H1 & H2 Herhalingsles
1 / 25
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
- Hoe woonden de jagers en verzamelaars en hoe woonden de eerste boeren?
(antw: kleine hutjes, rondtrekken, geen vaste plek, kleine groepen, jagen op dieren)
boeren: vaste woonplaats, boerderijen, vee houden/landbouw, grote groepen)
-
Slide 5 - Tekstslide
oorzaak: waarom iets gebeurde
Gevolg: welke gebeurtenissen volgen na de gebeurtenis.
Slide 6 - Tekstslide
1. vaste woonplaats, veeteelt, akkerbouw, hard werken, dorpen met stevige huizen voor hun gezinnen, grotere groepen.
2. - Het werd warmer en droger in het MO. Vee houden en granen verbouwen leverde meer voedsel op dan jagen
- De bevolking groeide, waardoor er meer voedsel nodig was. De jacht op bizons, herten en andere beesten leverde niet genoeg eten op voor iedereen.
- Mensen leerden steeds meer over de natuur.
3. - De bevolking groeide sneller doordat er genoeg voedsel was
- De landbouw verspreidde zich (boeren hielpen elkaar)
- Besmettelijke ziekten (mensen en vee leefden samen onder 1 dak)
Slide 7 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Welke rivier is dit?
Irrigatielandbouw
akkerbouw
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort allemaal bij irrigatielandbouw?
A
Kanalen
B
Sluisjes
C
Waterbekkens
D
Allemaal
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet de koning van de Egyptenaren?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
De meeste Grieken leefden van de landbouw. Ze verbouwden graan, druiven en olijven. De Grieken woonden in steden (een stad met omringend platteland)
Ook handel was voor de Grieken erg belangrijk.
Mannen en vrouwen waren ongelijk.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
- Ze bouwden tempels, altaren, hoge tafels. Hierop legden ze wijn, fruit, dieren, goud en zilver.
Ook organiseerden de Grieken feesten en sportwedstrijden voor de Joden. Ook organiseerden de Grieken feesten en sportwedstrijden voor de goden. De bekendste sportwedstrijd waren 'de spelen' voor Zeus in het stadje Olympia. Griekse atleten deden daar wedstrijden in hardlopen, verspringen, discuswerpen, speerwerpen, worstelen, boksen en paardenrennen. De winnaar kreeg een olijftak. Wij kennen deze wedstrijd als de Olympische Spelen.
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
- De Romeinen hebben een heel groot land veroverd --> Griekenland. Ze namen veel van de Grieken over. Beeldhouwkunst (gebouwen met zuilen), goden, olijfolie, wijn, toga.
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
