Rechtsstaat: Een land waar de rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in de wet.
Grondrechten: De belangrijkste rechten in een land. (bijvoorbeeld recht op privacy)
Onafhankelijke rechtsspraak: De rechter laat zich niet beïnvloeden maar beslist zelf volgens de wet.
rechtsbescherming: De burgers worden beschermd tegen machtsmisbruik van de overheid. De overheid mag niet alles!
Rechtshandhaving: De overheid controleerd of iedereen zich aan de wet houdt.
Het strafrecht: alle regels die te maken hebben met opsporing van, voor de rechter brengen en straffen van mensen.
Noodweer: Zelfverdedinging
Overmacht: De verdachte kon er niks aan doen.
Ontoerekingsvatbaar: De verdachte weet niet wat hij doet (niet goed bij zijn hoofd).