Algemene tips examen Nederlands 2022

Examentraining Nederlands
2024
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining Nederlands
2024

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining = Teaching to the test
Maar dat is op dit moment waarschijnlijk ook wel handig.

Big business: allerlei examentrainingen worden aangeboden door particulieren die docenten inhuren die daar op dat moment tijd voor hebben.

AH maakte twee jaar geleden reclame dat hun medewerkers examentrainingen aangeboden kregen.

Er is nu zelfs examentraining voor docenten, zodat die examentraining kunnen geven...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht voor:
SPELLING, INTERPUNCTIE EN GRAMMATICA
VALKUILEN
HERHALING:
ARGUMENTATIESCHEMA'S EN -STRUCTUREN
DROGREDENEN
BETROUWBAARHEID ARGUMENTATIE


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SPELLING, GRAMMATICA EN INTERPUNCTIE

MAAK JE EIGEN FOUTEN TOP 3, (5 OF 10)
NEEM JE WOORDENBOEK MEE
voorbeeld
1. WERKWOORDSPELLING PV OF GEEN PV
2. GRAMMATICA VERWIJSWOORDEN dat of wat
3. MEDIA = MEERVOUD

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VALKUILEN
1. GEEN ORIËNTATIE (TITEL, INLEIDING EN SLOT)
2. VRAGEN OVERSLAAN
3. OPPERVLAKKIG LEZEN
4. TE SNEL TEVREDEN
5. AANWIJZING BIJ SAMENVATTING NEGEREN
5. GEEN VOLLEDIGE ZIN

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen: argumentatieschema's...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een redenering is
A
argumenten en standpunt samen
B
de argumenten die het standpunt ondersteunen
C
een reden
D
een foute argumentatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een alcoholprobleem is vaak zo ernstig dat men zich op allerlei niveaus zorgen maakt. Alcohol is namelijk een erg schadelijk genotmiddel

..
A
Redenering op basis van kenmerk
B
Redenering op basis van vergelijking
C
Redenering op basis van voorbeeld
D
Redenering op basis van verklaring

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subjectieve tekst met een redenering noem je een

A
Uiteenzetting
B
Betoog
C
Beschouwing

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In die kleine cafés wordt vaak minder buitensporig gedronken dan in grote cafés. In kleine dorpen wordt buitensporig gedrag ook sneller gecorrigeerd.
A
Redenering op basis van kenmerk
B
Redenering op basis van verklaring
C
Redenering op basis van vergelijking.
D
Een redenering van voorbeelden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je alcohol drinkt, kun je goed oud worden en lang plezier hebben. Mijn opa is 82 en die ouwe is nog heel kras en drinkt elke dag een halve liter jenever.
A
Redenering op basis van kenmerk
B
Redenering op basis van verklaring
C
Redenering op basis van vergelijking
D
Een redenering van voorbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laat je bij je keuze niet leiden door je mening 
Een schrijver kan een andere mening hebben

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn drogredenen?
A
redenering met droge feiten
B
tegenargumenten
C
redenering die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke drogredenen hebben wij het hier?

Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Van Zal kan echt niet op de maat dansen. Witte mensen hebben geen ritmegevoel.

Welke drogredenering is hier gebruikt?
A
Persoonlijke aanval
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Onjuist kenmerk/eigenschap

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten argumenten kun je onderscheiden?
A
Feitelijke & Wenselijke argumenten
B
Standpunten en drogredenen
C
Wenselijke & Waarderende argumenten
D
Feitelijke & Waarderende argumenten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen:
Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je goed voorbereid op argumentatie- en drogredeneringsvragen?
A
ja, heel goed voorbereid
B
ja, een beetje voorbereid
C
nee, nauwelijks voorbereid
D
nee, nog helemaal niet voorbereid

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb jij het meeste moeite mee bij het examen Nederlands?
A
De hoofdgedachte of het onderwerp vinden
B
Samenvatten
C
Argumenten of drogredenen
D
Nauwkeurig genoeg lezen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvaardbaar
Als je de tekst op betrouwbaarheid moet beoordelen kijk je naar de expertise van de schrijver 
de bron

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria voor aanvaardbaarheid van argumentatie


t

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort NIET in het rijtje thuis?
Als je een argumentatie op aanvaardbaarheid wilt controleren, let je op....
A
Welke argumenten zijn gebruikt?
B
Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
C
Zijn de argumenten geen drogredenen?
D
Is de schrijver betrouwbaar?

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je nog leren?

Het examen Nederlands is geen echte leertoets.

Wat je nog wel even goed door kunt nemen:
  • de signaalwoorden
  • de argumentatieschema's
  • de drogredenen



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je nog over het eindexamen?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies