4H Bezittelijke naamvallen

Bezittelijk voornaamwoord
mein
mir
euch
Ihnen
unser
1 / 12
volgende
Slide 1: Sleepvraag
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Bezittelijk voornaamwoord
mein
mir
euch
Ihnen
unser

Slide 1 - Sleepvraag

Persoonlijk voornaamwoord
euch
sein
euer
ihr
dich

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is goed?
Hast du (hem) gesehen?
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 3 - Quizvraag

Wat is goed?
Sie fährt mit (haar) Mutter (v) zum Markt.
A
sie
B
ihr
C
ihre
D
ihrer

Slide 4 - Quizvraag

Wat is goed?
Ohne (jullie) wollen wir nicht in Urlaub fahren.
A
ihr
B
euch
C
euer
D
euere

Slide 5 - Quizvraag

Wat is goed?
Der Mann sagte: 'Mit (jou) bin ich glücklich'.
A
du
B
dir
C
dich
D
dein

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed?
Trotz (onze) Mühe (v)(moeite) ist es nicht gelungen (gelukt).
A
uns
B
unser
C
unserer

Slide 7 - Quizvraag

Wat is goed?
Ich fliege morgen (naar) die Türkei
A
nach
B
zu
C
in

Slide 8 - Quizvraag

Wat is goed?
Er läuft (door) die Straße.
A
durch
B
von

Slide 9 - Quizvraag

Wat is goed?
Ich habe Blumen (voor) meine Mutter gekauft.
A
vor
B
für

Slide 10 - Quizvraag

Wat is goed?
Ich bin gerne (bij) meiner Tante
A
zu
B
bei

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed?
Er wurde (door) einem Hund gebissen.
A
durch
B
von

Slide 12 - Quizvraag