Les 5, herhaling D + E oefenen uitspraaktoets 3havo (23-09)

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.


Aujourd'hui, c'est lundi
H3A

Slide 2 - Tekstslide

Dagopening:
"Irritant zijn en ook een beetje gek"

Slide 3 - Tekstslide

Le programme:
- Huiswerk grammaire D bespreken
- Herhalen grammaire D
- Voorbereiding uitspraaktoets
- Leren voor SO

Slide 4 - Tekstslide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je de theorie over het bijvoeglijk naamwoord herhaald
- Aan het einde van de les weet je hoe de uitspraaktoets eruit ziet en heb je hiermee geoefend
- Aan het einde van de les kun je over social media praten

Slide 5 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 30

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 15BCD, 16BD & 17

Slide 7 - Tekstslide

Grammaire D herhalen
Koppel je laptop met de LessonUp

Je mag je aantekening erbij houden.

Slide 8 - Tekstslide

Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let de plaats en de vorm (cheveux=mnl.mv):
les ........ cheveux ........... (noir)

Slide 9 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let de plaats en de vorm:
une ........... famille ............ (grand)

Slide 10 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let de plaats en de vorm:
une .......... famille ............ (italien)

Slide 11 - Open vraag

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
le ....... cadeau ....... (petit)

Slide 12 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let de plaats en de vorm:
un .......... niveau .......... (bon

Slide 13 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let de plaats en de vorm:
les ............ niveaux ......... (bon)

Slide 14 - Open vraag

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
mes ................ soeurs ..............

Slide 15 - Open vraag

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
la ................ fille ............ (heureux)

Slide 16 - Open vraag

Questions?

Slide 17 - Tekstslide

Uitspraaktoets periode 1:
Quoi? In periode 1 krijg je een uitspraaktoets. De toets gaat hetzelfde als vorig jaar. Je leest een tekst voor en je wordt beoordeeld op je uitspraak.

Exacte datum = 30 september & 2 oktober (komt op Magister)

Slide 18 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
Ouvre le livre à la page 21 -> '400 likes'
De leestekst wordt voorgelezen. Je onderstreept de letters die niet worden uitgesproken.


Slide 19 - Tekstslide

Questions?
Is alles duidelijk wat betreft de uitspraaktoets?

Slide 20 - Tekstslide

Au travail:
Quoi? Je gaat leren voor het SO.
Comment? Dit doe je zelfstandig in stilte. Als je het fijn vindt, dan kun je muziek luisteren tijdens het leren.


Leren: vocabulaire A+B / phrases-clés C / grammaire D

Slide 21 - Tekstslide

Oefenopdracht phrases-clés C:
1) Je wilt weten of je Franse vriend snapchat heeft.
3) Je wilt weten of hij veel foto's post.
2) Je wilt weten wat de wificode is.

Slide 22 - Tekstslide

Oefenopdracht grammatica:
Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let op de vorm en de plaats!
1) Est-ce qu'elle est une ........... fille ..........? (sérieux)
2) J'ai acheté une ............ maison ............. (beau)
3) Ma tante porte un ............... jean ......... (noir)
4) Le ........... garçon ................ (sportif)
5) Les ............... femmes ........... (sportif)

Slide 23 - Tekstslide

Oefenopdracht phrases-clés C:
1) Je wilt weten of je Franse vriend snapchat heeft.
Tu as snapchat?
3) Je wilt weten of hij veel foto's post.
Tu publies beaucoup de photos?
2) Je wilt weten wat de wificode is.
Quel est le code WiFi?

Slide 24 - Tekstslide

Oefenopdracht grammatica:
Maak het bijvoeglijk naamwoord. Let op de vorm en de plaats!
1) Est-ce qu'elle est une fille sérieuse? (sérieux)
2) J'ai acheté une belle maison (beau)
3) Ma tante porte un jean noir (noir)
4) Le garçon sportif (sportif)
5) Les femmes sportives (sportif)

Slide 25 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk):
- Apprendre: leren voor het SO van woensdag

Slide 26 - Tekstslide

Phrases-clés C
Ouvre le livre à la page 28

Ensemble, nous allons faire ex. 12B en vervolgens rollenspel

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide