Quiz BiNaS gebruik Vertering

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Quiz BiNaS gebruik Vertering

E300 is een vitamine. Welke?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welk enzym komt NIET voor in alvleessap?

1. tryptase
2. amylase
3. peptidase
4. peptase

Bij de vertering van welke stof ontstaat galactose?

1. lactose
2. maltose
3. fructose
4. lipide

In welk spijsverteringssap zit een vetverterend enzym?

1. speeksel
2. maagsap
3. alvleessap
4. darmsap

Wat is de pH van speeksel?

1. 6,5-8,0
2. 1-1,5
3. 6,0-7,5
4. 7,1-8,2

Wat doet chymotrypsine?

1. Eiwitten verteren tot kortere aminozuurketens
2. Polypeptiden verteren tot losse aminozuren
3. Polypeptiden verteren tot dipeptiden
4. Dipeptiden verteren tot losse aminozuren

Vet wordt verteerd. Waar kun je de verteringsproducten het eerst opnemen?

1. In de maag
2. In de alvleesklier
3. In de 12 vingerige darm
4. In de dunne darm

Wat is dextrine?
Een verteringsproduct van...

1. Glycogeen
2. Vet
3. Eiwit
4. Sacharose

Dextrine is een verteringsproduct van glycogeen. Wat heb je gegeten als je dextrine in je dunne darm hebt?

1. broccoli
2. aardappels
3. kippeboutje
4. leverpastei

Speeksel, alvleessap en dikkedarmsap bevatten HCO3-. Wat doet deze stof?

1. Het neutraliseert zuur
2. Het emulgeert vetten
3. Het verteert lactase
4. Het is een oplosmiddel

Waar wordt gal gemaakt?

1. In de alvleesklier
2. In de 12 vingerige darm
3. In de lever
4. In de maag

Waar wordt DNA verteerd?

1. DNA wordt niet verteerd
2. In de mond
3. In de maag
4. In de 12 v darm en de dunne darm

Lintwormen hebben geen spijsverteringskanaal. Ze kunnen niets verteren en moeten alle voedingsstoffen opnemen door hun huid. Wat is de beste plek voor een lintworm?

1. Maag
2. 12 vingerige darm
3. dunne darm
4. dikke darm

Waarom vind je
lintwormen vooral
in de dunne darm?