KT2 module 2 les 4 Urine

AFP Nieren en urinewegen
DA1V
Module 2
Les 4
12 December 2024
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

AFP Nieren en urinewegen
DA1V
Module 2
Les 4
12 December 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Welkom + Osiris
  • UWI
  • Nierproblematiek
  • Onderzoeken m.b.t. urologie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feitjes: 
  • Je kunt prima met 1 nier leven
  • Meer dan 16.000 mensen kampen in Nederland met nierfalen
  • Als je nieren nog nauwelijks werken en een transplantatie niet (meteen) kan, heb je een kunstnier nodig om in leven te blijven. Dat heet dialyseren. Hoe dat gaat, kun je thuis in onderstaand filmpje bekijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierdialyse

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
  • Latijn: Ren en meervoud: renes
  • Functies:
 - Regulatie van de juiste hoeveelheid water
 - Regulatie van zouten en mineralen
 - Regulatie juiste zuurgraad (pH) in het bloed-
  - Uitscheiding van schadelijke/afvalstoffen
 - Handhaving van bloeddruk
 - Productie hormonen

Slide 5 - Tekstslide

Filteren van afvalstoffen, vocht en zout balans, hormonale functie

Kort samengevat:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
  • Renine: regeling van de bloeddruk (renine wordt aangemaakt wanneer de doorbloeding in de nieren afneemt, dus renine verhoogd de bloeddruk)
  • Calcitriol: activeren van vitamine D (omzet) – opname van calcium in het maag-darmkanaal+ afzetten van kalk in de botten
  • Erytropoetine: vorming van de rode bloedlichaampjes in het beenmerg

Slide 8 - Tekstslide

Als de bloeddruk daalt, gaan de nieren meer renine maken. Dat zorgt ervoor dat de bijnieren een ander hormoon maken, aldosteron. Dit hormoon zorgt ervoor dat de nieren water en zouten gaan vasthouden. Daardoor stijgt de bloeddruk weer.

Anatomie
  • 11 cm lang, 7 cm breed en
  3 cm dik
  • Roodbruine boonvormige
  • Organen
  • Ze liggen buiten het buikvlies
   (extra peritoneaal)
  • De rechternier ligt lager omdat
     hij onder de zware lever ligt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren worden beschermd door:
  • 3 lagen bindweefsel:
 -Het vezelige nierkapsel 
-Het vetkapsel rondom de nier (perirenaal)
-Het peesblad (renale fascie/ fascia renalis)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten (Cumlaude)
  • Opdracht: Begrippenlijst nieren
  • Opdracht: Cystitis, pyelonefritis, glomerulonefietis, urolithiasis, nierinsufficiëntie, cystenieren, nierkanker en urine-incontinentie
Zo kun je de stof beter verwerken/leren
Antwoorden plaats ik einde van deze week op Cumlaude. 
  • Gebruik Latijnse benamingen in je antwoorden met de Nederlandse uitleg van het begrip

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om thuis nog eens te bekijken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om thuis nog eens te bekijken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfectie (UWI)
  • Cystitis = blaasontsteking
  • Vaker bij vrouwen dan bij mannen
  • Darmbacterie komt in de blaas
  • Vaker bij jonge vrouwen i.v.m. geslachtsgemeenschap
  • Mannen op latere leeftijd
  • Blaas minder krachtig en bekkenbodem + verzakking vrouwen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen UWI
  • Onschuldige infectie  blaas ontstoken en daardoor geprikkeld
  • Pijn onderbuik
  • Vaak kleine beetjes plassen
  • Loze aandrang
  • Plassen pijnlijk
  • Bloed bij de urine
  • Troebele urine
  • Stinkende urine

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
  • Nitriet -> bacteriën produderen dit
  • Diplside -> urinekweek -> in broedstoof of 24 uur bij kamertemperatuur -> bacteriegroei
  • Sediment -> leuko’s en bacteriën tellen
  • Opsturen naar lab voor kweek + resistentiebepaling (liefst ochtendurine) nadeel dat het langer duurt
  • Behandeling met antibiotica
  • Bij mannen en kinderen uitzoeken hoe het is ontstaan -> consult HA

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gecompliceerde UWI
  • Uwi met koorts
  • Mannen
  • Zwangeren
  • Kinderen
  • Patiënten met afwijkingen aan de nieren
  • Verminderde weerstand
  • Patiënten met DM2
  • Katheter

