In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Deze les:
tien tijdvakken
de repetitie..vragen?
quiz over begrippen en jaartallen
verder met de film
Slide 1 - Tekstslide
schrijf de tien tijdvakken op in je schrift
Slide 2 - Tekstslide
De tien tijdvakken
Slide 3 - Tekstslide
QUIZ over de begrippen en jaartallen van hoofdstuk 1
pak je laptop
Slide 4 - Tekstslide
Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Vijandbeelden
Slide 5 - Quizvraag
Dit is een foto van een wapenfabriek uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Bondgenootschappen
B
Nationalisme
C
Modern imperialisme
D
wapenwedloop
Slide 6 - Quizvraag
De Eerste Wereldoorlog was een...
A
bewegingsoorlog
B
een loopgravenoorlog
C
een Blitzkrieg
Slide 7 - Quizvraag
Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog. Nederland was in de Eerste Wereldoorlog....
A
In wapenstilstand met Duitsland en had geen wapens om te vechten.
B
Nederland bestond nog niet tijdens de Eerste Wereldoorlog en had daarom geen leger.
C
Neutraal en wilden met niemand bevriend zijn en zich zo volledig buiten de oorlog houden.
D
Bezet door Duitsland dus konden niet meevechten, maar wilden dit wel!
Slide 8 - Quizvraag
Was de industriële revolutie een voorwaarde voor het ontstaan van de massasamenleving?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 10 - Quizvraag
Wat was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog?
A
moord op de paus
B
moord op
Franz Ferdinand
C
moord op Franz Jozef
D
moord op Gavrilo Princip
Slide 11 - Quizvraag
Hoe wordt de strijd om zoveel mogelijk koloniën tussen de Europese landen genoemd?
A
Kolonialisme
B
Rumble For Afrika
C
Modern Imperialisme
D
Nationalisme
Slide 12 - Quizvraag
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme
Slide 13 - Quizvraag
Wie wordt er vermoord op de afbeelding?
A
Franz Joseph
B
Franz Ferdinand
C
Gavrilo Princip
D
Winston Churchill
Slide 14 - Quizvraag
Wat past het best bij WOI?
A
totale oorlog, loopgraven, veldslagen
B
totale oorlog, duikboten, Bismarck
C
loopgraven, totale oorlog, Bismarck
D
totale oorlog, duikboten, moderne wapens
Slide 15 - Quizvraag
De afbeelding hiernaast is een poster uit WO1 waarin de VS haar burgers oproept om financiële steun te geven aan de oorlog. Welk begrip past het beste bij de poster?
A
bondgenootschappen
B
totalitaire staat
C
propaganda
D
communisme
Slide 16 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de bron?
A
demilitarisatie
B
Dolkstootlegende
C
Führerprincipe
D
Heim ins Reich
Slide 17 - Quizvraag
De juiste tijdsvolgorde met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog is?
A
ontstaan van Duitsland – loopgravenoorlog – deelname van Amerika – Vrede van Versailles.
B
deelname van Amerika – ontstaan van Duitsland – loopgravenoorlog – Vrede van Versailles.
C
loopgravenoorlog – ontstaan van Duitsland – deelname van Amerika – Vrede van Versailles.
D
ontstaan van Duitsland – deelname van Amerika – loopgravenoorlog – Vrede van Versailles.
Slide 18 - Quizvraag
Welke bewering over de bron hiernaast is juist?
A
Hitler heeft de Vrede van Versailles gemaakt
B
De Vrede van Versailles is goed voor Duitsland
C
De Vrede van Versailles heeft de macht van Hitler vergroot
D
De Vrede van Versailles is niet door Duitsland ondertekend
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het fascisme?
A
een boek
B
een ideologie
C
een samenhang van politieke ideeën
D
een fantasie
Slide 20 - Quizvraag
Sleep de landen bij het juiste bondgenootschap
Geallieerden
Centralen
Slide 21 - Sleepvraag
Bij een loopgravenoorlog kunnen de soldaten gemakkelijk …
A
gebied veroveren
B
dekking zoeken in de gegraven gangen
C
gewonden afvoeren
D
worden verzorgd
Slide 22 - Quizvraag
Wat is fascisme?
A
een antidemocratische, totalitaire en nationalistische beweging
B
een antidemocratische beweging die streeft naar een maatschappij zonder privébezit
C
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
D
het gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog
Slide 23 - Quizvraag
Mussolini wilde....
A
Vreedzaam met andere landen samenleven.
B
De hele wereld veroveren.
C
Een sterk rijk veroveren rond de Middellandse Zee, zoals de Romeinen hadden gehad (Mare Nostrum).