3V Herhaling h1

Wat is GEEN kenmerk van een moderne massasamenleving?
A
(meerdere) mogelijkheden van transport
B
Verstedelijking
C
de aanwezigheid van massamedia
D
de aanwezigheid van social media
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is GEEN kenmerk van een moderne massasamenleving?
A
(meerdere) mogelijkheden van transport
B
Verstedelijking
C
de aanwezigheid van massamedia
D
de aanwezigheid van social media

Slide 1 - Quizvraag

Welke van onderstaande is een gevolg van het ontstaan van een massasamenleving?
A
ontkerkelijking
B
individualisering
C
toenemende welvaart
D
democratisering

Slide 2 - Quizvraag

De Duitse keizer Wilhelm benadrukte dat het belangrijk is ‘het grote Duitse Rijk’ stevig te verbinden met het ‘thuisland’.
Bij welke stroming past deze uitspraak?
A
modern imperialisme
B
socialisme
C
nationalisme
D
militarisme

Slide 3 - Quizvraag

Leg uit welke rol de regio 'Elzas-Lotharingen' speelde in de conflictontwikkeling in Europa begin 20e eeuw

Slide 4 - Open vraag

Bekijk de kaart goed. Welk jaartal past bij deze kaart?
A
1848
B
1871
C
1914
D
1917

Slide 5 - Quizvraag

Leg CONCREET uit wat er bedoeld wordt met het begrip 'totale oorlog'.

Slide 6 - Open vraag

Welk van onderstaande is een DIRECT gevolg van de Eerste Wereldoorlog?
A
De economische crises in Duitsland en Italie
B
de Vrede van Versailles
C
Mussolini die een staatsgreep pleegt
D
De opkomst van communisme in Rusland

Slide 7 - Quizvraag

Wat is propaganda?
A
Leugens vertellen om mensen te indoctrineren
B
Reclame maken voor politieke ideeën
C
Het verbieden van bepaalde publicaties
D
Jouw ideologie mooier maken dan het is

Slide 8 - Quizvraag

Wat valt NIET onder propaganda?
A
Liedjes over oorlog voeren
B
Spotprenten over de vijand
C
Wervingsposters om deel te nemen aan de oorlog
D
Het verbieden van cijfers van slachtoffers

Slide 9 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen propaganda en censuur

Slide 10 - Open vraag

Welk element past niet bij fascisme?
A
democratie
B
1 partij
C
geweld
D
nationalisme

Slide 11 - Quizvraag

De Weimar-
republiek
Keizerrijk Duitsland
Heilig Roomse Rijk
1917-1933
1871-1917
962-1871

Slide 12 - Sleepvraag

Het Ottomaanse Rijk koos in 1914 – toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak - de kant van het bondgenootschap van de ______  en verloor de oorlog.
Daarom moesten de Ottomanen afstand doen van hun Arabische gebieden die voortaan bestuurd werden door Frankrijk en Groot-Brittannië. Zo’n gebied heet een
___________.
Ook het Duitse keizerrijk verloor de oorlog. Dat heette vanaf 1918 de ____________. In 1919 werd in het __________ bepaald dat Duitsland gebieden moest afstaan.
- 1 -
centralen
fascisme
Weimarrepubliek
Verdrag van Versailles
maandaatgebied
geallieerden
kolonie

Slide 13 - Sleepvraag

Tijdens WO 1 vielen er ruim 20 miljoen doden en vele miljoenen gewonden.
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak
C
direct gevolg
D
indirect gevolg

Slide 14 - Quizvraag

Ondanks de Italiaanse winst in WO 1 kreeg het fascisme van Mussolini veel aanhangers
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak
C
direct gevolg
D
indirect gevolg

Slide 15 - Quizvraag

In landen waar oorlog was gevoerd lagen veel gebieden in puin.
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak
C
direct gevolg
D
indirect gevolg

Slide 16 - Quizvraag

Door het nationalisme waren veel mensen bereid om te vechten (en sterven) voor hun land
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak
C
direct gevolg
D
indirect gevolg

Slide 17 - Quizvraag