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pyelonefritis
  • Nierbekkenonsteking
  • Wanneer urine maar 1 kant op stroomt -> urine loopt vanuit de blaas terug de nier in
  • Soms is urolithiasis (niersteen) ook een oorzaak!
  • Pijn zij, rug, aanvalsgewijs, koorts, ziek, misselijk, braken bij ook nierstenen kolieken
  • Complicatie is urosepsis -> bacteriën bereiken bloed
  • Vaak thuis behandeld
  • Bij chronische pyelonefritis: controle NF -> niertransplantatie of nierdialyse

Slide 18 - Tekstslide

Bij een nierbekkenontsteking is het nierbekken ontstoken. Dit kan zo zijn bij 1 of bij beide nieren. Het komt door bacteriën.
Het nierbekken zit aan de onderkant van de nier. Het is een soort trechter. De nieren maken de plas. De plas stroomt vanuit het nierbekken via de urineleider naar de blaas.
Glomerulonefritis en glomerulopathie
  • Ontsteking en aantasting van nierschors
  • Oorzaak kan DM en HY zijn
  • Glomerulonefritis kan auto-immuunziekte zijn (immuunsysteem keert zich tegen zichzelf -> goede cellen worden opgeruimd door lichaam)
  • Symptomen: hematurie/proteïnurie, hoge RR kan oorzaak en gevolg zijn
  • Bij slechte NF: moe, afvallen, jeuk, Kreat en ureum verhoogd
  • Zorgen voor goede tensie!!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urolitiasis
  • Nierstenen
  • Meer bij mannen dan vrouwen
  • Zouten slaan in urinewegen neer -> te zien op röntgenfoto
  • Pijn doordat urine niet goed kan passeren, komt in aanvallen, pijn naar lies, balzak, misselijk, braken, bewegingsdrang
  • Complicatie is pyelonefritis
  • Steentjes worden vaak uit geplast
  • NSAID injectie soms vergruizen -> apparaat met schokgolven -> gruis wordt uit geplast

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierinsufficiëntie
  • Acuut en Chronisch nierfalen
  • Acuut -> door ernstige acute oorzaken ontstaan vergiftigingen -> helft van de mensen overleeft dit niet. Bijv. ernstige brandwonden, hartfalen, ongeval
  • Chronisch -> DM, HY, infecties, glomerulonefritis, cystenieren -> tekort aan erytropoëtine door -> leidt tot anemie -> Hoge tensie, eiwit in urine, in bloed veel afwijkingen -> aangepast dieet zout en eiwit (minder belasting nieren), medicatie of over tot dialyse/niertransplantatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialyse
  • Afvalstoffen en vocht worden uit lichaam verwijderd.
  • Bloed wordt naar apparaat gepompt (3 maal per wk aantal uren)
  • Bloed wordt gezuiverd door kunstnier
  • Tussen behandelingen door voelt patiënt zich minder fit.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urethritis
  • Infectie van de plasbuis
  • Klacht: branderigheid en pijn bij het plassen
  • Vaak veroorzaakt door SOA -> chlamydia (waterig vocht uit plasbuis) of gonorroe/druiper (etterend)
  • Diagnose door bloed of urine -> positief antibiotica
  • Kan leiden tot verminderde fertiliteit
  • Sexuele contacten van laatste half jaar informeren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine-incontinentie
Stress-incontinentie: bij drukverhoging als niezen, lachen springen -> bekkenbodem trainen bij fysio
Urge-incontinentie: plotselinge aandrang en plas niet op kunnen houden -> hele plas wordt verloren -> kan aandoening blaas, zenuwstelsel of bijwerking medicatie zijn -> blaastraining door steeds > 15 min plas uit te stellen -> geen medicatie voor tenzij blaastraining niet helpt bijv. oxybutynine, solifenacine (let op bijwerkingen als maag, obstipatie, suf, wazig zien, droge mond)


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentiemateriaal
Incomateriaal: 
  • Veel voorkomende vraag in HAP -> advies bij apotheek/andere verstrekker, let daar op! 
  • Verzekeraar/vergoeding --> hoeveel mag er gebruikt worden
  • Proefpakketjes

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enuresis nocturna
  • >6 jaar en > 2 maal per maand in bed plassen
  • Komt veel voor
  • Primair (vanaf de geboorte)
  • Secundair (na zindelijk weer in bed plassen) vaak psychosociale problemen de oorzaak -> mishandeling, echtscheiding, gezinssamenstelling, spanningen
  • Plaswekker/kalender, soms medicatie desmopressine -> remt de urineproductie af

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineretentie
  • Urineretentie is een ophoping van urine in de blaas omdat men niet meer kan plassen of slechts kleine beetjes plast. Retentie betekent vasthouden
  • Acuut: buikpijn en een pijnlijke aandrang om te urineren zonder dat te kunnen.
  • Chronisch: het plassen komt moeilijk op gang, telkens terugkerende aandrang tot plassen, een opgezette buik, een slappe urinestraal die eindigt met druppelen, kleine beetjes urine verliezen.
  • Oorzaken
  • Behandeling

Slide 27 - Tekstslide

Oorzaken urineretentie
Als druk van buiten op de plasbuis wordt uitgeoefend, kan dat de urinestroom tegenhouden en zo acute of chronische urineretentie veroorzaken.

