9.1 Handen uit de mouwen

Hoofdstuk 9. Nederland na 1945
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9. Nederland na 1945

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1/2
  1. Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met vreedzame burgelijke ongehoorzaamheid.

  2. Je kunt uitleggen in hoeverre de Tweede Wereldoorlog een oorzaak of katalysator* was van de dekolonisatie.
* een katalysator is een generator. Deze brengt een proces op gang of versneld een bepaalde ontwikkeling.

Slide 3 - Tekstslide

 Modern imperialisme oorzaken:
  1. Industrieën hadden grondstoffen nodig voor hun productie.
  2. Industrieën hadden afzetgebieden nodig na hun produtie.
  3. Europees nationalisme: om als grootmacht te worden gezien had je koloniën nodig (prestige).
  4. Westers supurioriteitsgevoel: andere culturen werden gezien als minderwaardig, moesten worden opgevoed, bekeerd tot christendom.

Slide 4 - Tekstslide

1e voorbeeld Westers superioriteitsgevoel
Een negroïde man staat schoon te maken, krijgt daarmee dus geen les.

Wil de maker hiermee zeggen dat de Afro-Amerikaanse bevolking min of meer tweederangsburgers zijn die geen recht hebben op onderwijs?

Aan zijn geinteresseerde gezicht te zien wil hij wel meedoen.
Een indiaan zit in de hoek. Dit is grofweg hoe er werd omgegaan met de indiaanse bevolking: deze werden keer op keer verjaagd en uiteindelijk gezet in reservaten.

De maker is in zekere zin ook nog eens van mening dat indianen niet intelligent zijn. Dit zie je aan het boek dat ondersteboven wordt gelezen.
Een Chinese jongen staat in de deuropening. Met de grote intocht aan Chinezen naar het Westen van de Verenigde Staten (oa.  San Francisco) tijdens de Goudkoorts en aanleg van de continentale spoorlijnen is het noodzakelijk dat ook deze groep onderwezen gaat worden.

De maker beeld hem af met een Qing-vlecht. Alle mannen en jongens moesten een dergelijke vlecht dragen.
De kinderen die hier zitten (de Filipijnen, Hawaii, Porto Rico, Cuba, vertegenwoordigen de 'landen' die de Verenigde Staten hebben 'buitgemaakt' op Spanje tijdens hun onderlinge oorlog (1898) om Cuba. 

Ondanks dat de VS altijd zegt geen kolonisator te zijn, is het dat eigenlijk wel.

De maker zet hen vooraan in de klas, omdat ze 'nieuw' zijn en daarom nog onwennig.
De kinderen die hier zitten vertegenwoordigen de Staten van de VS, bijvoorbeeld Californië, Alaska (gekocht van Rusland) etc. Hoewel ook deze staten tot de nieuwere staten behoren, zijn ze al wel 'ideale leerlingen'.

De maker beeld Alaska overigens uit als een soort eskimo met een ietswat donkere huiskleur (links).
De strenge leraar (die de kindertjes wat bij moet brengen) is hier de vaak terugkerende Uncle Sam-figuur.

HIj staat symbool voor de Verenigde Staten in veel spotprenten en bronnen.

Slide 5 - Tekstslide

De man voorop moet Groot-Brittannië voorstellen, de man erachter wederom Uncle Sam. Let ook op zijn rode-kruis op zijn arm: hij is er om ze te helpen.

Zij dragen hun kolonieën op hun rug mee (in luxe stoel) de berg op in de richting van 'civilization' (beschaving).

Hiervoor moeten ze wel een aantal obstakels passeren (barbarisme, tegenstand, slavernij, ondeugd, ontwetendheid, brutaliteit, kannibalisme).
2e voorbeeld Westers superioriteitsgevoel

Slide 6 - Tekstslide

Brits-India
  • Jewel in the Crown’: India bezorgd Groot-Brittannië veel aanzien in de wereld.
  • Zowel grondstoffen voor Britse textelindustrie als grote afzetmarkt van textiel.
  • Hoge exportcijfers opium naar Groot-Brittannië.

Slide 7 - Tekstslide

Mahatma Gandhi
1869-1948
Levensloop:
  • "Ahisma" opvoeding 
    (= filosofisch concept van geweldloosheid) in India

  • Uitgehuwelijkt op zijn 13de, op zijn 19de naar Engeland voor rechtenstudie.

  • 1891: Weer terug naar India
  • 1891-1947: Verzetstrijder

Slide 8 - Tekstslide

Mahatma Gandhi
Vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid: protesteren zonder geweld te gebruiken.

  • Praktijk: koloniale regels niet nageleefd, bv: oproep geen kleding te kopen van Britten, maar zelf te maken.


