H8.2

Welkom
3 MAVO ||  2020-2021


Hoofdstuk 8
Over economische grenzen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
3 MAVO ||  2020-2021


Hoofdstuk 8
Over economische grenzen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhalingsopdracht
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

"Nederland heeft een open economie".

Leg in je eigen woorden uit wat hiermee bedoeld wordt.

Slide 3 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je uitleggen:
- welke afspraken er in de Europese Unie zijn gemaakt;
- hoe belangrijk de EU voor de Nederlandse handel is;
- hoe de wisselkoers invloed heeft op de import en export.

Slide 4 - Tekstslide

EU

Slide 5 - Tekstslide

Doelen EU
Vrede
Veiligheid
Economische samenwerking
Sociale solidariteit

Slide 6 - Tekstslide

Europese Unie
Belangrijkste doel: samenwerken op economische gebied.

Gezamenlijke interne markt:
- Vrij verkeer van goederen en diensten
- Vrij verkeer van personen
- Vrij verkeer van kapitaal

Slide 7 - Tekstslide

Voordeel voor Nederland
Vrijhandel binnen de EU en de gunstige ligging van Nederland in Europa zorgen ervoor dat:

het grootste deel van onze export naar andere EU landen gaat
het grootste deel van onze import uit andere landen komt. 

Open grenzen = goed voor onderlinge handel

Slide 8 - Tekstslide

Maar....
EU-lidstaten mogen zelf ook nog veel regels bepalen.

Bijv. een eigen btw-tarief.

Dit lijdt tot oneerlijke concurrentie tussen EU-landen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zorg je er voor dat handel tussen landen makkelijker gaat?

Slide 10 - Open vraag

De euro
Europese Monetaire Unie (EMU): Een groep landen binnen de EU met een gezamenlijke munt, de euro

Europese Centrale Bank (ECB): De centrale bank van landen met de euro (eurozone)

Slide 11 - Tekstslide

Groei & Stabiliteitspact (EMU)
Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP

Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer mag een land de euro invoeren?
Inflatie
Begrotingstekort
Staatsschuld
De inflatie mag maximaal 1,5% hoger zijn dan de gemiddelde inflatie in de drie eurolanden met de laagste inflatie.
Het tekort van de overheid mag niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp).
De totale staatsschuld van de overheid moet lager zijn dan 60% van het bbp.

Slide 13 - Tekstslide

Taken van de ECB
- Door te zorgen dat inflate laagt blijft, behoudt de euro zijn koopkracht.

-  Vaststellen van de hoogte van de rente die banken moeten betalen als ze bij de ECB geld lenen.

- De ECB brengt eurobankbiljetten in omloop.

Slide 14 - Tekstslide

Mag een land zomaar toe treden tot de EU en de euro invoeren?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Land A heeft een inflatie van 1,7% (gemiddeld van de laagste drie EU-landen = 0,3%), een begrotingstekort van 3,3% van het bbp en een staatsschuld van 35% van het bbp

Land A wil de euro invoeren. Kan dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Handel buiten de eurozone
Amerika, Engeland en Japan gebruiken geen euro. Toch handelen we veel me deze landen. 


Slide 17 - Tekstslide

Wat voor effect kan een verandering in de wisselkoers van de euro ten opzichte van die vreemde valuta hebben op de internationale handel?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Maken H8.2
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Samenvatting
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 19 - Tekstslide