Gebruik indefinido en imperfecto (27-5)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la clase de español!

Hoy es........

¿Qué hacemos hoy?

• ¿Qué hemos hecho?

• ¡A trabajar!
  

• Fin de la clase

• El objetivo (5)
• Acties (10)
• Verzoeken formuleren (10)
• Evaluación (5)
  

¿Qué?

* Gebeurtenissen en omstandigheden beschrijven

Deberes: 

* Nakijken opdracht A, B, C en D van opdrachtenformulier.

¿Qué hemos hecho?

El objetivo

Imperfecto

Is de tijdsduur afhankelijk van de indefinido en de imperfecto? 

Nee, je bekijkt het verleden alleen vanuit een andere invalshoek.

Waarvoor wordt de imperfecto gebruikt?

 

Cuando Mixtli entró en la casa, escuchó un ruido. 

Met de indefinido geef je twee acties aan die na elkaar plaatsvinden. ¿Qué pasó y qué pasó después?

Beschrijving van acties of situaties

Met de imperfecto vertel je een actie die op hetzelfde moment plaatsvindt. Deze actie geeft een context (imperfecto) aan de hoofdactie (indefinido).

Cuando Mixtli entraba en la casa, escuchó un ruido..

Welke verleden tijden gebruik je bij afgesloten acties en bij acties die nog voortduren? 

- Afgesloten acties --> indefinido

- Acties die nog bezig zijn --> imperfecto

Gebruik indefinido en imperfecto

 

Beschrijving van acties en situaties

Acties in de indefinido beginnen en worden afgesloten.

Un día, mientras los otros dioses bebían y se deleitaban con la bebida, Quetzalcóatl robó cuatro granos de cacao, los ocultó en su barba y bajó a la Tierra.

De omstandigheden in de imperfecto zijn acties die op het moment van vertellen nog bezig zijn en worden niet afgesloten. 

Kun je de imperfecto ook toepassen als je niet in het verleden praat? 

¡Sí! 

Gebruik indefinido en imperfecto

 

Een beleefd verzoek

De imperfecto gebruik je ook om een verzoek beleefd te formuleren.

¿Podría usted ayudarme?

- Zou u mij kunnen helpen? 

Wat is de meest voorkomende fout bij het toepassen van de indefinido en de imperfecto? 

Gebruik indefinido en imperfecto

 

Beschrijving van acties en situaties

Een beoordeling van een actie of situatie doe je met de indefinido. De spreker ziet deze actie of situatie als afgesloten en neemt er afstand van.  

Fue agradable conversar con Ocopilli.

Me gustó escuchar sus palabras.

De beschrijving van een actie of situatie doe je met de imperfecto.  De spreker herleeft de situatie en plaatst zich dichtbij de actie  in het verleden. 

Era agradable conversar con Ocopilli. Me gustaba escuchar sus palabras.

Ik begrijp de lesstof....

1. onvoldoende
2. redelijk
3. voldoende
4. goed

Fin de la clase...

• ¿Preguntas?

• Wat ging goed?

• Wat kan er verbeteren?
  

Volgende les?

¿Qué?

Meetmoment Spaans

¿Preparar?

Zorg dat je toegang hebt tot LessonUp.

¿Qué tal la clase?