Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toets Spelling
Spelling
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van spelling?
Alles nog
Iets
Mwhoo, gaat wel
Wat is spelling?
Slide 2 - Poll
Je krijgt verschillende vragen over de spelling zoals werkwoordspelling of het gebruik van een trema.
Slide 3 - Tekstslide
Maar eerst dit ..........
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Werkwoordspelling
Slide 6 - Tekstslide
Heb je wat van deze les geleerd?
Ja? Wat heb je geleerd?
Slide 7 - Open vraag
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Als u met u creditcard betaal.., moet u dit wel melden.
A
Betaald
B
Betaaldt
C
Betaalt
D
Betaal
Slide 8 - Quizvraag
Naar alle mensen die langs de kant stonden, hebben de prinsesje (wuiven)
A
gewuift
B
gewuifd
C
gewuivt
D
gewuivd
Slide 9 - Quizvraag
Gisteren (updaten) Marnix zijn laptop opnieuw
A
update
B
updatede
C
updatete
D
updated
Slide 10 - Quizvraag
Toen de show was afgelopen, verlieten de bezoekers (lachen) het theater
A
lachent
B
lachendt
C
lachend
D
-
Slide 11 - Quizvraag
Jij hebt dit goed (timen)
A
getimed
B
getimt
C
getimet
D
getimd
Slide 12 - Quizvraag
Gisteren (paintballen) de teams in een loods
A
Paintballden
B
Paintbalde
C
Paintbalden
D
Paintballde
Slide 13 - Quizvraag
De leerling-kok (braden) het vlees aan beide kanten goudbruin
A
braden
B
braade
C
braadde
D
braadden
Slide 14 - Quizvraag
Herman en zijn vriendin (reizen) vorig jaar naar Indonesie.
A
reiste
B
reisten
C
reisde
D
reisden
Slide 15 - Quizvraag
Denk jij dat zijn directeur iedereen altijd vertrouw...
A
Vertrouwt
B
Vertouwdt
C
Vertrouwd
D
Vertrouwdd
Slide 16 - Quizvraag
De geërgerde werknemers (bonzen) boos op de deur
A
bonsde
B
bonsden
C
bonste
D
bonsten
Slide 17 - Quizvraag
Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën
In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig
Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum
Slide 18 - Tekstslide
Trema?
financieel
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
Trema
Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
Slide 20 - Quizvraag
Trema?
industriele
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Hoe schrijf je het meervoud van genie?
Slide 22 - Open vraag
Apostrof of niet?
A
Karins handtas
B
Karin's handtas
C
Karins' handtas
D
Karins's handtas
Slide 23 - Quizvraag
Wanneer gebruik je een apostrof?
A
Als één of meer letters zijn weggelaten
B
bij bezitsaanduidingen
C
na cijfers en afkortingen
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 24 - Quizvraag
Apostrof of niet?
A
cdtje
B
cd'tje
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de apostrof?
A
;
B
/
C
'
D
"
Slide 26 - Quizvraag
Apostrof?
65+ + er
A
65+-er
B
65+'er
C
65+er
Slide 27 - Quizvraag
Een samenstelling
A
is een woord gemaakt van meerdere losse woorden
B
zijn losse woorden, die eerst aan elkaar vast zaten
C
is een gezin dat bestaat uit ouders met kinderen uit een eerdere relatie
D
leer je bij wiskunde
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een samenstelling?
A
Aaibaar
B
Meisjesfiets
C
kapot
D
niks
Slide 29 - Quizvraag
Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
huiswerkmap
Slide 30 - Quizvraag
Waarom schrijf je dorpsschool?
A
Je hoort de -s- in dezelfde soort samenstellingen.
B
Je hoort de -s-.
C
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.
D
Het eerste woord heeft een meervoud op -en en op -s.
Slide 31 - Quizvraag
Wat is een samenstelling?
A
avon+tuur = avontuur
B
melk + pak = melkpak
C
honger+ig = hongerig
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer
D
schermpjes
Slide 33 - Quizvraag
wat is een samenstelling?
A
meerdere woorden vormen een woord
B
twee woorden vormen een woord
C
een woord met een voorvoegsel
D
een woord met een achtervoegsel
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een samenstelling?
A
betekenis
B
persoon
C
telefoon
D
nagellak
Slide 35 - Quizvraag
Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots
Slide 36 - Quizvraag
Wat hebben we geleerd?
heel veel
niets
een beetje
veel
Slide 37 - Sleepvraag
Wat vond je van de Lessonup?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Poll
Meer lessen zoals deze
Toets Spelling
Mei 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
21/22 week 8 les 1
Februari 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4.5 spelling -klas 3
Januari 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3M Les 7 spelling
Oktober 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Ma 6 nov Apostrof en Trema
April 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Ma 6 nov Apostrof en Trema
November 2023
- Les met
24 slides
herhaling 4.5 4.7 en 4.8
Mei 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Spelling - H5.8 - leestekens in een woord
Maart 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3