Je verdient € 430 per maand. Volgens de nieuwe cao krijg je per 1 januari een loonsverhoging van 2,3%. Bereken het loon dat je vanaf 1 januari krijgt.
A
439,89
B
98,90
C
420,11
D
440,00
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Je verdient € 430 per maand. Volgens de nieuwe cao krijg je per 1 januari een loonsverhoging van 2,3%. Bereken het loon dat je vanaf 1 januari krijgt.
A
439,89
B
98,90
C
420,11
D
440,00
Slide 1 - Quizvraag
Je brutoloon is € 2.150. Je betaalt € 225,75 aan loonbelasting en € 137,50 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.
A
2.513,25
B
2.238,25
C
2.150,00
D
1.786,75
Slide 2 - Quizvraag
Je brutoloon is € 1.590. 19% van je brutoloon gaat naar loonbelasting en sociale premies. Bereken je nettoloon.
A
302,10
B
1.287,90
C
1.892,10
D
2.194,20
Slide 3 - Quizvraag
Gert en Anton beginnen een vennootschap onder firma. Hun startkapitaal is € 35.000. Van dit bedrag is 62% afkomstig van Gert, de rest komt van Anton. Bereken welk bedrag Anton heeft bijgedragen aan het startkapitaal.
A
21.700
B
35.000
C
13.300
D
21.451,61
Slide 4 - Quizvraag
Een bedrijf heeft 250.000 aandelen. Per aandeel betaalt het bedrijf € 14,90 aan dividend. Bereken welk bedrag in totaal aan dividend wordt uitgekeerd.
A
372.500
B
37.250
C
1.677.852
D
3.725.000
Slide 5 - Quizvraag
In België bestaat de beroepsbevolking uit 5,5 miljoen mensen. 21% van de beroepsbevolking is werkzaam in de secundaire sector. Bereken het aantal mensen dat in deze sector werkt.
A
26.190.476
B
11.550.000
C
1.155.000
D
155.000
Slide 6 - Quizvraag
De werkloosheid is gedaald naar 7,5% van de beroepsbevolking. Het is de tweede maand op rij dat de werkloosheid afneemt, waardoor de werkloosheid uitkomt 675.000 personen. Uit hoeveel personen bestaat de beroepsbevolking?
A
5.503.333
B
48.750
C
5.062.500
D
9.000.000
Slide 7 - Quizvraag
De bevolking tussen 15 jaar en de pensioenleeftijd telt 11,4 miljoen mensen. De arbeidsparticipatie is 82%. Bereken het aantal mensen dat tot de beroepsbevolking hoort.
A
13.902.439
B
9.348.000
C
934.800
D
3.902.439
Slide 8 - Quizvraag
Een provincie telt 530.400 vrouwen tussen de 15 en de pensioenleeftijd die tot de beroepsbevolking behoren. In deze provincie wonen 780.000 vrouwen in deze leeftijd. Bereken de arbeidsparticipatie van vrouwen.
A
47%
B
68%
C
147%
D
79%
Slide 9 - Quizvraag
Leon verdiende € 1.940 per maand. Nu hij ontslagen is, krijgt hij een uitkering. In de eerste twee maanden na zijn ontslag bedraagt die 75% van zijn laatstverdiende loon. Bereken de uitkering die hij in de eerste twee maanden krijgt.
A
1.455
B
1.358
C
2.586
D
1.500
Slide 10 - Quizvraag
Leon verdiende € 1.940 per maand. Nu hij ontslagen is, krijgt hij een uitkering. Na twee maanden gaat zijn uitkering omlaag naar 70% van zijn laatstverdiende loon. Bereken de uitkering die hij na twee maanden krijgt.
A
485
B
1.780
C
1.455
D
1.358
Slide 11 - Quizvraag
Leon verdiende € 1.940, eerst 2 maanden 75% en daarna 70% Met hoeveel euro gaat Leons uitkering na twee maanden omlaag?
A
97
B
582
C
485
D
100
Slide 12 - Quizvraag
Mirjam is een maand werkloos en ontvangt een uitkering. Haar uitkering is € 1.725. Bereken het loon dat Mirjam voor haar ontslag verdiende
A
2.464
B
1.293
C
2.300
D
1.207
Slide 13 - Quizvraag
In zes jaar tijd steeg de werkloosheid van 280.000 mensen naar 700.000. Bereken met hoeveel procent de werkloosheid is gestegen.