M3 T2 L3 Kracht in de sport
1 / 20
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke krachten
ken je al?
ken je al?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Om welke kracht
gaat het?
gaat het?
A
Windkracht
B
Trekkracht
C
Spierkracht
D
Magnetische kracht
Slide 6 - Quizvraag
Om welke kracht
gaat het?
gaat het?
A
Veerkracht
B
Trekkracht
C
Spierkracht
D
Zwaartekracht
Slide 7 - Quizvraag
Om welke kracht
gaat het?
gaat het?
A
Zwaartekracht
B
Trekkracht
C
Spierkracht
D
Magnetische kracht
Slide 8 - Quizvraag
Om welke kracht
gaat het?
gaat het?
A
Veerkracht
B
Trekkracht
C
Spierkracht
D
Windkracht
Slide 9 - Quizvraag
Om welke kracht
gaat het?
gaat het?
A
Veerkracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Windkracht
Slide 10 - Quizvraag
Om welke kracht
gaat het?
gaat het?
A
Windkracht
B
Veerkracht
C
Spierkracht
D
Trekkracht
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Welk effect heeft zwaartekracht?
A
De sneeuw blijft liggen
B
Het is koud
C
De takken buigen door
Slide 13 - Quizvraag
A
De man valt naar beneden
B
De man blijft ter plaatse
C
De man gaat omhoog
Slide 14 - Quizvraag
A
De skiër glijdt naar beneden
B
De skiër blijft ter plaatse
Slide 15 - Quizvraag
A
De bal blijft omhoog vliegen
B
Een omhoog geworpen bal, valt naar beneden.
Slide 16 - Quizvraag
Welke 3 effecten kunnen krachten hebben?
Verandering van smaak
Verandering in bewegingstoestand
Verandering in temperatuur
Verandering
van kleur
van kleur
Verandering van vorm
verandering van richting
Slide 17 - Sleepvraag
Effect?
A
Verandering van vorm
B
Verandering in snelheid
C
Verandering van richting
D
A B C
Slide 18 - Quizvraag
Effect?
A
Verandering van vorm
B
Verandering in snelheid
C
Verandering van richting
Slide 19 - Quizvraag
Effect?
A
Verandering van richting
B
Verandering in snelheid
C
Verandering van vorm
D
A B C