1947: Soeverreiniteitsoverdracht aan India door Groot-Brittannie

Slide 9 - Tekstslide

Video
Fragment Gandhi (1982)
Voorbeeld van vreedzame burgelijke ongehoorzaamheid
De man met zwarte snor in het midden is Gandhi.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Grootmachten <1914 vóór WO I
Britse Rijk (oranje)     Franse Rijk (rood) 
Russische Rijk (geel)    Duitse Rijk (groen) 
Italiaanse Rijk (paars)      Oostenrijk-Hongarije (roze)
Grootmachten <1939 vóór WO II
Britse Rijk (oranje)      Franse Rijk (blauw)
Sovjet-Unie (rood)      Verenigde Staten (groen)

Slide 12 - Tekstslide

Grootmachten >1945 na WO II
Verenigde Staten (+ bondgenoten) (blauw)
Sovjet-Unie (+ bondgenoten) (rood)     
* overigen (groen)
  • Verenigde Staten & bondgenoten (blauw)
  • Sovjet-Unie & satelietsstaten (rood)


    = twee (2) in totaal

Slide 13 - Tekstslide



1. Europese landen geen geld voor wederopbouw kolonies na WO II, moesten zichzelf zien te redden. 

2. Prestige en macht van Europeanen (Groot-Brittannië, Frankrijk) weg.

3. Nationalistische bewegingen in kolonies waren sterker geworden (geen onderdrukking tijdens WO II).


4. In kolonies duldden steeds meer mensen vreemde overheersing niet.

5. VS en USSR bepalen samen het wereldtoneel: 

  • De VS was als voormalig kolonie tegen koloniaal bezit.
  • De USSR bestempeld bezit van kolonies als vorm van verwerpelijk kapitalisme.


Tweede Wereldoorlog als oorzaak of katalysator?
WO II als oorzaak: 1, 2, 4, 5                WO II als katalysator: 3, 4 

Slide 14 - Tekstslide

Europese grootmachten zijn na WO II verzwakt > golf van Aziatische en Afrikaanse landen die onafhankelijk worden.

bv: Indonesië (Nederland onder druk gezet door VS (punt 5)
  • Verenigde Staten & bondgenoten (blauw)
  • Sovjet-Unie & satelietsstaten (rood)


    = twee (2) in totaal

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen kop 'Gandhi als boegbeeld' en 'De Tweede Wereldoorlog als breekpunt' in je tekstboek (p. 137).

Maken opdracht 2 t/m 5 in je werkboek (p.154).
(voor vwo gelden dezelfde opdrachtnummers)

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen 2/2
3. Je kunt uitleggen welke verschillende wegen naar onafhankelijkheid waren voor Aziatische en Afrikaanse landen.

4. Je kunt uitleggen dat het dekolonisatieproces ook een overeenkomst heeft in alle onafhankelijk geworden landen.

5. Je kunt uitleggen wat de uitkomst van de Suezcrisis was voor de Britten.


Slide 17 - Tekstslide

Dekolonisatie in Afrika
Dekolonisatie in Afrika niet altijd een positieve ontwikkeling
 voor bevolking:

  • Bevolking is amper nationalistisch: eigen stam en
     familie belangrijker dan een eigen land.
  • Grenzen zijn met de lineaal getrokken.
  • Machtsoverdracht vaak aan elite (rijken) > die delen
     die macht alleen onderling > ontstaan dictaturen.

Slide 18 - Tekstslide

Zelfbeschikkingsrecht en vrijheid in Azie
De weg naar onafhankelijkheid is in Azië verschillend per land:
  • Indonesie > vechten voor vrijheid tegen Nederland
  • Pakistan en India > relatief rustige overdracht soeverreiniteit,
     wel geweldadigheden rond migratie moslims naar Pakistan   en hindoes naar India.
  • Vietnam > Oorlog met Verenigde Staten
     (door angst VS voor verspreiding 
    communisme)
Overeenkomst: Alle dekoloniserende landen (Afrika én Azië) kennen veel slachtoffers en grote problemen.

Slide 19 - Tekstslide

Suezcrisis
  • Egypte: langer onafhankelijk.
     Maar: Suezkanaal van GB en FR.
  • 1956: Egypte (Nasser) bezet het
     Suezkanaal. Reactie GB: oorlog,
     heroveren!
  • Reactie USSR: Dreiging met een
     atoombom.
  • Onder druk van de VS > GB trekt
     zich terug --> Nasser wint


Slide 20 - Tekstslide

Locatie van Egypte in Afrika
Het Suezkanaal in een satellietbeeld

Slide 21 - Tekstslide

Na dekolonisatie beter geworden?
In de meeste landen niet bepaald beter geworden:
  • Landen nog altijd financieel afhankelijk van vroegere
     kolonisator.
  • Nieuwe bestuurlijke elite nemen een luxe westerse levensstijl
     aan > laten paleizen bouwen voor zichzelf.
  • Daartegen: veel verzet van arme en strenggelovige bevolking.

Nasser
> wel heel populair Egyptische bevolking (held Suezcrisis) > strenggelovige moslims hard onderdrukt.

Slide 22 - Tekstslide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open vraag

Hoe zou je de uitleg van vandaag willen beoordelen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Begrippen uit deze les
  • Vreedzame burgelijke ongehoorzaamheid
  • Suezcrisis

Slide 25 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Mahatma Gandhi
  • Gamal Abdel Nasser

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen kop 'Zelfbeschikkingsrecht en vrijheid in Azië' t/m 'Nieuw kolonialisme en problemen' in je tekstboek (p. 138).

Maken opdracht 6 t/m 9 in je werkboek (p.155).
(voor vwo gelden dezelfde opdrachtnummers)

Slide 27 - Tekstslide

Stuur een foto van het gemaakte werk naar dvandeminkelis@bbonderwijs.nl (je mag het ook typen in een Word-bestand)

Zorg dat de je antwoorden goed leesbaar zijn en dat de foto scherp is!

Slide 28 - Tekstslide