Bij mannen kan urineretentie het gevolg zijn van:
Een goedaardige of kwaadaardige prostaatvergroting.
Een prostaatabces (met pus gevulde zwelling), een plasbuisvernauwing (urethrastrictuur)of een vernauwing van de voorhuid (phimosis).
Een vernauwing van de blaasuitgang door een goedaardige prostaatvergroting ( BPH). De prostaat ligt om de urinebuis heen. Als de prostaat groeit kan deze de urinebuis dichtdrukken. Dit leidt tot een vernauwing of afsluiting van de blaasuitgang (obstructie). Hierdoor kan de urine moeilijk uit de blaas en ontstaan plasproblemen.
Verminderde spierkracht in de blaaswand. Onder andere door zenuwbeschadiging.

Bij vrouwen kan urineretentie het gevolg zijn van:
Vaginale verzakkingen dan wel van blaas, rectum of baarmoeder.
Afwijkingen van de plasbuis.
Operaties voor urineverlies.
Tumoren in het kleine bekken.
Fowler Syndroom; overactiviteit van de plasbuis-sluitspier.

Risicofactoren
In korte tijd veel (alcohol) drinken. Vooral als er al sprake is van een prostaatobstructie (man);
De verwijdering van een katheter;
Medicijnen;
Operaties;
Bloeding in de blaas;
Pijn in het bekken;
Onbeweeglijkheid na een operatie;
Schade aan zenuwen;
CVA (herseninfarct);
Dwarslaesie;
Trauma van de plasbuis;
Obstipatie
Blaasschade door diabetes mellitus.
overactieve blaas
  • Opeens nodig plassen,  heel vaak naar de wc, gedurende de dag en ook 's nachts.
  • Soms ook urine verlies
  • Bij een overactieve blaas is de blaas extra prikkelbaar. De blaas spant zich al aan als hij nog helemaal niet vol is. De hersenen krijgen ook al een seintje dat er urine in de blaas zit maar nog helemaal niet vol is. 
  • Vaak is er geen duidelijke oorzaak.
www.thuisarts.nl


Slide 28 - Tekstslide

De kans dat de blaas zich te snel aanspant is groter:
als u ouder wordt;
wanneer u, uit voorzorg, extra vaak naar de wc gaat. Uw blaas is dan niet meer gewend om de plas op te houden. Het wordt daardoor lastiger om de plas op te houden;
bij angst om ongewild urine te verliezen;
als u voortdurend de bekkenbodemspieren aangespannen houdt. Dit gaat vaak ongemerkt en geeft druk op de blaas;
als u veel koffie drinkt (of andere dranken met cafeïne zoals thee, cola en energiedrankjes). De blaas vult zich dan sneller, waardoor de druk in de blaas en de aandrang om te plassen toenemen.
als u bepaalde medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld bepaalde plaspillen en medicijnen tegen depressie of psychose).
bij irritatie van de blaas bijvoorbeeld na een blaasontsteking of bestraling (radiotherapie);
na een operatie in het kleine bekken (bijvoorbeeld een operatie tegen urineverlies bij inspanning).

Blaastraining:
 kunt oefeningen doen waarbij u het plassen steeds uitstelt.
Dit kan met begeleiding van een bekkenfysiotherapeut.
Voor vrouwen is er ook een app voor op uw telefoon of tablet: URinControl. De app vraagt om een paar persoonlijke gegevens. U krijgt dan herinneringen voor de oefeningen.
Zo leert u de plas steeds langer op te houden. U moet dan gedurende een langere periode dagelijks oefeningen blijven doen.
De meeste mensen merken dat de klachten verminderen of stoppen.
Blaastraining helpt alleen zolang u de oefeningen regelmatig blijft doen.

