FD2B Herhaling H1 t/m H3 Nu Nederlands 2F P3 W1 2023

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

 FD2B: P3 W1 2023

Herhaling H1 t/m H3 2F

Nu Nederlands

Onderwerp, hoofdgedachte en doel van een tekst

Is een tekst betrouwbaar?

Hoofdstuk 1

Je weet (weer) wat het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst is.

Je weet (weer) het doel van een tekst is.

De hoofdgedachte van een tekst kun je samenvatten met

1. De inleiding van een tekst
2. De titel van een tekst
3. De kortst mogelijke samenvatting
4. Het slot van de tekst

Welke vraag moet je beantwoorden om de hoofdgedachte van een nieuwsbericht te vinden?

1. Waar gaat de tekst over?
2. Waar staat het nieuws dat ik nodig heb?
3. Wat is het belangrijkste nieuws dat in de tekst staat?
4. Wat is het onderwerp van de tekst?

Welke teksten hebben als doel 'overtuigen'?

1. brochure, column, forumbijdrage op internet, recensie
2. column, forumbijdrage op internet, ingezonden brief, recensie
3. column, gebruiksaanwijzing, handleiding, ingezonden brief
4. forumbijdrage op internet, ingezonden brief, recensie, reportage

Wat is het belangrijkste doel van een bijsluiter?

1. activeren
2. betogen
3. informeren
4. instrueren

Welke uitspraken over de betrouwbaarheid van een tekst zijn juist?

1. Als de bron belang heeft bij een bepaalde voorstelling van zaken, wordt de tekst minder betrouwbaar.
2. Als de informatie in een tekst afkomstig is van een deskundige, vergroot dat de betrouwbaarheid van de tekst.
3. Als er geen bron vermeld staat bij een tekst, is de tekst nog steeds even betrouwbaar.
4. De informatie van een tekst hoeft niet actueel te zijn, als er maar een duidelijke bron bij vermeld staat.

Welke teksten zijn waarschijnlijk niet zo betrouwbaar?

1. B-Brave krijgt eerste gouden plaat (artikel op nu.nl)
2. Beyonce is weer zwanger (weekblad Party)
3. De beste crème tegen rimpels (advertentie Vichy in de Volkskrant)
4. Meer kinderen naar de kinderopvang (Centraal Bureau voor Statistiek)

Hoofdstuk 2

Je herkent (weer) de opbouw van een tekst.

Je weet (weer) wat deelonderwerpen van een tekst zijn.

Je weet en herkent signaalwoorden in een tekst.

Je herkent verbanden in een tekst.

Wat is een 'lead'?

1. De inleiding van een tekst.
2. Het onderwerp van een tekst.
3. het vetgedrukte deel onder de titel.
4. De titel van de tekst.

Welke uitspraak is waar?

1. Deelonderwerpen zijn altijd te herkennen aan een tussenkop
2. Deelonderwerpen bespreken de verschillende kanten van een onderwerp.
3. Een deelonderwerp beslaat altijd één alinea.
4. In de inleiding worden alle deelonderwerpen aangekondigd.

Wat zijn voorbeelden van signaalwoorden?

1. concluderend, kortom, samengevat
2. conclusie, opsomming, tegenstelling
3. lead, titel, slot
4. overtuigen, instrueren, informeren

Welke uitspraken zijn waar?

1. Aan de signaalwoorden kun je vaak de tekststructuur herkennen.
2. Aan het slot van een tekst moet altijd worden terugverwezen naar het begin van de tekst.
3. Alleen teksten met een aspectenstructuur hebben verschillende deelonderwerpen.
4. De eerste en laatste zin van een alinea geven vaak informatie over de tekststructuur

Waar vind je vaak een samenvatting van een tekst?

1. In de titel
2. In de inleiding
3. In het slot
4. In de lead

Wat zijn voorbeelden van verbanden?

1. inleiding, kern, slot
2. opsomming, vergelijking, voorwaarde
3. ten eerste, ten tweede, ten slotte
4. vermaken, overtuigen, informeren

Welke uitspraak is waar?

1. Een goede tekst heeft minstens vijf deelonderwerpen.
2. Een nieuw deelonderwerp begint altijd na een tussenkop.
3. Met deelonderwerpen wil een schrijver verschillende kanten van een onderwerp laten zien.
4. Hoe meer deelonderwerpen, hoe beter de tekst.

Welke uitspraken zijn waar?

1. Als een tekst met de deur in huis valt, weet je niet waarover de tekst gaat.
2. Een anekdote is een goede manier om een tekst samen te vatten.
3. Als je iemand met een tekst wilt overtuigen van je mening, is een argumentatiestructuur geschikt.
4. Een nieuwsbericht heeft vaak een verklaringsstructuur.

Hoofdstuk 3

Je herkent (weer) wat informatieve teksten zijn en waarover de schrijver je wil informeren.

Je herkent (weer) de opbouw van een instructieve tekst en je weet hoe je een instructieve tekst moet gebruiken.

Je kent de functie van een infographic

Welke uitspraken over informatieve teksten zijn juist?
Een informatieve tekst

1. bevat tekeningen die laten zien hoe je met iets aan de slag kunt.
2. kun je bijvoorbeeld vinden op de voorpagina van een krant.
3. heeft een specifieke lay-out en kenmerken.
4. informeert je over hoe je iets moet doen.

Welke teksten zijn instructies?
Meer antwoorden zijn juist.

1. een advertentie in een regionaal dagblad
2. een programmaoverzicht van een zomerfestival
3. een bijsluiter in een pakje paracetamol
4. een technische handleiding bij een klopboormachine

Welke uitspraak over een infographic is juist?

1. Een infographic vervangt een langere tekst, dus je hoeft die tekst niet te lezen.
2. Het doel van een infographic is duidelijk maken hoe je iets moet doen.
3. Om informatie uit een infographic te halen moet je goed lezen én kijken.
4. Een infographic heeft altijd als doel om het publiek te overtuigen.

Waarom is het belangrijk om de structuur van een tekst te herkennen?

Als je de structuur van een tekst herkent

1. kun je de geloofwaardigheid van een tekst bepalen.
2. kun je de inhoud van de tekst beter begrijpen.
3. weet je vaak met wat voor tekstsoort je te maken hebt.
4. weet je meteen wat de bedoeling van de schrijver is.

Wat is de hoofdgedachte van een tekst>

Wat is een lead?

Geef voorbeelden van signaalwoorden van tijd

Geef een voorbeelden van een opsommingssignaalwoord.

Opsomming

Tegenstelling

Oorzaak- gevolg

Voorwaarde

Samenvatting

kortom, samengevat, al met al

om te beginnen, bovendien, daarnaast

het gevolg is, zodat, doordat

maar, echter, toch

als, indien, wanneer

Wat vond je van deze lessonup?

😒🙁😐🙂😃