AFP 2.8.1

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Bewegingsapparaat
DA2 2.8.1 (vervolg)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Bewegingsapparaat
DA2 2.8.1 (vervolg)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afgelopen les
welke ziektebeelden? wat was het ook al weer?

Slide 2 - Tekstslide

Trigger points = pijnlijke plekken tijdens drukken bij onderzoek
Aandoening niet vastgesteld
Somatoforme stoornis: sprake van lichamelijke klachten zonder lichamelijke of psychische verklaring

Fybromyalgie 
Weke delen van het bewegingsapparaat -> spieren, pezen en bindweefsel

- ‘WEKEDELENREUMA’
- Trigger points

Somatoforme stoornis


Slide 3 - Tekstslide

Trigger points = pijnlijke plekken tijdens drukken bij onderzoek
Aandoening niet vastgesteld
Somatoforme stoornis: sprake van lichamelijke klachten zonder lichamelijke of psychische verklaring

Behandeling/onderzoek
Afwachten
Vermijden van stress, zorgen voor en gezond regelmatig leven, goed slapen en conditieverbetering hebben mogelijk een gunstige invloed.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen
Paracetamol

NSAID’s
DMARD’s

Kijk in je boek (of apotheek.nl) of je namen van deze geneesmiddelen vind die je herkent
Kan je ook vinden hoe ze werken?

Slide 6 - Tekstslide

Kijk in je boek (of apotheek.nl) of je namen van deze geneesmiddelen vind die je herkent
Kan je ook vinden hoe ze werken?

NSAID’s
prostaglandinesynthetaseremmer

NSAID’s remmen de aanmaak van prostaglandine. Dit stofje geeft de pijnprikkel door dus als je dat minder hebt wordt de pijnprikkel minder goed doorgegeven. 

Slide 7 - Tekstslide

Bij het pijnproces spelen prostaglandinen een belangrijke rol. Prostaglandinen zijn stoffen die in het lichaam worden gevormd. Ze hebben een belangrijke functie bij het ontstaan van pijnprikkels en het doorgeven van die prikkels aan het centraal zenuwstelsel. De pijnprikkel wordt via zenuwen doorgegeven aan het ruggenmerg en van daaruit verplaatst de prikkel zich naar de hersenen. In de hersenen wordt de prikkel herkend als pijn.
NSAID’s remmen de aanmaak van prostaglandine. Door de vorming (synthese) van prostaglandinen te remmen, vermindert de pijnprikkel. Ze worden dan ook wel prostaglandinesynthetaseremmers genoemd. Alle NSAID’s hebben een pijnstillende werking. Deze middelen hebben daarnaast een ontstekingsremmende (antiflogistisch) en/of een koortsdempende werking (antipyretisch).
De NSAID’s worden gebruikt bij lichte tot matige pijn zoals hoofdpijn, kiespijn, spierpijn of menstruatiepijn. Bovendien worden ze gebruikt bij ontstekingen of pijnlijke aandoeningen van de gewrichten, spieren en pezen, zoals bij schouderklachten, rugklachten of een pijnlijke knie of enkel.

NSAID's
NSAID’s werken:
- pijnstillend
- ontstekingsremmend 
- koortsdempend

Wat is het verschil met paracetamol? 

Slide 8 - Tekstslide

Paracetamol is niet ontstekingsremmend
NSAID’s
- acetylsalicylzuur
- carbasalaatcalcium                                                                   Waarom?
- diclofenac
- ibuprofen
-naproxen
- meloxicam 

Slide 9 - Tekstslide

Een veelvoorkomende bijwerking van NSAID’s is maagklachten. Langdurig gebruik van deze middelen kan zelfs leiden tot een maagzweer. Dit is een gevolg van het werkingsmechanisme; de in het lichaam gevormde prostaglandinen spelen namelijk niet alleen een rol bij het ontstaan van pijn, maar beschermen ook het maagslijmvlies. Als de vorming van het natuurlijke prostaglandine geremd wordt, neemt die beschermende werking af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies gemakkelijker irriteren. Bij langdurige irritaties, of bij patiënten die daarvoor gevoelig zijn, kan dat leiden tot een maagzweer. Deze bijwerking is dan ook niet afhankelijk van de toedieningsweg: ze kan zowel optreden na orale als na rectale toediening. Alleen de directe inwerking op het maagslijmvlies treedt bij rectale toediening niet op.

NSAID's
Andere risico's:
Vergrote kans op hart- en vaataandoeningen, overgevoeligheid, nierbeschadiging
Interacties met:
antistollingsmiddelen
SSRI's (antidepressivum)
plaspillen 

Slide 10 - Tekstslide

Een veelvoorkomende bijwerking van NSAID’s is maagklachten. Langdurig gebruik van deze middelen kan zelfs leiden tot een maagzweer. Dit is een gevolg van het werkingsmechanisme; de in het lichaam gevormde prostaglandinen spelen namelijk niet alleen een rol bij het ontstaan van pijn, maar beschermen ook het maagslijmvlies. Als de vorming van het natuurlijke prostaglandine geremd wordt, neemt die beschermende werking af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies gemakkelijker irriteren. Bij langdurige irritaties, of bij patiënten die daarvoor gevoelig zijn, kan dat leiden tot een maagzweer. Deze bijwerking is dan ook niet afhankelijk van de toedieningsweg: ze kan zowel optreden na orale als na rectale toediening. Alleen de directe inwerking op het maagslijmvlies treedt bij rectale toediening niet op.

DMARD's
'diseas-modifying antireumatic drugs'

Duurt meestal 1-6 maanden voordat het werkt

DMARD's bij reuma:
- methotrexaat
-sulfasalazine

Slide 11 - Tekstslide

(staat niet in nieuwe boek, kan je wel tegenkomen op herhaalrecepten)
Precieze werking is niet bekend.
Worden door specialist voorgeschreven