Adviezen:
Gebruikt u medicijnen (voor een andere aandoening)? Vraag aan uw huisarts of deze medicijnen plasklachten kunnen veroorzaken of verergeren. Als dat zo is, dan kan de huisarts het medicijn misschien minderen of vervangen door een ander medicijn.
Bij fors overgewicht, kan afvallen misschien helpen de klachten te verminderen.
Drinkt u regelmatig koffie (of andere dranken met cafeïne zoals thee, cola en energiedrankjes)? Probeer dan 2 weken geen koffie (of cafeïne-houdende drankjes) te drinken. Kijk of dit helpt.
Zorg wel dat u genoeg blijft drinken (anderhalve liter vocht per dag).

Behandeling
Heeft 3 maanden blaastraining nog te weinig geholpen? Dan kunt u met de huisarts bespreken of u een medicijn wilt gebruiken. Bijvoorbeeld tolterodine .

Dit medicijn ontspant de spieren van de blaas. Er kan daardoor meer urine in de blaas.
Het medicijn kan helpen, maar het is niet bekend of het lang werkt.

Het medicijn heeft ook bijwerkingen, zoals hoofdpijn, een droge mond, huid en ogen, verstopping, wazig zien.
Ook duizeligheid is een bijwerking. Daardoor kunt u makkelijker vallen.

Mensen met dementie mogen het niet hebben. Het kan dementie snel erger maken.
De huisarts bespreekt de voor- en nadelen van dit medicijn met u.
Gaat u het slikken en merkt u geen verbetering na 3 tot 6 maanden? Of heeft u last van bijwerkingen? Dan kunt u ermee stoppen. Bespreek dit met uw huisarts. U kunt in 1 keer stoppen, afbouwen is niet nodig.
Uroloog
  • Houdt zich bezig met ziekten en problemen van urinewegen
Verwijzing i.v.m.:
  • Urolithiasis: nierstenen
  • Recidiverende UWI’s 
  • BPH benigne prostaat hypertrofie: goedaardige prostaatvergroting -> drukt plasbuis dicht -> druppelen, vaak er uit in de nacht
  • Prostaatcarcinoom: prostaatkanker: RT + lab Prostaat is hard en bobbelig, zwaar ziekbed, vaak met metastasen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg Uroloog
  • Incontinentie
  • Erectiestoornissen: bloedvaten en zenuwen functioneren niet goed -> roken, alcohol, diabetes, psychisch of relatieprobleem -> vaak combinatie van factoren
  • Nier-en blaaskanker: Wilmstumor bij kinderen, Grawitztumor bij volwassenen -> bloed plassen
  • Zaadbalkanker -> pijnloze zwelling balzak bij jongvolwassenen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvullend onderzoek urologie
Urineonderzoek
Bloedonderzoek
Echo van de blaas, balzak prostaat, nieren
Intraveneus urogram -> met contrastvloeistof urinewegen
Duplex echo penis -> bloeddoorstroom wordt gemeten
Renogram: scintigrafie van de nieren
Botscan -> ivm uitzaaiingen
Cystoscopie -> soort kijkonderzoek
CT, MRI
Urodynamisch onderzoek -> kracht urinestraal meten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingen
  • Antibiotica/medicatie/voeding/leefregels
  • Vergruizen nierstenen
  • TURP transutherale resectie van de prostaat (afpellen)
  • Neuromodulatie: door apparaatje wordt de zenuw van de maag darm geprikkeld
  • Pessarium
  • Chemo
  • Nefrectomie
  • Verwijderen zaadbal

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldvormend onderzoek
  • Echo: geluidsgolven
  • X: rontgenstralen
  • CT: rontgenstralen door lichaam in plakjes te verdelen
  • MRI: magnetische velden: dwars, lengte en schuine doorsneden (bot niet goed beoordeeld)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scintigrafie
  • PET-CT scan: radioactief materiaal wordt in lichaam gespoten om oneffenheden te kunnen vinden -> als de radio actieve vloeistof niet verschijnt op sommige plekken, duidt dat op een probleem.
  • Bijvoorbeeld bij hart, schildklier, bot, long

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pathologie
  • Materiaal bekijken onder de microscoop
  • Via punctie/ biopt verkregen weefsel
  • PA lab, bijvoorbeeld:
- ->Endoscopie, weefsel dermatologie, beenmerg, prostaat, schildklier, lymfeklier, gynaecologie, mammae

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 9 januari 2025
  • Alle lesstof doornemen van module 2
  • Welke vragen heb je nog? Iedereen bedenkt 2 vragen 
  • Vragen die er nog zijn, voor 6 januari mailen naar: ibosma@deltion.nl

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies