt geprobeerd de gezonde cellen zo mogelijk te sparen.
Hormontherapie: behandeling met hormonen. Deze therapie wordt vooral toegepast bij prostaat-en borstkanker. Bijwerkingen zie boek blz. 92

Slide 5 - Tekstslide

Blz. 94 boek
Na een chemokuur verlaten de medicijnen het lichaam via alles wat het lichaam uitscheidt.  het gaat om kleine de hoeveelheden zie boek.

Persoonlijke beschermingsmiddelen: wegwerphandschoenen, wegwerpshorten, wegwerpmouwen, wegwerpslofjes, beschermbrillen en wegwerpmondmasker.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Cliënten die bestraald zijn, hebben vaak last van bijwerkingen.
Hoeveel en welke bijwerkingen er zijn hangt af van de plaats die bestraling krijgt.

Goede voeding is belangrijk. Voldoende drinken, bestraling doodt kankercellen wat zorgt voor afvalstoffen. Het lichaam heeft vocht nodig om die afvalstoffen af te voeren. 1,5 tot 2 liter vocht per dag. zie boek blz.97

Tips verzorging huid, doornemen
protocollen 
Vilans protocollen
  • veilig omgaan met cytostatica
  • mondverzorging in de palliatieve terminale fase en bij chemo- of radiotherapie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 9 Rouw
Blz.183

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Onder rouw vallen alle reacties op het overlijden of wegvallen van iemand om wie je geeft.
Blz. 182

Slide 11 - Tekstslide

Een rouwperiode is vaak een intense en moeilijke periode. Hoelang die periode duurt, verschilt per persoon.
Verlies geeft veel emoties, zoals schuld, spijt, ongeloof, verdriet, somberheid en boosheid.

Actief en passief omgaan met rouw.
blz.183

Slide 12 - Tekstslide

blz. 184 
Coping task: begrip uit de psychologie waarmee de manier wordt bedoeld waarop iemand met problemen en stress omgaat. Het gaat ervan uit dat verdriet niet alleen iets is wat je overkomt, maar dat je ermee aan de

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lichamelijke zorg die je een cliënt in zijn laatste levensfase geeft, is er volledig op gericht de cliënt en zijn omgeving zoveel mogelijk comfort te bieden.​

 

Pijn​
Benauwdheid​
Obstipatie​
Misselijkheid, overgeven en verminderde eetlust​
Vermoeidheid​




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterven
Enkele dagen of uren voordat iemand overlijdt, zijn er lichamelijke (en soms ook geestelijke) veranderingen waar te nemen. ​

 

Dat komt omdat het sterven een proces is. Een stervende is niet in een keer dood., tenzij hij bijvoorbeeld overlijdt door een ongeluk of een hersenbloeding. ​

Tijdens het stervensproces gaan de verschillende lichaamsfuncties steeds verder achteruit.​

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activiteiten en rituelen kunnen helpen bij het verwerken van verlies.
Het creëren van een plekje waar je de overledene kunt herdenken, is hiervan een mooi voorbeeld.

• Maak een hoekje of kamertje waar een foto van de overledene staat.
• Vul de ruimte op met bloemen, vaasjes of persoonlijke spullen van de overledene.
• Soms helpt het ook als er een boek ligt waarin iedereen iets kan schrijven.
• Als je werkt met woongroepen waarin iemand is overleden, kun je een gedicht voorlezen dat gaat voer rouw en verlies. Het is een mooie vorm om het verlies bespreekbaar te maken.
• Ook het kijken naar een bepaalde film of het luisteren naar muziek kan hierbij helpen.
• Bij kinderen is het goed om een activiteit te ondernemen. Laat samen ballonnen op of laat de kinderen samen een schilderij maken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies