LES 5 Voorbereiding Examen Ontvangt en verwerkt goederen
Op welke emballage zit statiegeld?
A
Flessen, rolcontainers, pallets
B
Pallets, krimpfolie, lege displays
C
Eenmalige pallets, kratten, bananendozen
D
Pallets, kratten, bananendozen
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Op welke emballage zit statiegeld?
A
Flessen, rolcontainers, pallets
B
Pallets, krimpfolie, lege displays
C
Eenmalige pallets, kratten, bananendozen
D
Pallets, kratten, bananendozen
Slide 1 - Quizvraag
In het magazijn van een tuincentrum worden zware goederen zoals zakken kunstmest, potgrond en grind op de vloerlocatie van een stelling opgeslagen. Volgens welk soort opslag is dit magazijn ingedeeld?
A
Fysieke eigenschappen
B
Verwantschap
C
Omzetsnelheid
D
Houdbaarheid
Slide 2 - Quizvraag
Wat controleer je bij een kwantitatieve controle van de geleverde goederen?
A
De inhoud van de verpakking
B
De prijs van de artikelen
C
Het aantal colli
D
Alles
Slide 3 - Quizvraag
Welke afbeelding is een plateauwagen?
A
B
C
D
Slide 4 - Quizvraag
In supermarkten wordt het grootste deel van de producten gepresenteerd in schappen. Waarom doen supermarkten dat?
A
Om de verkoopruimte zo efficiënt mogelijk te benutten.
B
Om het de klanten makkelijk te maken om aankopen te doen.
C
Om zoveel mogelijk producten te kunnen verkopen.
D
Makkelijk bij te vullen.
Slide 5 - Quizvraag
In een doe-het-zelfzaak worden de boormachines naast de schroeven gepresenteerd. Hoe heet dit?
A
Facing
B
family-grouping
C
Laterale plaatsing
D
Frontale plaatsing
Slide 6 - Quizvraag
Om welk soort verwantschap gaat het hier?
A
Consumptieverwantschap
B
Koopverwantschap
C
Productieverwantschap
D
Prijsverwantschap
Slide 7 - Quizvraag
Een luxe modezaak heeft een frontdisplay. Welke kleding wordt gepresenteerd in een frontdisplay? De kleding …
A
Uit de nieuwe collectie
B
Van het vorige seizoen
C
Voor de wekelijkse koopavond
D
Aanbiedingen
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat geeft de THT-datum van deze keelpastilles aan?
A
Na 23 maart 2018 moet de consument de bewaarinstructie op de verpakking
volgen.
B
Na 23 maart 2018 kunnen smaak, geur en kleur van de keelpastilles achter uitgaan.
C
Na 23 maart 2018 zijn de keelpastilles niet meer geschikt voor consumptie.
D
Gebeurt niets, gewoon innemen.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het voordeel voor de klant van zo’n presentatie?
A
De klant heeft een goed overzicht van de producten.
B
De klant kan het product zelf uit de vitrine nemen.
C
De producten zijn na aankoop langer houdbaar.
D
De klant kan er om heen lopen?
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Van welke vorm van derving is hier sprake?
A
Niet-criminele derving
B
Onbekende derving
C
Sluipende derving
D
Verdekte derving
Slide 14 - Quizvraag
Welke informatie is op een vrachtbrief te vinden?
A
Afleveradres
B
Inkoopprijs
C
Artikelnummers
D
Wijze van betaling
Slide 15 - Quizvraag
Welke informatie is op een pakbon te vinden?
A
Artikelnummers
B
Aantal Colli
C
Gegevens van de ontvanger
D
Gewicht
Slide 16 - Quizvraag
Voor elk product dat je moet picken, is er een aparte orderregel op de bestelling van een klant. Hierop staat het soort product en het aantal producten dat je moet pakken. Welke informatie vind je nog meer op een orderregel?
A
De prijs van het product
B
De gewenste afleverdatum
C
Speciale wensen van de klant
D
Waar het product ligt
Slide 17 - Quizvraag
Nasim heeft alle artikelen voor een klant bij elkaar verzameld en gecontroleerd of alles echt compleet is. Wat is nu de logische volgende stap ?
A
De bestelling klaarzetten
B
De bestelling laden
C
De bestelling verpakken
D
De bestelling verzendklaar maken
Slide 18 - Quizvraag
Aan wie verkopen detailhandelsbedrijven hun artikelen?
A
Aan consumenten
B
Aan expediteurs
C
Aan groothandels
D
Aan producenten
Slide 19 - Quizvraag
Er zijn verschillende beroepen in de detailhandel. Youssef heeft veel kennis van de verschillende soorten fietsen in zijn winkel. Het is zijn taak om advies te geven aan klanten. Hij bezoekt regelmatig vakbeurzen om op de hoogte te blijven van de laatste trends. Youssef stuurt ook een aantal verkopers aan. Welke functie heeft Youssef?
A
Assistent verkoop
B
Eerste verkoper
C
Manager retail
D
Ondernemer retail
Slide 20 - Quizvraag
Op de website van een modeketen staat: ‘U kunt uw bestelling een dag later al klimaatvriendelijk laten bezorgen voor een bedrag van € 4,99. Voor leden is de bezorging bij besteding van € 40 gratis.’ Dit is een verbeeld van een :
A
Betalingsconditie
B
Leveringsconditie
C
Inkoopconditie
D
Sportconditie
Slide 21 - Quizvraag
Er zijn verschillende soorten emballage. Welke soort emballage verlaat via klanten de winkel?
A
Bierkratten
B
Rolcontainers
C
Pallets
D
Plastic kratten
Slide 22 - Quizvraag
Er zijn verschillende soorten emballage. Welke soort emballage verlaat NIET via klanten de winkel?
A
Rolcontainers
B
Bierkratten
C
Pallets
D
Plastic kratten
Slide 23 - Quizvraag
Niet-criminele derving kan op verschillende manieren ontstaan. Wat is een voorbeeld van een controlefout?
A
De verkeerde artikelcodes zijn ingevoerd in het systeem
B
De hoeveelheid goederen is niet goed vergeleken met de pakbon.
C
Goederen zijn beschadigd bij in- en uitpakken.
D
Retour gezonden goederen zijn niet geboekt.
Slide 24 - Quizvraag
Wat geldt voor de volgende beweringen over de verschillende beroepen in de detailhandel? I Een assistent-verkoper heeft meer leidinggevende taken dan een eerste verkoper. II Een eerste verkoper heeft meer leidinggevende taken dan een verkoper.
A
I is juist
B
II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Bij de viswinkel Groen en Jansen kun je iedere dag verse haring kopen. Welk verschil overbrugt de detailhandel hier?
A
Plaats
B
Tijd
C
Kennis
D
Hoeveelheid
Slide 26 - Quizvraag
Een winkelmedewerker plaatst een bestelling. De bestelling komt binnen bij het distributiecentrum en wordt samengevoegd. Wat is in de externe route nu de eerstvolgende stap?
A
De afdeling planning berekent een laadplan en route voor de
vrachtauto.
B
De expeditiemedewerker laadt de container of pallet volgens het
laadplan in de vrachtwagen.
C
De heftruckchauffeur zorgt ervoor dat er voldoende pickvoorraad
voor de orderpicker is.
D
De orderpicker verzamelt de goederen en plaatst deze in een
container of op een pallet.
Slide 27 - Quizvraag
Wat is fulfilment?
A
Een methode van plaatsing van artikelen waarbij de
attentiewaarde wordt verhoogd.
B
Een procedure om de veiligheid van medewerkers te waarborgen
bij het opslaan van goederen.
C
Een systeem waarbij artikelen op een willekeurige manier in het
magazijn worden opgeslagen.
D
Een vorm van magazijnbeheer waarbij alle magazijntaken worden
uitbesteed aan een ander bedrijf.
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Welke opslagmethode kan het best gekozen worden voor dit product in een drogisterij?
A
Afsluitbare ladekast
B
Stelling
C
Pallets
D
Opbergbakjes
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Waar vind je de naam van de leverancier?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 32 - Quizvraag
Dit is het deel van de winkel waar alleen personeel mag komen. Je vindt hier de opslagruimte, de kantoorruimte en de personeelskantine. Hoe heet dit deel van de winkel?
A
Kassaoppervlakte
B
Magazijnoppervlakte
C
Operationele oppervlakte
D
Verkoopoppervlakte
Slide 33 - Quizvraag
Welke display is geschikt om grote aantallen oude voorraad te verkopen en heeft vaak een wat goedkopere uitstraling?
A
Actiedisplay
B
Massadisplay
C
Sfeerdisplay
D
Themadisplay
Slide 34 - Quizvraag
Een klant stopt voor een etalage. Hij bekijkt met belangstelling een bepaald product. Daarna gaat hij de winkel in om daar het artikel uit de etalage beter te kunnen bekijken. In welke fase van de AIDA-formule bevindt deze klant zich?