Module: ONTW1 - lesweek 3 - peuter

Welkom! 
Doelgroepbeschrijving naar ontwikkelingsfase > de baby (0-1,5 jaar) > de peuter (1,5 – 4 jaar) > het basisschoolkind: (4 – 12 jaar) - de kleuter (4 – 6 jaar) - het jonge schoolkind (6 – 9 jaar) - het oudere schoolkind (9 – 12 jaar) > de puber (12 – 16 jaar) > de adolescent (16 -21 jaar) > de volwassene: (21 – 65 jaar) - de jonge volwassene (21 – 40 jaar) - de middelbare leeftijd (40 – 45 jaar) - de vroege ouderdom (55 – 65 jaar) > de ouderdom (65 jaar en ouder)

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sport en BewegenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Doelgroepbeschrijving naar ontwikkelingsfase > de baby (0-1,5 jaar) > de peuter (1,5 – 4 jaar) > het basisschoolkind: (4 – 12 jaar) - de kleuter (4 – 6 jaar) - het jonge schoolkind (6 – 9 jaar) - het oudere schoolkind (9 – 12 jaar) > de puber (12 – 16 jaar) > de adolescent (16 -21 jaar) > de volwassene: (21 – 65 jaar) - de jonge volwassene (21 – 40 jaar) - de middelbare leeftijd (40 – 45 jaar) - de vroege ouderdom (55 – 65 jaar) > de ouderdom (65 jaar en ouder)

Slide 1 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde, de baby: 

Tekst
Houdt het hoofd in balans
Rolt van buik naar rug. 
Tilt het hoofd langer op en draait het hoofd.
Staat alleen.
Saat met steun.
Zit met lichte steun. 
Kruipt op handen en knieën. 
Tilt het hoofd even op in buikligging. 
10 maanden
1 maand
3 maanden 
4 maanden
5 maanden
6 maanden
7/8 maanden
12 maanden
14 maanden
loopt zelfstandig

Slide 2 - Sleepvraag

Fase van voltooiing 
Vroegtalige fase 
Differentiatiefase 
Voortalige fase 
1
1
2
1
3
1
4

Slide 3 - Sleepvraag

Wat gebeurt er vooral in de motorische ontwikkeling van de baby?

Slide 4 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling: Wat is geen manier hoe een baby leert?
A
Ervaren
B
Herhalen
C
Imiteren
D
Herinneren

Slide 5 - Quizvraag

Conditionering
Op de achtergrond van de quizvraag zag je het plaatje met de hond. Dit noemen ze klassieke conditionering. 
Situatie 1: De hond ziet eten, reactie gaat kwijlen. 
Situatie 2: De hond ziet eten, er wordt een belletje aan toegevoegd. De hond gaat kwijlen terwijl die eten ziet.
Situatie 3: De hond hoort het belletje en is getraind om eten te krijgen en te kwijlen. 

Slide 6 - Tekstslide

Sociaal-affectieve ontwikkeling:
Hoe herkent een baby zijn/haar moeder het best?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Lichamelijke ontwikkeling 

  • Groeitempo neemt af (daarmee eetlust ook)
  • Voornamelijk breedtegroei

Slide 9 - Tekstslide

Grove motoriek ontwikkelt....
A
Schrijven
B
Wrijven
C
Spieren bewegen/aansturen
D
Handen bewegen/aansturen

Slide 10 - Quizvraag

Motorische ontwikkeling
Peuters zijn voortdurend in beweging, oefening baart kunst.
  • Grove motoriek ontwikkelt, grote spieren/spiergroepen aansturen.
  • Van krassen naar binnen de lijntjes kleuren.

Slide 11 - Tekstslide

Beweegmijlpalen
Mijlpaal
Maanden
Achteruit lopen
18
Toren 3 blokjes
18
Toren 6 blokjes
24
Springen op plek
22-36
Fietsen (3wieler)
24-38
Hinkelen
36-48
Vangt stuiterende bal
48>

Slide 12 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
  • Concreet denken
  • Magisch denken
  • Taalontwikkeling en differentiatiefase

Slide 13 - Tekstslide

Concreet denken
  • Denken over hetgeen waar je mee bezig bent of wat je op dat moment ziet. 
  • Nog geen onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie
    --> belevingswereld enorm fantasierijk. 
  • Nog geen oorzaak en gevolg.

Slide 14 - Tekstslide

Magisch denken
Na ongeveer 24 maanden:
  • Imitatiespel / fantasiespel
    - Telefoon pakken en brabbelen / pop opvoeden
    - Meer fantasie: 3 stoelen op rij zijn ineens een boot
  • Snapt nog geen relatie tussen oorzaak en gevolg.
    - Alles was hij niet zal snappen schrijft hij toe aan toverkrachten.

Slide 15 - Tekstslide

Differentiatiefase
(Taalontwikkeling: voortalige en vroegtalige fase bij de baby).
  • Peuter bevindt zich in de differentiatiefase van de taalontwikkeling
  • Gebruiken van woordcombinaties en begrijpen van eenvoudige zinnen.
  • Leert dat er verband zit tussen verschillende woorden en dit samen een zin kan vormen (Syntactische aspect).

Slide 16 - Tekstslide

Sociaal-affectieve ontwikkeling
  • Ontstaan ik-besef
  • Driftig en koppig
  • Begin van gewetenontwikkeling
  • Speelt graag naast anderen
  • Ontstaan vriendschappen
  • Veel angst en fantasie
  • Lust gekoppeld aan zindelijk worden

Slide 17 - Tekstslide

Ik-besef
  • Peuter merkt dat hij de persoon is die morst / de bal weg schopt.
  • Begint zichzelf ook bij eigen naam te noemen omdat hij dit vaak hoort, later wordt dit 'ik' .
  • Ontdekt dat hij iemand is en onafhankelijke keuzes kan maken --> Egocentrisch

  • Egocentrisch: in zijn denken en doen is er geen ruimte voor anderen en kan zich hier ook niet in verplaatsen, kijken door de 'ik-bril'. 

Slide 18 - Tekstslide

Korte samenvatting peuter
Motorisch
Cognitief
Soc.-affectief
Grove motoriek
Concreet denken
Ik-besef
Beweegmijlpalen
Magisch denken
Driftig en koppig
Differentiatiefase
Gewetenontw.
Spelen naast
Onst. vriendschap
Veel angst/fantasie
Lust/zindelijk worden

Slide 19 - Tekstslide

Als sportleider moet ik aansluiten op de rijke belevingswereld van de peuter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent 'egocentrisme'?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

NEXT TIME! 
Je gaat zoals vorige week besproken een levensverhaal schrijven. Je gebruikt de theorie uit de lessen om je levensverhaal aan te vullen. Je start met de levensfase: Peuter Je maakt een voorblad, inleiding en inhoudsopgave en daarna begin je met de baby-tijd en gebruik je de volgende vragen:
1) Peuter:
a) Schrijf een stuk hoe jij was als Peuter (min. ½ A4 tekst)
- Hoe is je band met je ouders/verzorgers?
- Hoe was je als Peuter?
- Wat deed je?
- Hoe zag je eruit?
- Welke mensen waren voor jou belangrijk en waarom?
- Wat was een sleutelervaring in deze leeftijdsfase?
2) Hoe was jij als Peuter als het gaat over de ontwikkelingsaspecten? (min. 1 A4)
- Hoe verliep jouw lichamelijke/ motorische ontwikkeling?
- Hoe verliep jouw verstandelijke/ cognitieve ontwikkeling

Slide 25 - Tekstslide