1. Begin je of gebruik je, ik bij elke antwoord?
2. Maak je hele zinnen?
3. Leg je jouw antwoord uit met omdat, waarom , voorbeelden?
4. Laat jij zien hoe jij denkt en wat je geleerd hebt van de opdrachten of wat je anders wilt of nog beter in wilt worden?
5. Stel je vragen aan de andere groepsleden?
6. Laat je een actieve luisterhouding zien?
Je kunt laten zien dat je het gesprek hebt voorbereid.
Je vertelt over opdracht 1 tot en met 3.
Je geeft antwoorden op vragen
Je geeft uitleg over jouw leerdoelen.
Je stelt vragen aan jouw groepsgenoten.
Je laat een actieve luisterhouding zien.