Bs 3+4

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

de bloedvaten 


- slagaders
-haarvaten
-aders

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

slagaders

-lopen van het hart af.
- hebben een gespierde wand
- de bloeddruk is hoog
- liggen vaak diep in het lichaam

Slide 4 - Tekstslide

haarvaten

- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

aders
- lopen naar het hart toe
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn minder gespierd 
- liggen minder diep in je lichaam
- bevatten vaak kleppen

Slide 7 - Tekstslide

spierpomp

Slide 8 - Tekstslide

Maak
28-31

Slide 9 - Tekstslide

naam van de bloedvaten
De slagaders worden genoemd naar het orgaan waar ze heen stromen.
De aders worden genoemd naar het orgaan waar ze vandaan stromen.

uitzondering: bloedafvoer van het darmkanaal!
Dit gaat via de poortader naar de lever.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

kransslagaders/kransaders


kransslagaders voorzien het hart van zuurstof

kransaders vervoeren koolstofdioxide weer terug

Slide 12 - Tekstslide

de lever

In de darmen vindt opname van voedingstoffen/gifstoffen plaats.
Dit komt terecht in het bloed.
In de lever worden deze voedingstoffen/gifstoffen verwerkt.

Slide 13 - Tekstslide

Maak
(28-31)
32-36

Slide 14 - Tekstslide

Hartritme en bloeddruk
Hartritme: hoe vaak je hart slaat. Wordt beïnvloed door lichaamsactiviteit, emoties en hormonen.

Wanneer je hart sneller slaat dan stijgt de bloeddruk, wanneer het hart minder snel slaat dan daalt de bloeddruk. 
Gemiddeld 70x per minuut en +- 70-100 mL bloed.

Slide 15 - Tekstslide

Bloeddruk
Meet je in boven en onderdruk.
Bovendruk: De maximale druk (moment dat kamers samentrekken)
Onderdruk: De minimale druk (tijdens de hartpauze).
Bloeddruk rond de 120/80 is normaal in rust. 
Kan hoger worden door inspanning en door stress. Ook leefstijl heeft invloed op bloeddruk.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoge bloeddruk
Je noemt de bloeddruk te hoog als deze bij elke meting uitkomt op 140/90.

Stress, roken, overgewicht, zout eten en aderverkalking zorgen voor hoge bloeddruk.

Slide 18 - Tekstslide

bloeddruk meten
De druk in het manchet wordt hoger gemaakt dan de bovendruk. 
Daarna leeggelopen totdat de druk va

Slide 19 - Tekstslide

Maak
(28-36)
37-42

Slide 20 - Tekstslide